'Een politiepaard hoeft niet mooi te zijn
De bereden brigade wordt vaak als de 'vriendelijke politie' beschouwd. Maar dezelfde paardjes die zo aardig draven in de parade voor de nieuwe ambassadeur of de patrouille tijdens de braderie, galopperen desgewenst ook op demonstrerende studenten af....
Iwan is dood. Van de zwarte ruin met de lange, streepvormige bles hangt nu een foto in de kantine, genomen een paar weken voordat hij moest worden afgemaakt. Hij stond op de eerste plaats bij de onderlinge kampioenschappen voor de bereden politie toen hij koliek kreeg. Opereren had geen zin meer - hij was al eerder geopereerd. Iwan is niet ouder geworden dan zes jaar.
Nu galoppeert hij met zijn oude vrienden over de eeuwige jachtvelden, zeggen agenten van de bereden politie in Den Haag. Ze wijzen naar zijn foto, toen hij nog vrolijk in het stro lag, zijn oren naar voren, een attente blik in zijn ogen. Een dapper paard, dat alles voor je wilde doen, je nooit in de steek liet, een sprongetje kon maken en ook nog goede gangen had. Het ideale dienstpaard. Een wereldpaard.
Zijn foto hangt tussen vele andere, allemaal paardenfoto's, allemaal een verhaal. Zoals die van een hoofdinspecteur als Sinterklaas op de enige schimmel die toen voorradig was, maar te heet bleek voor een niet zo ervaren ruiter. En die van het paard dat de trap naar de bar was opgeklommen en door de politie weer naar beneden werd gehaald.
Het onderkomen van de Haagse bereden politie, op de weg naar Schevingen, lijkt in niks op andere politiebureau's. De kantine, met haar oude skaileren banken, kijkt uit op een binnenbak en lijkt meer op de bar van een manege. Geen permanent rinkelende telefoons, geen druk heen en weer schuivende agenten. En beneden zijn geen verhoorkamers voor arrestanten, maar stallen.
Marco staat er het langst. De bruine ruin had al een carrière als wedstrijdpaard achter zich toen hij werd geselecteerd voor de politie. Hij is 25, maar gaat op het strand nog steeds aan de haal met een matige ruiter. Karakter verloochent zich nooit. De laatste aanwinst heet Kanu. Deze vosruin heeft nog geen officieel naambordje: hij zal eerst moeten bewijzen dat hij aanleg heeft uit te groeien tot een goed politiepaard.
Buiten laden agenten vier paarden twee aan twee in de trailers. Ze hebben een oefening met de mobiele eenheid, op vliegveld Ypenburg. Terwijl zijn collega's de paarden losrijden op de winderige vlakte, vertelt instructeur Arie Bodegom over de uit de hand gelopen studentendemonstratie van 8 mei 1994 in Den Haag. De politie kreeg achteraf veel kritiek te verduren over haar harde optreden.
'Niemand zegt het, maar de paarden hebben het toen opgelost', vertelt Bodegom. 'Een paard is geen geweldsmiddel, bij echt geweld trekken we de paarden altijd terug. Wij gaan mee als vriendelijke politie. Maar we konden daar niet werkloos toezien hoe onze collega's werden teruggedrongen, dat laat je niet voor je ogen gebeuren. Met zijn zessen naast elkaar hebben we het Malieveld schoongeveegd. We werden van alle kanten bekogeld met klinkers, maar die paarden waren zo onvoorstelbaar braaf, die gingen gewoon door.'
Hij stapt in de commandobus, die wordt geflankeerd door twee andere ME-bussen. De paarden lopen er opgewonden achteraan, over het gladde beton. 'Ze mogen nooit voorop, maar moeten altijd door de ME-linie, om uit het niets te kunnen verschijnen', zegt Bodegom. De sirenes beginnen te loeien, de zwaailichten gaan aan, en op commando springen me'ers met schilden uit de busjes, om een linie te vormen. 'Openen nu', roept de commandant door de luidspreker, en de me'ers springen opzij. 'Veel van die mannen zijn bang voor paarden', zegt Bodegom. 'Niet zo vreemd. Als ik demonstrant was zou ik ook maken dat ik wegkwam. Ze lopen gewoon over je heen.'
De eerste twee keer mislukken. Een schimmel durft niet door de linie en steigert. De ruiter past een opleidingstruc toe: ze gallopeert met haar jonge paard achter een geroutineerd dier aan, totdat de schimmel ook als eerste door de linie gaat. Ondanks de herrie, de lichten en de dreigende uitrusting van de ME'ers. Een indrukwekkend gezicht, in aanmerking genomen dat het gemiddelde paard al een noodsprong kan maken als er een tractor langsrijdt of een paraplu voor zijn neus wordt opgestoken.
De training van politiepaard en ruiter houdt eigenlijk nooit op. De Haagse bereden brigade heeft twee instructeurs, voor 22 agenten en 23 paarden. De selectie van beiden is streng. Hengsten komen er niet in, en de politie geeft de voorkeur aan de stabielere ruinen boven merries, die meestal humeuriger zijn. Omdat de paarden jong worden ingekocht - tussen de drie en vier jaar - en ze nog groeien, is de ideale schofthoogte rond de 1 meter 65. 'Te grote paarden zijn vaak te slap', zegt Bodegom. De paarden moeten kunnen springen èn goede gangen hebben. Een paard met een sukkeldrafje imponeert niet bij parades.
De instructeurs rijden een paard ongeveer een half jaar in, daarna wordt het overgedragen aan een ervaren agent van de bereden politie. Langzaam laten ze het dier wennen aan verkeer, vuur, rook, lawaai, water en wapperende vlaggen. 'Een politiepaard hoeft niet mooi te zijn', zegt Bodegom. 'Het moet vooral stressbestendig zijn.'
Zijn favoriete paard, Alinda, een van de weinige merries op stal, loopt buiten aan de stapmolen. 'Zij is ook niet mooi', zegt Bodegom. 'Maar als ze gaat werken. . .Een inhoud. Je hoeft haar alleen maar een beetje tegen te houden. En nooit moe worden hè. Dan rij je een crossje en meteen daarna kijkt ze je aan met een blik van: mag ik weer? Ik hou wel van een paard met een beetje bloed, dat voor je wil knokken.'
Er zijn altijd meer sollicitanten dan vacatures bij de bereden brigade. Een agent komt na vijf jaar in aanmerking voor een baan bij de bereden politie, mits hij een goede conditie heeft en niet overdreven zwaar is. Kunnen paardrijden is geen vereiste. Sterker: 'Iemand die slecht heeft leren rijden, heb ik minder graag dan iemand die het helemaal niet kan', zegt Bodegom. De instructeurs bekijken of de sollicitant handig omgaat met het paard: 'Hij moet er een uit stal halen, z'n been optillen. Dat doen we natuurlijk wel eerst voor.'
De basisopleiding duurt negen maanden en wordt besloten met een finale proef. Sommigen vallen tussentijds af: 'Paardrijden vereist ook aanleg', zegt Bodegom. De beginnelingen moeten elke ochtend om zeven uur beginnen: de stal van hun paard uitmesten, het dier rijden en dan het paard van een agent die vrij of ziek is aan het werk zetten.
De beginnende ruiter krijgt een geroutineerd paard. Na een paar jaar moet hij dat weer wisselen voor een jonger dier. Zo leert het paard van de ruiter, en de ruiter van het paard. Niemand houdt een paard langer dan een paar jaar bij zich, ook al leidt dat soms tot verdriet. Politievrouw Ingrid heeft nog heimwee naar haar vorige. Ze wijst hem aan in zijn stal, een bruine ruin. 'De beste die we hebben', zegt ze. 'Heel moedig. Hij gaat zò de massa in. En de schimmel die ze nu heeft, dat is toch een leuk paard? 'Jij zegt het.'
Op de poetsplaats 'trekt' politieman Aad Berkel de manen van een grote vos - niet zijn eigen paard. 'Moet je kijken hoe slecht die manen zijn gedaan', zegt hij. 'Ze vallen nu helemaal verkeerd. Laat ze er maar vanaf blijven, dan doe ik het wel.'
De bereden brigade bestaat uit twee typen agenten. Grote paardenliefhebbers en agenten die het vooral een interessante baan vinden: na een paar jaar wisselen zij hun functie weer in voor een andere bij het korps. Berkel is, net als Bodegom, afkomstig uit een paardenfamilie. Ze kunnen zich eigenlijk geen werk zonder paarden voorstellen. 'Dit is de mooiste baan die er is', zegt Berkel.
Ook al is de vrijheid van de agenten sinds de reorganisatie van het Haagse korps in 1994 fors beperkt. Bodegom denkt met weemoed terug. 'Dan kwam je 's ochtends binnen, en kon je gewoon zelf uitmaken wat je ging doen.' Een andere politieman vult aan: 'We zaten dus regelmatig in de buitengebieden. Daar horen paarden toch ook, op het strand en in het bos?'
Tegenwoordig heet het Haagse korps officieel Politie Haaglanden, en zijn de agenten oproepbaar door elk korps in de regio. Ze laden 's ochtends of 's middags hun paard in de trailer, gaan naar een bureau, en patrouilleren van daaruit op straat, of in recreatiegebieden. Verder worden ze ingezet bij evenementen: parades voor nieuwe ambassadeurs, braderieën en demonstraties.
'Nu wordt er zelfs al gepraat over solo-patrouilles', zegt Bodegom. 'Ik zie dat niet zitten. In je eentje je paard laden en lossen, doe het maar. En wat als er iets gebeurt met je paard?' Hij laat het hoofdstel zien dat de politiepaarden dragen bij feestelijke bijeenkomsten in Den Haag. Zwart, met als bit de scherpe stang en trens. 'Niet dat de paarden of de ruiters er al aan toe zijn. Normaal gebruik je dit pas vanaf de Z-dressuur (klasse zwaar), maar het past zo mooi bij ons galakostuum. Nu leren we de agenten maar dat ze met hun handen zoveel mogelijk van de teugels afblijven.'
Ach, lacht Berkel later, de bereden politie is nu eenmaal een tamelijk besloten gemeenschap met een heel eigen karakter. 'Voordat ik hier naartoe kon, nog voor de reorganisatie, liet ik al regelmatig mijn gezicht zien. Anders kom ik er nooit, dacht ik. Dan keken ze echt op: een buitenstaander, dat was een pottenkijker.'
Hij gooit zijn favoriet los in de binnenbak: de zesjarige vosruin Ilias. 'Deze probeer ik nog even bij me te houden.' Berkel bood zich als enige aan om Ilias verder op te voeden. 'Met dat paard hoefde je niet eens in de buurt van een vlag te komen.' Nu rijdt Berkel ermee langs draaimolens, en hinnikt de ruin tegen de stalen paarden. Op Parkpop, 400 duizend man, keek het paard niet eens naar de Harley Davidson's.
Een held, zegt Berkel.
Ilias danst door de bak, draaft snuivend naar zijn berijder, neemt een pepermuntje in ontvangst en springt dan moeiteloos over vier cavaletti's. Zie hem lopen, zegt Berkel. Zie die beweging. Zo los in zijn lijf, zo soepel, een genot om te rijden.
Een wereldpaard.
''t Zijn beesten bij de politie', heet de tentoonstelling die tot en met 29 september loopt in het Politiemuseum te Apeldoorn. De expositie geeft een overzicht van de taken die dieren - honden en paarden - in de afgelopen honderd jaar hebben verricht voor de politie.