Effect van EPO bij schaatsen het grootst

Natuurlijk wordt in het schaatsen doping gebruikt, al lijkt werd vooralsnog een veiliger formulering. Eind jaren tachtig werd de Noor Krosby ontmaskerd als slikker van anabole steroïden en acht jaar geleden gaf de Chinese sprintster Qiaobe Ye het (gedwongen) gebruik van hormonen toe....

door Wybren de Boer

TER GERUSTSTELLING: zo verdorven als veel andere sporten door de stimulantia zijn, is het internationale schaatsen volgens Kuipers zeker niet. 'Het zit niet in de cultuur van het schaatsen. Bovendien is schaatsen een technische sport, terwijl veel dopingmiddelen juist een verstoring van de fijne coördinatie als bijwerking hebben. Dan werkt het dus averechts. Dat is nog geen bewijs, maar wel een overweging. Dat 15 procent van de schaatsers zou gebruiken, zoals de afgelopen week is beweerd, lijkt me erg hoog geschat.'

En Kuipers, zelf wereldkampioen allround in 1975 en nu als inspanningsfysioloog werkzaam aan de Universiteit Limburg, mag zich een insider noemen. Als lid van de medische commissies van de schaatsbond (KNSB), de internationale schaatsunie (ISU) en het internationaal olympisch comité (IOC) is hij op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en hypes op dopinggebied. Uit hoofde van die functies kent Kuipers ook de rapporten van de twee bloedcontroles die vorig seizoen in het schaatsen plaatshadden.

Beide bloedcontroles, achtereenvolgens in Milwaukee en Nagano, werden afgenomen door de Amerikaanse arts Jim Stray-Gundersen die op grond van zijn bevindingen vorige week suggereerde dat 10 à 15 procent van de schaatsers doping gebruikt. Kuipers: 'Die conclusie had hij niet mogen trekken. In Nagano was inderdaad sprake van enkele hoge hematocriet-waarden, maar bij een tweede test een dag later waren die vervolgens weer in orde.

'Daar is niks verdachts aan. Een reis van meerdere uren in een vliegtuig waar de cabinedruk laag is, kan al leiden tot een stijging van de hematocriet-waarde. En ook de apparatuur die in Nagano is gebruikt, de Bayer Advia 120, is zeer gevoelig voor reizen. Prima instrument, maar je moet hem niet te veel verplaatsen. Ik kan me niet voorstellen dat Stray-Gundersen zijn bewuste opmerking niet in die context heeft geplaatst.

'Stray-Gundersen is een gerespecteerd wetenschapper die weet dat zijn onderzoeksmethode experimenteel is. Je krijgt een keurig bloedbeeld met verschillende data, maar op grond van die gegevens kun je nog niet dit soort veronderstellingen uitspreken. Een hoge hematocriet-waarde is weliswaar een voorzichtige indicatie dat het bloed gemanipuleerd is, maar daarmee toon je nog geen EPO-gebruik aan. Dat kan alleen in combinatie met een urinetest en die urinetesten zijn ook nog niet perfect.'

EPO, daar gaat het natuurlijk om.

Kuipers: 'Er leeft binnen de sportwereld het idee dat EPO een wondermiddel is.'

En dat is slechts ten dele waar. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat gebruik van het hormoon Erytropoëtine minder effect heeft op de duurprestatie dan in een groot aantal sporten verondersteld wordt. Als indirect bewijs geldt de Tour de France van 1999. Bevreesd voor eenzelfde dopingjacht door de Franse justitie als in de voorgaande zomer kwam het gros van het peloton volgens Kuipers dat jaar redelijk clean aan de start, wat niet wegnam dat de Tour de France 1999 met de hoogste gemiddelde snelheid uit de wielergeschiedenis werd volbracht.

EPO heeft in het bijzonder effect bij sporten waar een maximale zuurstofopname - VO 2

max - van essentieel belang is voor de prestatie. Erytropoëtine prikkelt de aanmaak van rode bloedcellen die op hun beurt zorg dragen voor zuurstofopname en -transport. Het lichaam kan echter maar een relatief korte tijd aan die VO 2

max voldoen, omdat de gelijktijdige productie van melkzuur ('verzuring') het maximaal vermogen ondermijnt. Sporten waarbij de te leveren prestatie tussen 2 en 15 minuten ligt, lenen zich bij uitstek voor EPO-gebruik.

Als één sport derhalve binnen het domein van EPO valt, is het wel schaatsen. Kuipers: 'Dat valt niet te ontkennen. De tijd dat het lichaam in staat is tot een maximale zuurstofopname kan maar in zeer geringe mate worden opgerekt. Het verschilt per individu. De één kan dat zeven minuten, de ander tien. Als die VO 2

max dus met een halve minuut of een hele minuut gerekt kan worden, dan zou dat voor een schaatser een flinke progressie betekenen.

'EPO heeft in het schaatsen veel meer effect dan in het wielrennen. Tijdens een etappe in de Tour de France rijden coureurs op 80 procent van hun vermogen, dus komen ze niet aan die VO 2

max. Hooguit bij de proloog of in een tijdrit profiteert een renner echt van EPO. Schaatsers zitten bijna continu op die VO 2

max. Een topsporter kan naturel zes liter zuurstof per minuut opnemen. Met EPO kan dat 6,3 liter worden. Dat is aanzienlijk.'

Daarbij is de kans dat EPO-gebruik bij een dopingcontrole wordt aangetoond te verwaarlozen, erkent Kuipers. En dat zal volgens hem vermoedelijk ook nog enige tijd zo blijven. 'Er kunnen indicaties zijn die aanleiding geven tot nadere controle, maar honderd procent bewijs krijg je niet.' Vijf dagen nadat een sporter zich met EPO heeft laten injecteren, is volgens Kuipers in het bloed en de urine geen spoor meer terug te vinden. 'Maar de piek in het presteren moet dan nog komen.

'Het effect is maximaal tussen de zevende en de tiende dag na het injecteren. Dat is ook de clou. Op het moment dat een sporter maximaal profiteert van EPO zullen in zijn bloed of urine geen sporen meer te vinden zijn. Je kunt wel signalen waarnemen, maar direct bewijs kun je niet leveren. En daar gaat het om bij dopingcontrole. Je kunt zo manipuleren dat je optimaal geprepareerd aan de start staat en toch niet gepakt kan worden.'

Nou en, vragen zogenaamd liberale geesten zich tijdens dopingcongressen en in de media steeds vaker af. Wat is er nou mis met EPO? Als een hoogtestage waarmee naar verluidt hetzelfde effect wordt beoogd niet strafbaar is, waarom dan wel een sporter straffen die de injectienaald verkiest boven een veertiendaags verblijf in het hooggebergte? 'Omdat het effect totaal verschillend is', zegt Kuipers. 'Maar bijna niemand weet dat.

'Een hoogtestage haalt het niet qua effectiviteit bij een EPO-kuur. Tijdens een hoogtestage worden wel extra rode bloedcellen aangemaakt, maar gelijkertijd vinden er andere processen in het lichaam plaats die een nadelige uitwerking hebben. Het netto-effect van een hoogtestage is in het gunstigste geval nul. Sporters gaan nog steeds op hoogtestage omdat ze erin wìllen geloven. Het is zuiver psychisch. Dat geldt dus niet voor EPO. EPO werkt.'

Bedriegers mogen van Kuipers gestraft worden. 'Als een sporter betrapt wordt, zouden we het hele team waarvan hij deel uitmaakt moeten straffen. En de ploegarts moet tijdelijk geschorst worden. Er hoort in een ploeg een sfeer te heersen van hier wordt niet gebruikt. In een ploeg met één bedrieger heerst een foute mentaliteit.'

Maar de bedrieger laat zich inzake EPO moeilijk vangen, erkent Kuipers. Vanuit die optiek is het volgens hem beter om voorlopig niet te spreken van dopingcontroles maar van gezondheidstesten. Onder die noemer moet volgens Kuipers gespeurd worden naar stoffen die een zodanig stimulerend effect hebben dat ze tot competitievervalsing leiden en die levensbedreigende situaties kunnen veroorzaken. 'Internationale sportorganisaties hebben ook de taak hun atleten te beschermen.

'Bij de KNSB zijn we begonnen medische paspoorten aan te leggen van alle schaatsers. Mocht een sporter van nature een hoge hematocriet-waarde hebben, dan kan hij later bij een mogelijke bloedcontrole altijd aantonen dat er in zijn specifieke geval niet sprake is van een uitzonderlijke uitslag. Ik denk dat zo'n paspoort internationaal navolging verdient. Je voorkomt ermee dat sporters ten onrechte verdacht worden gemaakt.'

Als lid van de medische commissie van het IOC streeft Kuipers er tevens naar de dopinglijst te actualiseren, of wel te schonen. Dat wil zeggen dat in de toekomst alleen nog middelen op de zwarte lijst komen die ook daadwerkelijk een prestatieverhogend effect hebben. Te vaak ziet Kuipers nu nog dat middelen ten onrechte als doping worden aangemerkt, maar juist daardoor de aanleiding vormen tot zinloze en riskante experimenten.

Kuipers: 'Onlangs is insuline op de dopinglijst geplaatst. Ook al zit ik in de medische commissie, ik heb het IOC een brief geschreven en gezegd dat ze een grote fout begaan. Insuline bevordert de prestatie niet. Maar doordat het nu op de dopinglijst staat, wekt het IOC wel de indruk dat insuline stimulerend werkt. Er zijn altijd sporters of artsen die daardoor aangezet worden om te gaan knoeien. En dat kan leiden tot extreme dalingen van de bloedsuikerspiegel. Ik geef je op een briefje: binnen een paar jaar vallen hierdoor doden.'

Eind jaren tachtig stierven binnen korte tijd enkele Nederlandse sporters (Bert Oosterbosch, Connie Meijer, Johannes Draaijer) onder mysterieuze omstandigheden. De dood van deze renners werd later toegeschreven aan experimenten met EPO en volgens Kuipers om begrijpelijke redenen. 'Het is zeer waarschijnlijk. EPO was toen in feite net ontdekt door de sportwereld.

'Het is een fabeltje dat de dopingcontroleur per definitie twee stappen achter de bedrieger aanloopt. Sportbonden, dopingcommissies, controleurs, ze weten allemaal maar al te goed welke soort doping in is. Daarom vind ik die gezondheidscontroles essentieel. De hematocriet-normen waarmee we nu werken zijn misschien arbitrair, maar ze zorgen er wel voor dat mensen gezond sporten. Ik heb van een collega gehoord dat hij een sporter onder behandeling had met een hematocriet-waarde van 62. Dat is dus levensgevaarlijk.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden