De vrolijke kankerpatiëntEelco Meuleman
Een uur later haalde de oncoloog me op, zei dat hij een uur was uitgelopen maar ook meteen dat hij echt heel goed nieuws had
Had ik al gezegd dat ik een lieve oncoloog heb? Zoals hij mijn leven een paar maanden geleden op zijn kop zette met de voorspelling van een levensrest van 17 maanden, zo draaide hij het zopas met evenveel gemak alweer een kwartslag.
Ik zou de uitslag krijgen van de eerste CT-scan sinds die waarop de tumoren in mijn nier (1 grote) en longen (1 grote en 2 kleintjes) zo genadeloos te zien waren. Zoals altijd voor een afspraak met de oncoloog moest ik eerst langs het Lab voor bloedafname.
Dat is meestal een feestje, omdat dan aan de statafel waar ze de nummers uitdelen een oudere, schat ik in, homo zit, een pensioengerechtigde verpleegkundige die er onnoemelijk veel plezier in schept om je de weg te wijzen.
Dat is nodig, want in dit ziekenhuis weten veel bezoekers de weg niet, ook al zijn de routes aangegeven met nummers en kleurtjes. Omdat ze niet kunnen lezen bijvoorbeeld, het Nederlands niet spreken of in de war zijn vanwege de ernstige ziekte waarover ze de klok hebben horen luiden, maar niet weten waar precies de klepel hangt.
Laat die klepel maar aan de nummertjesman over. Hij neemt de moeke aan zijn arm, die het, met paniekerige ogen en een verlegen man en twee snotterende bengels achter zich, ook verder niet weet. Kom, mevrouw, ik breng jullie even naar de balie, daar lever je dat formuliertje in en dan word je vanzelf in een kamertje geroepen, en daar gaan ze dan je bloed prikken, snapt u wel?, zegt hij dan op iets te luide toon, omdat hij vindt dat de anderen best mogen horen hoe hij het doet.
Ondertussen hield hij de boel wel mooi dusdanig op dat ik bijna te laat op mijn afspraak met de oncoloog belandde, dus ik nam stoer de vier trappen naar zijn verdieping maar was vergeten dat ik dat niet meer kon, trappen op lopen, dus ik kwam er piepend en hijgend aan.
Ter plekke wachtte mij de 72-jarige vrouw met wie ik eerder een kamer had gedeeld. Zoals je dat doet als kankerpatiënten onder elkaar, wisselden we vliegensvlug de noodzakelijk informatie uit. Ze zei dat de oncoloog al een uur was uitgelopen.
Een uur later haalde de oncoloog me op, zei dat hij een uur was uitgelopen maar ook meteen dat hij, lawezeggen, ECHT HEEL GOED NIEUWS had. Ik herinner me de trefwoorden nog: tumor nier geslonken, tumoren long zo goed als ondetecteerbaar.
In de lift gebeurde wat ik niet wilde, maar niet kon voorkomen. Mijn medepassagier, een oudere vrouw met een hoofddoek om, reikte me een papieren zakdoek aan en zei: komt goed, komt goed.
Dat maakte het er niet beter op. En toch ook weer wel.
Volkskrant-journalist Eelco Meuleman (61), bij wie terminale nierkanker is vastgesteld, schrijft wekelijks over zijn leven.