Een knipoog is één bit informatie
Scientific American vraagt ruim tien gulden en een paar uur van onze tijd voor het genoegen ons in te lichten over de stand van zaken in de informatietechnologie....
Op het eerste gezicht lijkt er een smetje te kleven aan de uitwerking van het plan. Het themanummer is voornamelijk gevuld met herdrukken van artikelen die in vorige afleveringen hebben gestaan, vanaf 1991 tot nu. Het lijkt niet verstandig om met oud materiaal te komen in een vakgebied dat zo snel aan het veranderen is als de informatietechnologie, maar het resultaat valt bepaald mee. Vrijwel nergens is de visie van de schrijvers achterhaald door de technische ontwikkelingen, en waar nodig zijn de artikelen geactualiseerd.
Niet zonder reden laat de uitgever weten hoe het blad technisch tot stand is gekomen. Het computergehalte in de grafische industrie is in korte tijd sterk toegenomen, waarbij ook in toenemende mate moderne telecommunicatietechnieken worden gebruikt. Reden genoeg om aan de vervaardiging van het eigen produkt aandacht te besteden in dit nummer van het 150 jaar oude Scientific American.
Zo is aan de produktie van de tweehonderd pagina's geen film meer te pas gekomen om platen te maken voor het drukproces, maar heeft de uitgever gebruik gemaakt van een nieuwe techniek, die dit chemische proces overslaat. Verder zijn de foto's gedigitaliseerd voor ze werden bewerkt, is de inkt samengesteld uit milieuvriendelijke grondstoffen (soja) en is chloorvrij papier gebruikt. Naast de papieren uitgave is tevens een elektronische gepubliceerd, die op een bulletin board te lezen is via pc en modem.
De inhoud concentreert zich op de vrij recente fusie van computer en communicatie. Het zenden en ontvangen van elektronische post (e-mail) op personal computers is daar slechts een voorbeeld van; er is veel meer aan de hand. De implicaties van dat samengaan van pc en telecommunicatie zijn nog nauwelijks te overzien. Een aantal aspecten daarvan komt aan bod.
Ergens in het blad wordt gesignaleerd dat de computer nog niet zo lang geleden bestond uit letterlijk een kamervol elektronica die omgeven moest worden door in het wit gekleden misdienaars, en die op zijn best vijfhonderdduizend instructies per seconde kon uitvoeren. Nu bestaat de pc in feite uit een chip van een vierkante centimeter die twintig keer zo snel kan werken. Deze krachtexplosie en miniaturisatie gingen op met vergelijkbare ontwikkelingen in de telecommunicatie. Zo wordt koperdraad, dat maximaal een miljoen bits per seconde kan vervoeren, in snel tempo vervangen door glasvezel, dat nu al vele miljoenen en straks wellicht miljarden bits aan gegevens kan doorlaten in een seconde.
Het samengaan van computer en communicatie heeft al veel veranderd in ons dagelijks leven, maar blijkens de verhalen in Scientific American mogen we nog veel verwachten. De onderwerpen die worden behandeld, variëren van platte beeldschermen tot intuïtieve instructies (via windows, iconen, nabootsingen van bureaubladen), van multimedia tot virtual reality en van micro lasers tot 'liegen met beelden' (fotomanipulatie).
Vinton Cerf, een Internet-specialist van het onderzoekcentrum CNRI legt uit wat 'kennisrobots' zijn en wat ze kunnen doen voor ons: 'Knowbots zijn programma's die van machine naar machine gaan (pc's op een netwerk) en zichzelf mogelijk ook klonen. Ze ondersteunen parallelle computertaken en communiceren met elkaar, met het netwerk en met de gebruiker. In de toekomst kan veel van de communicatie tussen computers verlopen via knowbots die het net zijn opgestuurd om taken voor ons te verrichten.'
Prof. E. Desurvire van de Columbia-universiteit vertelt van zijn ervaringen met de bouw van een nieuwe generatie glasvezels die sneller zijn en minder versterking nodig hebben bij het zenden van data dan de koperen draden van nu. Een verdediger van het recht op privacy legt uit wat de gevaren - maar ook de voordelen - zijn van grote openheid op de nieuwe informatiesystemen en signaleert dat het conflict tussen beide alleen maar scherper wordt.
Veel toekomstschetsen ook, in dit nummer; nu echter eens niet uit de losse pols geschreven, maar met een verwijzing naar bestaand onderzoek. De grote economieën in de wereld worden minder industrieel en meer service-gericht, en steeds grotere aantallen werknemers in die service-economieën zullen hun werk thuis (kunnen) doen dank zij computernetwerken. Communicatie verloopt meer en meer elektronisch, waarbij tekst wordt aangevuld met bewegend beeld en geluid.
Hoe belangrijk dat beeld is, legt Nicholas Negroponte van Media Lab en passant uit: 'Als je tijdens een etentje knipoogt naar je vriendin, kan dat met enige fantasie worden vertaald als één bit aan informatie. Om de betekenis van die knipoog uit te leggen aan een vreemdeling heb je wellicht honderdduizend bits nodig. In feite heb je met dat beeld een datacompressie bereikt van honderdduizend op een.' Datacompressie is een hot item in deze wereld, omdat steeds grotere hoeveelheden data moeten worden verstuurd om alle mogelijke nieuwe functies te kunnen uitvoeren.
Andere ontwikkelingen:
* in de komende jaren krijgen computers een heel andere vorm dan de dingen die nu op ons bureau staan. In feite zullen ze allerlei vormen krijgen, zullen ze steeds minder herkenbaar zijn en vrijwel gedachteloos worden gebruikt;
* elektronisch winkelen wordt normaal;
* je kunt straks speelfilms bestellen via optische kabels en draaien op het huiskamerscherm;
* nu al worden voor miljarden guldens aan elektronische transacties gesloten op markten die nooit sluiten en door financiers die elkaar nooit hoeven te zien. Straks betalen we ook de boodschappen via het net of reserveren we er een tafel mee in een restaurant;
* de schermen waarop al die informatie wordt geprojecteerd, krijgen een andere vorm, een grotere leesbaarheid en mooiere kleuren. En vooral: ze worden platter. Het superplatte televisiescherm dat werd gebruikt in de film Total Recall (1990, met Arnold Schwarzenegger) is een goedkope decorstunt vergeleken met de schermen die binnen tien jaar in onze huiskamers hangen.
Prof. M. Dertouzos van MIT schildert de schaduwzijden van de huidige informatie-eeuw. 'Zullen deze nieuwe technologieën de kloof verwijden tussen arm en rijk? Ik verwacht van wel. Zullen zij ons overspoelen met 'infojunk', een berg aan informatie die irrelevant is voor ons? Ja. Maar we kunnen die technologieën tevens gebruiken om ons af te schermen van die gevaren.'
Gerard Geradts
Scientific American: The computer in de 21st century; ¿ 10,90