Een zware procedure en weinig aantrekkelijke voorwaarden: alleen de grootste criminelen willen kroongetuige zijn

Jasper Kars
Bij het fameuze Passageproces werden Peter la Serpe en Fred Ros met succes ingezet als kroongetuigen. Beeld ANP
Bij het fameuze Passageproces werden Peter la Serpe en Fred Ros met succes ingezet als kroongetuigen.Beeld ANP

In Nederlandse strafprocessen gebruikt men nog weinig kroongetuigen. Een zware procedure en weinig aantrekkelijke voorwaarden voor potentiële kroongetuigen zorgen vooralsnog voor een minimale inzet van het middel. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Leiden.

Het Openbaar Ministerie (OM) wil al langer meer kroongetuigen gebruiken bij strafprocessen. De afgelopen tien jaar bleek de inzet van dit middel in enkele zaken goed uit te pakken. Bijvoorbeeld bij het fameuze Passageproces, waarbij justitie Peter la Serpe en Fred Ros succesvol inzette als kroongetuigen in het langstlopende strafproces uit de Nederlandse geschiedenis.

Onvoldoende

Ondanks dit succes maakt men in Nederland nog weinig gebruik van kroongetuigen. Zo valt te lezen in het dinsdag verschenen van de Universiteit Leiden in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid. De geringe inzet van kroongetuigen in Nederlandse strafprocessen valt voornamelijk toe te schrijven aan de strenge eisen die de wet stelt en door het feit dat het aanbod dat justitie criminelen kan doen voor hen vaak niet aantrekkelijk genoeg is.

Dat terwijl de vraag naar kroongetuigen lijkt toe te nemen. ‘Criminelen weten steeds beter hun werkzaamheden af te schermen. Veel processen vallen of staan bij goede verklaringen,’ zegt Sven Brinkhoff van de Radboud Universiteit en expert op het gebied van kroongetuigen. ‘Het OM voert wel veel gesprekken met potentiële kroongetuigen, maar iemand echt zo ver krijgen is alles behalve eenvoudig.’

Vanaf 2006 kan men het Nederlandse strafrecht gebruik maken van een kroongetuige. ‘De huidige regeling wordt heel beperkt toegepast: we hebben in Nederland nog maar vijf voorbeelden van kroongetuigen in strafprocessen,’ aldus Marieke Dubelaar, een van de Leidse onderzoekers.

Jonge regeling

Veel andere landen zijn volgens het onderzoek verder op het gebied van de inzet van kroongetuigen. Zo kan men in Canada bijvoorbeeld kiezen om volledig af te zien van een straf. Terwijl in Nederland alleen nog de optie van strafvermindering bestaat. Dubelaar: ‘Het is dan ook nog maar een relatief jonge regeling en er zijn maar beperkte middelen om verdachten over de streep te trekken.’

Het onderzoek vergelijkt de Nederlandse gang van zaken met die van Canada, Duitsland en Italië, landen waar men al veel meer gebruik maakt van kroongetuigen. ‘Vooralsnog zijn het in ons land echt de grotere criminelen geweest die gebruik maakten van de kroongetuigenregeling, terwijl deze was bedoeld om met kleinere vissen grote vissen te vangen.’ Juist voor deze laatste groep zou de regeling aantrekkelijker moeten worden door hen een hogere strafkorting aan te bieden.

‘Het is een heel zwaar middel en een kostbare maatregel: pas hem dus wel selectief toe’, aldus emeritus hoogleraar criminologie Cyrille Fijnaut. ‘De kroongetuigenregeling heeft zijn volle werking bij grote strafzaken binnen de georganiseerde misdaad. Een van de redenen waarom verdachten in deze zaken kroongetuigen worden is de dreiging van een lange gevangenisstraf.’

Het OM laat in een verklaring weten veel te zien in een regeling waarin het ‘in sommige gevallen’ mogelijk is om de strafeis met 100 procent te verlagen. Zo zou iemand die door de rechter wel schuldig wordt bevonden, geen straf kunnen krijgen.

Gebrek aan controleerbaarheid

Een ander punt waardoor veel mogelijke kroongetuigen afzien van verdere samenwerking met justitie is het feit dat veel getuigen opzien tegen het leven in een getuigenbeschermingstraject. Tegelijkertijd is bescherming van de kroongetuige en zijn familie essentieel.

Zo ontstond er eind maart veel ophef over de brute moord op Reduan B, de onschuldige broer van Mocro War kroongetuige Nabil B. Een ander probleem is het gebrek aan controle op de getuigenbescherming en de afspraken die daarover met de getuige worden gemaakt. De onderzoekers pleiten daarom voor meer controle of een betere scheiding in verantwoordelijkheden: ‘Laat het toezeggingentraject over aan het OM en leg de bescherming bij een andere instantie.’

Het onderzoek geeft volgens de Universiteit Leiden aanleiding om opnieuw naar de kroongetuigenregeling te kijken. Nog te vaak pakt de regeling van kroongetuigen ‘anders uit dan aanvankelijk bedoeld’. Meer bewustwording binnen politie en justitie, een transparanter getuigenbeschermingstraject en een uitbreiding van de mogelijkheden van het OM om in zee te kunnen gaan met mogelijke kroongetuigen zouden hier aan kunnen bijdragen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden