Eind goed
Het jaar is nog maar een week begonnen, dus verwacht niet dat ik er nu al iets zinnigs over kan zeggen, maar als ik eerlijk ben¿
Ja, wees dat 's.
In elk interview op radio of tv hoor je het wel een keer voorbijkomen. Het dreigt net zo'n stoplap te worden als 'zeg maar'. Soms is de ondervraagde zelfs 'heel eerlijk'. Doelbewust begeeft hij zich in de gevarenzone. Nog even en de stoppen slaan door. De eerlijkheid kan van alles betreffen, al naar gelang de bezigheid van de aan de tand gevoelde persoon. Hij is eerlijk over de nieuwste muzikale hit, de binnenlandse politiek, de kleren van de koningin, de smaak van raapstelen. Het effect van al die aan de dag gelegde eerlijkheid is dat je er uit kunt afleiden dat de spreker dus doorgaans oneerlijk is.
Laatst hoorde ik iemand zeggen: 'Als ik, zeg maar, heel eerlijk ben...'. De woorden hadden zich definitief losgezongen van wat hen nog aan betekenis restte. Met 'zeg maar' als vlakgom hadden ze zich uitgevlakt. Alleen hun klank bleef nog even hangen, snel wegstervend. Ik moest denken aan de ochtendmist die door de zon wordt verdreven en een blauwe hemel ontsluiert. Een blauwe hemel, een onbeschreven blad, een stem die op woorden wacht.
Als ik zo doorschrijf, los ik mezelf nog eens op. Dat kan niet de bedoeling zijn in dit nieuwe jaar. Ik herinner me dat ik als kind een keer verdwaalde in het bos. Ons huis stond aan de rand ervan, maar ik kon de weg terug naar huis niet vinden. Richtingsgevoel verloren, wist ik niet meer waar ik vandaan kwam. Het bos bleef maar bos. Het begon al te schemeren toen het bos me eindelijk losliet en week voor een onbekend en onbebouwd stuk land. Heel in de verte zag ik het traag voortbewegende topje van de mast van een zeilboot. Zou ik ooit nog thuiskomen? Zou ik voorgoed verdwaald zijn? Toen mijn wanhoop was uitgesnikt, kwam er een wonderlijke rust over me. Ik had me bij mijn lot neergelegd en begon mezelf op te lossen. De zeilboot verdween uit het gezicht, nergens was meer leven. Een door het ouderlijk huis geformeerde zoekactiegroep vond het verloren schaap ten slotte terug. Eind goed al goed dus. Wel heb ik er de wetenschap aan overgehouden dat ik makkelijk oplosbaar ben. Dat heeft zijn voordelen, als ik eerlijk ben.
Ik zou liegen als ik zei dat het jaar dat vorige week de laatste adem uitblies ongemerkt aan me voorbij is gegaan. Over de doden niets dan goeds, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik het een klotejaar vond. Of het nu speciaal kloteriger was dan eerdere klotejaren weet ik niet zo goed meer. Daarbij biedt het goede diensten in ons ingebouwde mechaniekje dat het vergeten bewerkstelligt. En ik ben gezegend met een kieskeurig geheugen, waardoor ik me vreugdevolle gebeurtenissen scherper herinner dan de rampzalige. Zo kwam het dat ik toch met lichte tred het nieuwe jaar binnen wandelde. En nog zonder de wandelstok, die ik eens, toen ik 50 werd, een mensenleven geleden, met het oog op de toekomst van een vriend cadeau kreeg.
De introspectie beu, kijk ik naar buiten, de lokkende straat in. De oude stad en het nieuwe jaar liggen voor me klaar. Twee meisjes fietsen vrolijk pratend langs. Het schoolplein, schuin aan de overkant, vult zich met kinderen.
De wereld kan niet stuk, hoezeer men ook zijn best doet.