interviewHarry Ho-jen Tseng
Een les van Taiwan voor de Europese Unie: ‘Laat je niet zo gemakkelijk intimideren door China’
Dat de Taiwanese staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Harry Ho-jen Tseng in Europa wordt ontvangen, zegt al veel over de groeiende steun voor het eiland dat China wil inlijven. Toch mag de EU nog wel wat assertiever worden, betoogt hij.
Ineens zijn hooggeplaatste Taiwanese regeringsfunctionarissen welkom in westerse hoofdsteden. Nog geen twee jaar geleden golden ze als internationale paria’s, omdat Beijing officiële contacten met de Taiwanese regering beschouwt als slinkse pogingen Taiwan als onafhankelijk land te behandelen. Dat taboe is verbroken, eerst in de VS en nu ook in Europa. Dat merkte Harry Ho-jen Tseng (62), staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van het eiland dat China desnoods met geweld wil inlijven, tijdens zijn Europese bezoek vorige week. ‘Nu westerse regeringen een luisterend oor voor ons hebben, gaan we vaker op pad.’
Nederland is uw laatste stop na Washington en Brussel. Wat besprak u daar?
‘Ik hoop dat de EU nog meer uitgesproken wordt in haar steun voor Taiwan. Er gebeurt veel: een delegatie van het Europees Parlement maakte vorige maand geen geheim van hun allereerste officiële bezoek aan Taiwan. Ze hielden zelfs een persconferentie. Geweldig dat ze niet bezorgd waren over de Chinese reactie.’
Het Europees Parlement wil al langer nauwere banden met Taiwan, inclusief een investeringsverdrag, maar de Europese Commissie is minder voortvarend. Zo’n verdrag zou een politieke overwinning voor Taiwan zijn, die de ernstig verslechterde betrekkingen tussen Brussel en Beijing verder op scherp zet. Brussel stelde in maart sancties in tegen vier Chinese bestuurders, wegens hun vermeende verantwoordelijkheid voor mensenrechtenschendingen in Xinjiang. Beijing sloeg terug met strafmaatregelen tegen twaalf Europese politici en academici.
De Chinese speciale gezant voor Europa Wu Hongbo probeert de relatie met de EU vlot te trekken. Wat blijft er over van de Europese steun voor Taiwan als de EU en China weer tot elkaar komen?
‘Beijing heeft zichzelf in de voet geschoten met die sancties tegen de EU. Een Chinees-Europees investeringsverdrag is daardoor opgeschort. Dat neemt Beijing blijkbaar voor lief.
‘Ik probeer mijn Europese collega’s te overtuigen dat er geen reden is om nee te zeggen tegen een Europees investeringsverdrag met Taiwan, omdat China daar niets mee te maken heeft. Sommige lidstaten zijn minder enthousiast. Hun bedrijven hebben zonder zo’n verdrag al toegang tot Taiwan: de EU is met 49 miljard euro de grootste investeerder in Taiwan. Voor onze zakenmensen is zo’n verdrag echter een belangrijke prikkel naar de EU te gaan.
‘Ondanks verbeteringen in onze relatie met de EU zijn er hindernissen. China laat zijn invloed op lidstaten gelden, waardoor veel bureaucraten en politici zichzelf censureren: ze denken allereerst aan de Chinese reactie en beschouwen Chinese repercussies als hun grootste zorg. Ik wil de EU niet de les lezen, maar de schade die China kan aanrichten, daar maken jullie meer van dan het is. China heeft jullie technologie namelijk veel harder nodig dan jullie de Chinese markt nodig hebben. Het is aan jullie om te beslissen hoe weerbaar je je wilt opstellen tegenover Chinese druk.’
De kentering in Brussel ten aanzien van China en Taiwan raakte in een stroomversnelling toen Beijing Litouwen in het strafbankje zette. Dat land lijdt onder een informele Chinese economische boycot, omdat het in juli Taiwan een diplomatieke vertegenwoordiging liet openen onder de naam Taiwan, terwijl Beijing voor die officieuze ambassades de benaming ‘Taipei’ voorschrijft – naar de hoofdstad, alsof Taiwan geen land, maar een provincie is. Sindsdien slaan Chinese goederentreinen Litouwen over en komt het Litouwse bedrijfsleven in China niet meer aan de bak.
De EU komt deze week met bescherming voor lidstaten tegen deze pesterijen. Wat kan de EU in dat opzicht leren van Taiwan?
‘Laat je niet zo gemakkelijk intimideren door China! Ik wil niet overdreven kritisch doen, maar Brussel heeft veel ruimere mogelijkheden dan Taiwan. Als China pressie uitoefent op één lidstaat, staan er 26 andere Europese regeringen achter dat land, terwijl Taiwan in zijn eentje China het hoofd biedt. We vertrouwen liever op onze eigen kracht dan dat we ons overleveren aan onze tegenstander, die ons al dan niet in vrede laat bestaan.’
Beijing draaide onlangs de duimschroeven aan met sanctiebeleid voor Taiwanezen met zakelijke belangen op het vasteland. Bedrijven die de campagnekas spekken van Taiwanese politieke partijen, ongeacht de signatuur, komen op een zwarte lijst. Als voorproefje kreeg het Taiwanese conglomeraat Far Eastern Group (FEG), met dertig dochterbedrijven een grote speler in China, boetes van ruim 13 miljoen euro wegens overtredingen van milieu- en arbeidswetgeving.
De afgelopen decennia koesterde Beijing juist de ruim een miljoen Taiwanese zakenmensen op het vasteland, in de hoop dat ze reclame maken voor de Volksrepubliek. Met het oog op toekomstige hereniging kwam de economische verwevenheid tussen China en Taiwan Beijing ook goed uit.
Waarom valt Beijing het zakenleven aan?
‘Taiwanese investeerders waren in de jaren tachtig de ruggegraat van de prille Chinese economische ontwikkeling. Dat tijdperk is voorbij, ze hebben ons niet meer nodig. Afzonderlijke Taiwanese bedrijven werden al gestraft wegens hun politieke kleur en nu spreekt Beijing openlijk over sancties. Ik vind het onverstandig, want Taiwanese zakenlieden gaan daardoor nadenken of elders geen vriendelijker zakenklimaat is dan in China, waar zakendoen steeds moeilijker wordt.’
Volgens uw defensieminister is China binnen vijf jaar klaar voor een invasie. Hoe beïnvloedt dat het leven in Taiwan?
‘De dreiging is reëel. Ik neem niet aan dat al die Chinese gevechtsvliegtuigen met vriendelijke bedoelingen rakelings langs ons luchtruim scheren, maar het dagelijks leven in Taiwan draait niet om oorlogsdreiging. Mensen zijn bezig met het berekenen van hun nieuwjaarsbonus, die hoger uitvalt door 6 procent economische groei. Internationale investeerders laten zich ook niet afschrikken: het geld stroomt naar onze aandelenmarkten.’
Investeerders wedden op twee paarden – China en Taiwan – net als regeringen. Hoe weet u op wie Taiwan bij een conflict echt kan rekenen?
‘Over de VS heb ik geen enkele twijfel. Nooit eerder was onze samenwerking met de Amerikanen zo robuust: die is voor honderd procent vergelijkbaar met samenwerking tussen bondgenoten.
‘De VS steunen ons niet uit altruïsme, maar omdat Taiwan cruciaal is voor hun heerschappij over de Indo-Pacific-regio (het gebied rond de Indische en Stille Oceaan, red.). Daar spreiden vrijwel alle landen hun risico: economisch kijken ze naar China, voor veiligheidsgaranties naar de VS. Washington heeft zo vaak beloofd Taiwan te helpen dat als de Amerikanen verzaken, die landen razendsnel de Chinese kant kiezen. Dan zijn de VS hun overwicht kwijt. Zijn de Amerikanen bereid de Indo-Pacific op te geven? Ze hebben hun strategische focus juist naar de regio verlegd, ze geven Taiwan niet zomaar weg. Zo simpel is het.
‘Nogmaals, het is aan Europese regeringen om te beslissen wat hun nationale belangen zijn. Wij kunnen daar in Brussel niet op aandringen, de Amerikanen misschien wel. Amerikaanse frustratie met de lauwe reactie van de EU op de Chinese uitdaging speelde dan ook een belangrijke rol bij de oprichting van het nieuwe Amerikaanse defensiepact Aukus met Australië en het Verenigd Koninkrijk.’
De afgelopen maanden zijn vooral in Azië bakens verzet. Australië zegt dat het ondenkbaar is u niet te helpen als Taiwan wordt aangevallen. Belangrijk voor Taiwan is de koerswijziging van buurland Japan, dat een conflict in de Straat van Taiwan als bedreiging voor de eigen veiligheid beschouwt. Zag u dat aankomen?
‘De Japanse houding is verrassend. De wereld zit anders in elkaar dan vijf jaar geleden en China is ingrijpend aan het veranderen. Japan illustreert dat de toegenomen bezorgdheid over Taiwan niet zoals vroeger berust op verwantschap met onze democratie: tegenwoordig beseffen regeringen dat een militair conflict rond Taiwan ook hun nationale belangen schaadt. Die internationale steun betekent voor ons het verschil tussen leven en dood. Wie ons wil helpen met onze verdediging is welkom. Taiwan is geen willige prooi.’
China ziet Taiwan sinds de revolutie als een afvallige provincie
Taiwan is sinds de Chinese communistische revolutie van 1949 een pion op het schaakbord van de geopolitieke rivaliteit tussen China en de Verenigde Staten. China beschouwt Taiwan als een afvallige provincie, die moet worden ingelijfd. Taiwan gedraagt zich onafhankelijk met een zelfstandige regering en een eigen politiek systeem, vlag en munteenheid, maar Taiwanese presidenten vermijden formeel de onafhankelijkheid uit te roepen, omdat China dat volgens een anti-afscheidingswet uit 2005 militair afstraft.
Van 1683 tot 1895 hoorde het oorspronkelijk door inheemse volkeren bewoonde eiland, dat ook nog een tijdje een Spaanse en Nederlandse kolonie was, bij het Chinese keizerrijk. Nadat de Chinese Qing-keizer een oorlog met Japan had verloren, ging Taiwan als kolonie naar Japan. Na de Tweede Wereldoorlog wezen de geallieerden Taiwan toe aan Chiang Kai-shek, die in 1912 de Republiek China (ROC) op het vasteland vestigde. Toen de communisten hem in 1949 verdreven en de Volksrepubliek China uitriepen, vluchtten Chiangs nationalisten naar Taiwan.
Voor de VS was Chiangs ROC op Taiwan een kapitalistische dominosteen tegen het communisme. In 1971 verloor het eiland zijn zetel bij de Verenigde Naties ten gunste van China. De VS lieten Taiwan destijds in de steek, omdat ze ideologische tweespalt tussen de Sovjet-Unie en China wilden uitbuiten door toenadering te zoeken tot Beijing.
Tegenwoordig wordt Taiwan door slechts veertien landen en Vaticaanstad diplomatiek erkend. Washington helpt Taiwan met wapenleveranties, zodat het eiland zich tegen China kan verweren, maar houdt opzettelijk vaag of de VS aan Taiwanese zijde tegen China zullen vechten. Als Washington China onder druk wil zetten, halen de VS de banden met Taiwan aan. Vandaar dat Taiwan mag meedoen met de Democratie-top van de Amerikaanse president Joe Biden. Maar komen innige relaties met China de VS goed uit, dan staat Taiwan aan de zijlijn.