En als de liefde werkt
De straat raakt steeds meer leeg, iedereen gaat met vakantie. Ik hoor de kinderen niet meer buiten, ik voel dat ik ook ergens naar toe moet....
Gisternacht was ik weer eens thuis, toen ik mijn ogen sloot, stond ik opeens op onze binnenplaats onder de miljoenen Perzische sterren. Onze oude appelboom verspreidde de geur van jonge bloesem in het donker. Toch ben ik jaloers op hen die met vakantie gaan en dan naar huis terug keren. Wat een voorrecht! Maar ik klaag niet. De natuur schiet je altijd te hulp, biedt je een andere route om naar huis te gaan. Een wonder, dat mag gezegd worden, de mens is een wonder.
Waar ik met vakantie naar toe wil, weet ik nog niet, maar dat geeft niets. Ik ben een Pers, ik hoef niet alles te regelen. Ik volg vaak mijn oude levenswijze: 'Pak je koffer, de weg zal je vertellen waar je naartoe moet.'
De bestemming is dus nog niet duidelijk, maar het boek dat ik mee wil nemen, ligt al klaar. Een oude Perzische klassieker. En het gaat over wonderbare zaken uit oude tijden die nog altijd een wonder zijn. Over de mens bijvoorbeeld, over sterren, het raadsel van getallen en over de liefde.
Voordat u met vakantie gaat, bewerk ik een verhaal van het boek voor u dat over de kracht van de liefde gaat:
Er was eens een jonge man die Kameel heette. Hij raakte verliefd op Djida, de schoonste dochter van de sultan. En je weet wat de liefde met je doet. Heimelijk zochten ze contact met elkaar. Natuurlijk gaf de sultan zijn juweel niet aan die kameel. Hij werd verbannen en ze werd gedwongen om met een koopman te trouwen. De liefde trok zich daar niets van aan. Kameel knielde bij zijn vriend: 'Bedenk iets! Maak mogelijk wat onmogelijk lijkt.'
'Dat kan niet. Haar man bewaakt haar constant. Toch ga ik iets voor je bedenken.'
Het raadsel van de liefde deed haar werk. Midden in de nacht verscheen Djida.
'Blijf! Blijf bij mij overnachten!' smeekte Kameel.
'Onmogelijk', zei Djida. Maar de liefde fluisterde: 'Laat gebeuren wat gebeuren moet!'
Ze gaf haar sluier aan de vriend van Kameel: 'Sla mijn sluier om en ga bij mijn huis op mijn plek achter het gordijn zitten. Morgenvroeg brengt mijn man mij een schaal melk. Jij krijgt de melk en buigt je hoofd. Daarna laat je het gordijn weer vallen.'
De man nam plaats achter het gordijn. De echtgenoot kwam, bood hem een schaal melk aan, maar hij kon hem niet vasthouden. De melk viel. De echtgenoot dacht dat zijn vrouw dat opzettelijk deed. Hij trok het gordijn weg en sloeg haar (hem) hard in elkaar. De man die van pijn ineenkromp, verstopte zich onder zijn sluier en sloeg zijn hand op de mond.
De zus van Djila kwam tussenbeide. Ze nam haar (hem) mee naar het bed en ging naast haar (hem) liggen. De man deed zijn sluier opzij en zag dat er een wonder van een vrouw naast hem lag. Ter plekke verloor hij zijn hart. Zo sliepen ze twee nachten vol sterren in elkaars armen. Kameel en Djila hadden ook twee nachten vol geheimen. En er wachtten nog vele nachten voor hen nu die zus ertussen was gekomen. Zo werkt de liefde.