ReportageHeropening Metropolitan Museum of Art
Eindelijk is het grootste museum van de VS weer open: ‘New York zal altijd terugveren’
Bijna een halfjaar was het dicht, het grootste museum van de Verenigde Staten. Dit weekend mochten er voor het eerst weer bezoekers naar het Metropolitan Museum of Art. ‘Dit is waar New York over gaat, man.’
Hoe hun leven eruitzag vóór deze zaterdag? ’Saaaaaaai’, antwoorden Jana en Tom Bergdall, twee zeventigers uit Brooklyn, hij een gepensioneerd jurist, zij een gepensioneerd verpleegster, unisono. Ze kuieren door de zaal met Britse 19de-eeuwse beeldhouwkunst. Nu dat eindelijk – ‘ja, eindelijk!’ – weer kan.
‘We zijn sociale types’, legt Tom Bergdall uit. ‘We houden van naar het theater gaan. We houden van naar de film gaan. We houden van met vrienden uit eten gaan. Corona zette daar een streep door. Ons hoogtepunt van de week bestond maandenlang uit de dag dat we boodschappen doen voor oudere buurtgenoten die aan huis gebonden zijn.’
Maar nu zijn ze hier, in het Metropolitan Museum of Art, op de allereerste dag dat dat weer mogelijk is. ‘Het is geweldig’, zegt Jana Bergdall, terwijl ze met glimmende ogen boven haar mondkapje door de zaal met sculpturen kijkt. Is het ook veilig? ‘Niets is natuurlijk perfect’, oordeelt Tom Bergdall. Jana: ‘In de metro hiernaartoe was het gelukkig wel heel rustig.’ Tom: ‘En we weigeren nog langer thuis te zitten.’
Zaterdag opende het Metropolitan Museum in New York voor het eerst sinds bijna een half jaar zijn deuren weer voor publiek, net als het Museum of Modern Art een paar dagen eerder. Andere musea volgen in september (zoals het Whitney) of oktober (het Guggenheim).
Daarmee komt weer een aspect van New York langzaam tot leven. De stad, die eind maart ’s werelds epicentrum van de coronapandemie werd (waaraan tot nu ruim 23 duizend New Yorkers zijn overleden), en die nu worstelt met toenemende armoede en bendegeweld, opent zich voorzichtig na een lange ‘shelter in place’. Eerst gaf gouverneur Cuomo zijn fiat aan bouwplaatsen en fabriekjes, toen aan kleinere winkels en restaurants (alleen buiten eten).
Nu mogen, als eerste van het New Yorkse culturele leven, de musea weer open. Theaters, bioscopen, muziekpodia blijven voorlopig dicht. Musea vormen een cruciaal element van New York. Voor zijn imago, zijn economie, aantrekkingskracht. En voor het levensgeluk van een aanzienlijk deel van zijn inwoners.
Ander tijdperk
Zaterdagochtend om 11 uur speelt zich voor The Met een tafereel af uit een ander tijdperk. Er staat een lange rij op Fifth Avenue, de straat die eerder deze week nog zo goed als uitgestorven was. Vanaf de hoofdingang tot aan de hoek van het gebouw staan mensen met een mondkapje (voorwaarde 1 voor bezoek) op twee meter afstand van elkaar (voorwaarde 2), die vooraf een kaartje voor een timeslot hebben gekocht (voorwaarde 3). Bij binnenkomst zal worden gemeten of je temperatuur wel onder de 38 graden is (voorwaarde 4). Maar nu al roepen medewerkers naar de rij: ‘Welcome back, everybody!’
Voor The Metropolitan, het grootste museum van Amerika (dat vijfduizend jaar kunst van vijf continenten beslaat), was de gedwongen sluiting extra zuur. Het zou op 13 april zijn 150-jarig bestaan vieren; precies een maand eerder ging het museum dicht. Jubileumtentoonstellingen (Making the Met, over de ontstaansgeschiedenis van het museum, of About Time, de grote modeblockbuster) moesten worden uitgesteld. En terwijl het MoMA onlangs nog vier maanden dicht was voor verbouwing, liet The Met nooit verstek gaan. Oké, in 1880, toen het museum naar de huidige locatie verhuisde, toen was het dicht: drie hele dagen.
‘Het is amazing om weer terug te zijn’, zegt Troy Smoak (36), die voorheen ‘vier tot vijf keer per jaar’ The Met bezocht, en nu samen met Herminio Hueto (31) door de Franse stijlkamers loopt. Door corona verloren ze allebei hun baan, als steward en industrieel ontwerper. Maar vandaag is de dag waarnaar ze ‘lang hebben uitgekeken’. Want het Metropolitan Museum, zegt Smoak, is ‘onderdeel van het leven hier, onderdeel van wat New York New York maakt’. Dat dat ene onderdeel nu terug is, biedt hoop voor de veerkracht van de rest van de stad.
‘Dit is waar New York over gaat, man’, zegt Niquan Lockhart (30), die vandaag speciaal voor de afdeling met maskers en voorouderbeelden uit Afrika en Oceanië is gekomen. ‘Kunst en geschiedenis, dat is New York.’ In de Griekse en Etruskische studiezaal is de schrijver Albe Harlow (32) blij dat hij weer net als voorheen elke maand naar de Myceense munten kan kijken.
‘Het is ook zo lekker rustig’, zeggen Jana en Tom Bergdall. Pre-corona leek een zaterdag in The Met meer op de Bijenkorf tijdens de Dwaze Dagen, nu zijn de twee miljoen vierkante meter van het museum weliswaar behoorlijk gevuld, maar kun je overal goed doorlopen. Tom Bergdall: ‘Ik heb net een nieuw kunstwerk ontdekt!’
Motor van de stad
Konden op een drukke dag wel vijfduizend bezoekers per uur The Met bezoeken, nu mogen er maximaal tweeduizend per uur naar binnen. Wat ook ontbreekt: de toeristen. Hartstochtelijk gehaat door veel New Yorkers, maar wel de motor van de stad. Zeventig procent van het bezoek aan The Met bestaat normaliter uit toeristen, voor veel andere grote musea is dat niet anders. Door het inreisverbod komen die voorlopig niet terug. The Met heeft berekend dat het door corona 150 miljoen dollar aan inkomsten mist; bijna de helft van het jaarlijkse werkbudget. Het personeel is met twintig procent ingekrompen, er is gekort op het tentoonstellings- en aankoopbudget.
Of New York ooit weer New York wordt? De zeventiger Tom Bergdall maakt zich daar zorgen over, maar veel dertigers blijven New Yorks optimistisch. ‘Deze stad zal altijd terugveren’, zegt Smoak. ‘Deze stad komt sterker terug’, denkt Lockhart. ‘Veel mensen beseften in quarantaine hoezeer ze cultuur missen. Nu gaan de musea weer open, maar vrijwel al het andere – clubs, winkels – is nog dicht. Dit is een kans op groei voor de musea.’
Wie weet. Zaterdag wordt in elk geval al een ding duidelijk: een museum komt nooit alleen. Nu er weer bezoekers zijn in The Met, staan er ook weer lange rijen gele taxi’s op Fifth Avenue, klinkt er weer een eerste straatmuzikant, en is voor het eerst sinds zes maanden ook het hotdogkarretje van John Bartnett weer terug voor de deur.
‘Thanks for your business’, bedankt de verkoper iedereen die een hotdog bij hem bestelt. Hij kreeg twee maanden geld uit het steunfonds van de overheid, vertelt hij, en is blij hier weer te staan. ‘We komen er wel’, zegt hij, terwijl hij in een fles ketchup knijpt. Al kan hij niet wachten tot ze terugkomen: ‘De toeristen’.