Een vleugje Balkan en een zachte g
Onafscheidelijk zijn ze, vader en zoon Gudelj, bij voetbalclub NAC. Maar hoe lang nog? 'Als hij een volgende stap wil maken, moet ik zeggen: ga maar.'
Een woensdagmiddag in Zundert. Niet ver van de Belgische grens werkt NAC dagelijks de trainingen af. Trainer bij de beloften van de Bredase club is Nebojsa Gudelj (43). Zijn zoon Nemanja (roepnaam 'Neno') speelt in de hoofdmacht en is een van de drijvende krachten in de selectie.
Neno (20) praat met een zachte g. Hij is een Servische Brabander. Bij zijn vader, die in 1997 naar Nederland kwam om voor NAC te voetballen, klinkt een vleugje Balkan door. Beiden hebben net getraind. Neno laat zijn rug zien. Een dag eerder heeft hij er een tatoeage op laten zetten, met de namen van zijn broertje en zusje. 'Familie is alles voor me', zegt hij.
Vader kijkt goedkeurend toe, bijna ontroerd. 'Ik vind dat een heel mooi gebaar. Het zegt iets over de band die wij hebben. Ik hoop alleen dat hij niet overdrijft. Straks heeft hij een vrouw, kinderen en kleinkinderen. Als hij ook al hun namen laat tatoeëren, wordt zijn rug een soort notitieblok.'
Het is nog maar een jaar of tien geleden dat Neno, aan de hand van zijn vader, geregeld mee het veld op mocht als mascotte. Hij hoeft zijn ogen maar te sluiten of hij hoort weer de opzwepende muziek en het gezang van de supporters. 'Dat waren de momenten waarop ik dacht: dit is wat ik ook wil, net zo goed worden als mijn vader.'
Dat is hem inmiddels gelukt. Sterker, hij heeft als 20-jarige zijn vader al overtroffen. Het moment dat hun wegen scheiden, komt steeds dichterbij. Neno wil hogerop. FC Twente heeft belangstelling en deze zomer was hij al rond met Fiorentina. In zijn hoofd liep Gudelj al over de Ponte Vecchio en droeg hij het paarse shirt van de Serie A-club. Een ontbrekende bankgarantie doorkruiste zijn plannen. 'Maar ik zit nu goed in mijn vel. Nóg beter dan een half jaar geleden.'
Dus? 'Nog een paar wedstrijden moet ik mijn niveau vasthouden. Daarna gaan we verder kijken. Fiorentina is een mooie club. Maar misschien komen er wel nog betere clubs.'
Zijn vader speelde acht jaar voor NAC en sloot zijn carrière af bij het Rotterdamse Sparta. Daarvoor was hij in dienst bij FK Leotar Trebinje, Partizan Belgrado en de Spaanse clubs Logroñés en Leganés.
Hij is trots op zijn zoon. 'Neno heeft het gevoel klaar te zijn voor een volgende stap. Als hij die wil maken, moet ik zeggen: ga maar. Het is zijn droom.' Tegelijk is hij kritisch: 'Soms loopt hij zichzelf nog voorbij. Dat is jeugdig enthousiasme. Hij moet leren doseren, volwassen worden.'
Naast Neno bestaat het gezin Gudelj uit dochter Vanja en zoon Dragi. De laatste speelt ook bij NAC en is de volgende Gudelj die van zich gaat laten horen. Hun opvoeding stond in het teken van geloof, familie en voetbal. Nog steeds. Neno: 'Voor een wedstrijd nemen we eerst de zwakke punten van de tegenstander door. En als het nodig is, kijken we een dag van tevoren naar videobeelden.'
Er is ook een moeder, op de achtergrond. Met haar gaat hij een dag voor de wedstrijd steevast naar de Sint Jozefkapel in het centrum van de stad. 'Dan steek ik een kaarsje op. Niet voor iemand in het bijzonder, meer voor iedereen eigenlijk. Ook voor mensen die het niet goed met me voor hebben.'
Apengeluiden
Lachend: 'Ja, ook voor Toivonen heb ik genoeg kaarsjes opgestoken.' De aanvaller van PSV naaide hem vorig seizoen een rode kaart aan door na een duwtje schreeuwend ter aarde te storten. 'Iemand niet mogen, kan. Maar je moet nooit iemand haten.'
Uit de Bijbel leest hij soms kleine stukjes. Het mooiste gedeelte vindt hij het scheppingsverhaal in Genesis. 'Vooral dat je op de zondag niets mag doen, spreekt mij erg aan.'
In huize Gudelj draait op zondag nooit de wasmachine. Stofzuigen wordt die dag evenmin gedaan. Neno: 'En mijn bed maak ik ook niet op. Zondag is een rustdag. Daarop wordt geen arbeid verricht. Ik doe alleen de dingen die ik moet doen, zoals een wedstrijd spelen. Voetbal is een talent dat ik heb gekregen van God. Dat moet ik benutten.'
Zijn beste vriend is Filip Djuricic van Heerenveen. Rond wedstrijden van Jong Servië deelden ze steevast de hotelkamer. In Nederland proberen ze zo vaak als mogelijk af te spreken, vaak ergens tussen Breda en Heerenveen. Ze reizen er kriskras Nederland voor rond.
Gudelj en Djuricic zijn elkaars gids. De een wil alles over Nederland weten, de ander over Servië. Neno: 'Dan hebben we het over de relatie tussen Serviërs en Kroaten bijvoorbeeld. En hoe het kan dat er in Servië geen homo-parades gehouden kunnen worden. Filip is opgegroeid in Belgrado. Volgens hem heb je daar als homo echt een probleem. Ze worden op straat zomaar in elkaar geslagen.'
Gudelj was ook een van de spelers van Jong Servië die vorige maand het geruchtmakende duel tegen Engeland meespeelden. Het treffen eindigde in een grote knokpartij, nadat de donkere Engelse spelers die avond racistisch waren bejegend door het Servische publiek.
Na afloop nam Gudelj geen afstand van de spreekkoren. 'Omdat ik ze werkelijk niet heb gehoord. Pas toen die donkere linksback van Engeland na afloop apengebaren maakte, had ik door: er is waarschijnlijk iets gebeurd. Met wat ik nu weet, zeg ik: die apengeluiden kunnen niet. Dat is een teken van zwakte.'
Nebojsa, beschermend: 'Vergeet niet: als je in de wedstrijd zit, gaat alles langs je heen. Misschien is dat een familietrekje. Neno was eens ballenjongen toen ik bij Sparta speelde. We stonden achter en hij gooide de bal niet snel genoeg naar me toe. Boos dat ik werd! Pas na afloop hoorde ik dat Neno die ballenjongen was. Ik was helemaal opgegaan in die wedstrijd.'
Waar Neno als voetballer naar de top wil, heeft Nebojsa de ambitie om trainer te worden in de eredivisie. Als hij slaagt voor de cursus Coach Betaald Voetbal, wordt hij in de winterstop waarschijnlijk al toegevoegd aan de staf bij het eerste elftal. 'Ik denk dat mijn vader in potentie een toptrainer is', zegt Neno.
Waarom? 'Zijn kracht is dat hij een snaar kan raken bij spelers. Net als Mourinho. Over hem zeggen zelfs de reservespelers dat hij een toptrainer is. Mijn vader heeft die eigenschap ook. Spelers gaan voor hem door het vuur. En tactisch vind ik hem een van de beste trainers die ik ken.'
'Niet overdrijven nu hè', onderbreekt Nebojsa lachend.
'Ik zei toch: die ik ken', reageert zijn zoon. 'Niemand weet hoeveel dat er zijn.'
undefined