Een symbolische dans beladen met thema leven, dood en erotiek
SPRINGDANCE met 'Vier solo's' door José Navas (Theater Kikker)...
En 'Solstice - duo' door Héla Fattoumi en Eric Lamoureux (Akademie Theater) te Utrecht. Navas: nog 20 april.
Met een openingsconcert van het Belgische Ictus Ensemble en de reprise van Rosas danst Rosas van de Belgische Anne Teresa de Keersmaeker ging Springdance van start. Minder prominent geprogrammeerd stond de Venezuelaanse moderne danser José Navas. Ten onrechte want in de stikdonkere krochten van het piepkleine Theater Kikker bleek zijn solo-programma zeker de moeite waard.
In While waiting van de Amerikaanse choreograaf William Douglas lijkt Navas innerlijk behoorlijk verstrikt. Met zwaar aangezette, expressieve gebaren en plastische poses suggereert hij continu dreigend onheil. Intussen loert hij met speurende blik naar een uitweg, die er niet is. While waiting roept beklemming op, en wel zo pregnant dat dat de geluiden van onweersgedonder overbodig maakt.
Hoezeer deze solo, die in 1995 de Newyorkse Bessie Award won, gemaakt is op de expressieve kwaliteiten van de vertolker bleek uit de rest van het programma. In Flak, Celestiales en het langere Postdata overtuigde Navas vooral als danser, iets minder als choreograaf. Met uitzondering van Celestiales waarin hij een droomachtige stemming schetst die overwegend sereen van aard is, maar die ook robuustere momenten kent.
Aangezwengeld door een pompeuze aria van Richard Stauss rolt hij zijn hoofd non-stop rond en laat daarbij op verbluffende wijze zijn armen onduleren. Zijn Postdata is zwaarder en suggestiever, op symbolisch abstracte wijze beladen met tekenen van leven, dood en erotiek. Dat waren de thema's van de expressionisten begin deze eeuw. Daarmee sluiten de avant-garde choreografen in een door Aids getroffen Newyorkse danswereld deze eeuw af.
Bij Navas levert dat met dit eigentijds expressionisme artistiek iets belangwekkends op.
Een forse tegenvaller werd Solstice - duo van Fattoumi en Lamoureux. Verleden jaar werd hun wonderschone programma terecht door de danspers de hemel in geprezen. Dit werk kan alleen maar in de grond worden gestampt. Authentiek was toen hun materiaal, en fris hun benadering. Sindsdien hebben ze drie passen terug gedaan waarbij ze ook nog vervaarlijk in de sleur van het Rosas-idioom belandden.
Die heftige taal past nog wel bij de felle, krachtige danser Lamoureux. De lyrische fragiele danseres Fattoumi moet het juist hebben van poëtische dans, zoals ze dat pas tegen het slot van dit onsamenhangende dansstuk laat zien.
Gedurende de eerste helft is het paar vooral druk in de weer met het verrijden van grote panelen over een geverfde vloer. Misschien dat het in Frankrijk revolutionair is, hier was dat in het verleden met Bart Stuyf en De Châtel vaker te zien, én beter.
Slechts enkele dansdelen boeien, vooral de duetten: een walsje, een rock and roll-achtig promenade en rond of teder bodywork op de grond. In dat samenspel vlamt iets van hun 'vroegere' kwaliteiten op.
Isabella Lanz