NieuwsEerste Kamer
Eerste Kamer volgt trouw de marsorders van de Tweede: verlies meerderheid zou Rutte III in zwaar weer brengen
Als het kabinet na de verkiezingen haar meerderheid in de Eerste Kamer verliest, zal het die via de Tweede Kamer moeten repareren om effectief te kunnen blijven regeren. Want in weerwil van het beeld dat Eerste Kamerleden zich liever niet te politiek opstellen, volgen zij nog steeds in vrijwel alle gevallen trouw de lijn van het partijprogramma en die van hun politieke aanvoerders in de Tweede Kamer.
Dit blijkt uit een inventarisatie door de Volkskrant van het stemgedrag in de Eerste Kamer tussen juni 2015 en augustus 2018. Bij de 140 onderzochte wetsvoorstellen en wetswijzigingen stemden in 115 gevallen alle partijen hetzelfde in beide Kamers. In geen van de voorstellen waarbij het stemgedrag van partijen wel veranderde, had dat politieke invloed: alle 140 voorstellen die de Tweede Kamer passeerden, werden ook aangenomen door de Eerste Kamer.
Daarmee past de huidige Eerste Kamer naadloos in het stemgedrag van voorgaande generaties senatoren. Ook eerdere onderzoeken, van onder anderen voormalig PvdA-senator Han Noten, wezen uit dat de politieke marsorders vanuit de Tweede Kamer bepalend zijn. Dat bracht hem in 2012 tot het formuleren van zijn ‘Wet van Noten’: een fractie in de Eerste Kamer zal een regering nooit aan een doorslaggevende meerderheid helpen als haar partijgenoten in de Tweede Kamer tegen het desbetreffende wetsvoorstel gestemd hebben.
Met name vanuit regeringspartij VVD klonken de afgelopen jaren vermaningen dat de Eerste Kamer niet ‘om politieke redenen’ het kabinet in de weg moet gaan lopen. Nog vers in het geheugen staat de zorgwet van minister Schippers die in december 2014 werd verworpen door de Eerste Kamer. Beslissend waren de drie PvdA-senatoren die tegen stemden, waardoor de coalitie van VVD en PvdA haar meerderheid verloor.
Waarom is de Eerste Kamer er nog?
Maar dat was de uitzondering die de regel bevestigt. In de praktijk is aan het gedrag van Eerste Kamerfracties in deze eeuw weinig veranderd: juist door het consequent volgen van de lijnen van hun partijgenoten in de Tweede Kamer stellen zij zich politiek op. ‘Het is tegenwoordig alleen beter zichtbaar, omdat de coalitie een kleine meerderheid heeft’, aldus Bert van den Braak, onderzoeker bij het Parlementair Documentatie Centrum.
Die politieke volgzaamheid van de senatoren roept hier en daar wel de vraag op waarom de Eerste Kamer er dan nog is. Er is, ook binnen de Eerste Kamer zelf, een school die vindt dat de senatoren wetsvoorstellen die in de Tweede Kamer al zijn aangenomen vooral op hun deugdelijkheid moeten controleren: hebben ze geen onvoorziene gevolgen, zijn ze wel praktisch uitvoerbaar en niet strijdig met de Grondwet? Voor de senatoren is het Kamerlidmaatschap bovendien een bijbaan. Door hun werk in het onderwijs, de zorg of het bedrijfsleven wordt verwacht dat ze met een meer open blik naar wetgeving kijken. Alleen een politieke reden zou dan niet genoeg moeten zijn om voor of tegen te stemmen.
Toch ligt het niet zo zwart-wit, erkent fractievoorzitter Esther-Mirjam Sent van de PvdA. ‘De kwaliteit van wetgeving is leidend, maar we kijken er niet neutraal naar. Wij doen dat vanuit de ideologische bril van de sociaaldemocratie.’ Vanuit die gedachte stemde de PvdA in de afgelopen jaren in alle 140 gevallen hetzelfde in beide Kamers. VVD-fractievoorzitter Annemarie Jorritsma deelt de gedachte van Sent: ‘Wij beoordelen vooral op kwaliteit. Maar als wij die kwaliteit niet liberaal vinden, komt het er niet doorheen.’
Invloed uitoefenen
Ook de PVV is duidelijk over hoe de standpunten in de Eerste Kamer vorm krijgen. ‘Natuurlijk kijken we of het technisch mogelijk is’, zegt fractievoorzitter Marjolein Faber-van de Klashorst. ‘Maar het is logisch dat we daarbij ook naar ons partijprogramma kijken. We hoeven er niet geheimzinnig over te doen dat de Eerste Kamer een politiek orgaan is.’
Toch vindt PvdA’er Sent dat de Eerste Kamer wel degelijk haar eigen rol kan bepalen. ‘Je kunt niet alleen naar stemmingen kijken. In de Eerste Kamer heb je ook moties en toezeggingen.’ Op die manier kan de Eerste Kamer invloed uitoefenen, aangezien zij niet over het recht van amendement beschikt, waarmee wetsvoorstellen op punten kunnen worden gewijzigd. Bovendien bereikt een deel van de wetgeving niet eens de stemming. ‘Als de indiener ziet dat er geen meerderheid bereikt gaat worden, kan die zich al terugtrekken om zaken aan te passen’, aldus Sent.
Ook onderzoeker Van den Braak benadrukt dat de Eerste Kamer meer mogelijkheden heeft om een kabinet bij te sturen. ‘De Eerste Kamer kan ook dreigen om tegen te stemmen. Zo probeert ze toezeggingen of veranderingen te genereren.’
Draagvlak zoeken in de Tweede Kamer
Premier Rutte, die na de provinciale verkiezingen in maart mogelijk wordt geconfronteerd met een wegvallende meerderheid in de Eerste Kamer, weet wat hem dan te doen staat: hij zal de meerderheden voor belangrijke wetsvoorstellen in de Tweede Kamer moeten regelen, zoals hij ook in de vorige kabinetsperiode deed. ‘Als je daar naar draagvlak zoekt, zal je dat in de Eerste Kamer ook krijgen’, beaamt Van den Braak.
VVD’er Jorritsma voorziet geen problemen. Zij wijst op de succesvolle onderhandelingen die het vorige kabinet voortdurend voerde met de oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP. ‘Vaak genoeg zijn voorstellen erdoorheen gekomen terwijl een coalitie geen meerderheid had.’