Interview
Een ideale oplossing voor de zaak-Yago R. is er niet
Eigenlijk zouden IS-strijders moeten worden berecht in Syrië en Irak, zeggen experts, maar daar zitten wel erg veel haken en ogen aan. ‘Een internationaal tribunaal, geflankeerd door lokale rechtbanken, zou nog de minst slechte oplossing zijn.’
Met betrekking tot Yago R., de uit Arnhem afkomstige IS-strijder die graag wil worden gerepatrieerd, ziet Nederland zich tegenover netelige dilemma’s geplaatst. Het geeft, net als de andere EU-lidstaten, geen gehoor aan de wens van de Koerden om ‘hun’ Syriëgangers terug te nemen. In feite geeft het de Koerdische autoriteiten daarmee de vrije hand om Yago R. en zijn medestrijders vrij te laten – of uit te leveren aan de Syrische of Irakese autoriteiten.
Maar dat brengt weer het reële risico met zich mee dat zij worden veroordeeld tot draconische straffen waar ons Wetboek van Strafrecht niet in voorziet. Het gros van de Nederlanders zal daar vermoedelijk geen problemen mee hebben, maar de Nederlandse overheid heeft de grondwettelijke verplichting tegenover onderdanen om hen voor ernstige schendingen van hun mensenrechten te behoeden.
‘Het is een precair dossier’, stelt terrorismedeskundige Bart Schuurman, universitair docent aan de Universiteit Leiden, dan ook ten overvloede vast. Om daaraan toe te voegen dat de formalistische argumenten voor de Nederlandse onwil om de Koerden van ‘onze’ IS-strijders te verlossen ‘wel heel mager zijn’. Al was het maar omdat de Koerden, ‘onze beste bondgenoten in de strijd tegen IS’, beter hadden verdiend.
Gruweldaden
Ook hij zit niet te wachten op de terugkeer van verslagen IS-strijders – ‘verschrikkelijke mensen die geen greintje spijt hebben getoond voor de gruweldaden die zij hebben begaan’. Maar toch zou Nederland daaraan moeten meewerken als de Koerden daarmee geholpen zijn. ‘Of je neemt je verantwoordelijkheid als een bondgenoot je daarom vraagt, of je doet niets en neemt op de koop toe dat deze mensen in het rechtssysteem van Syrië of Irak verzeild raken. Met alle kans van dien op heel forse straffen. Maar als we zelf niets doen, kunnen we ook geen bezwaar maken tegen de rechtsgang in die landen. En die mensen hebben welbewust de keuze gemaakt om zich bij de vreselijkste terreurorganisatie van de laatste decennia aan te sluiten.’
Met de repatriëring van IS-strijders zou Nederland weliswaar voldoen aan zijn bondgenootschappelijke plicht tegenover de Koerden, het rechtsgevoel is daar niet noodzakelijkerwijs mee gediend. ‘De hardliners, en dat zijn bijna alle IS-strijders, kunnen in een Nederlandse cel even op adem komen, om zich daarna naar een nieuw strijdtoneel te begeven. We zouden het in Nederland dus maar eens moeten hebben over de strafmaat voor dit soort mensen.’
Een detentie in het land van herkomst is om nog een andere reden onbevredigend: ze draagt niet bij aan de genoegdoening voor de slachtoffers van IS. ‘En die slachtoffers leven niet in Nederland, maar in Syrië en Irak. Dat ergert mij zo aan de aandacht die zo’n Yago R. voor zich opeist: opnieuw gaat het om de daders, en niet om hun slachtoffers.’
Wat Schuurman betreft, zouden mensen als Yago R. een straf moeten uitzitten in de regio waar zij hun misdrijven hebben gepleegd. Daarna zouden zij in Nederland tot ‘een complementaire straf’ veroordeeld kunnen worden – gevolgd door een proces van re-integratie. ‘Dat klinkt soft, maar dat is het in de praktijk niet. Want re-integratie betekent eigenlijk dat deze mensen zolang mogelijk onder controle worden gehouden.’
Niet nagedacht
Advocaat Geert-Jan Knoops, tevens bijzonder hoogleraar politiek van het internationaal recht, staat een vergelijkbare aanpak voor. ‘Een ideale oplossing is er niet. Te meer niet omdat Europa alleen maar nee heeft gezegd tegen de opname van IS-strijders, maar niet heeft nagedacht over de manier die mensen zouden moeten worden berecht. Maar de minst slechte oplossing zou zijn de vestiging van een internationaal tribunaal waarvoor de hoogste mensen in de IS-hiërarchie zich moeten verantwoorden, geflankeerd door lokale rechtbanken. Die zijn, via speciale overeenkomsten, dan wel gebonden aan de internationale juridische standaard. Verdachten die zich voor zo’n lokale rechtbank moeten verantwoorden, hebben dus recht op een advocaat, en zij kunnen niet ter dood worden veroordeeld.’
Een antwoord op de problemen waarvoor de Koerden zich op dit moment gesteld zien, is dit niet, erkent Knoops. Want met de vestiging van zo’n tribunaal zijn vele jaren gemoeid. En dan nog is het de vraag of internationale rechtsregels ingang zullen vinden in het Midden-Oosten. Het doodvonnis dat een lokale rechtbank in 2006 uitsprak over de Irakese dictator Saddam Hoessein wekt in dat opzicht weinig vertrouwen. Maar soms vergt het recht een lange adem, zegt Knoops.
Wat het gemengde model – een internationaal tribunaal voor de kopstukken en lokale rechtbanken voor hun ondergeschikten – voor Yago R. zou kunnen betekenen? Dat hij vóór of na het uitzitten van zijn straf in Nederland ook in Irak of Syrië wordt berecht. ‘Als ter plekke feiten aan het licht komen die niet bekend waren tijdens de rechtszaak die in Nederland tegen hem is gevoerd, is een tweede vervolging in theorie mogelijk.’ Dat laat onverlet dat Nederland is verplicht tot bepaalde vormen van bijstand tegenover hem als onderdaan. Wat hij ook heeft gedaan, en hoe weinig berouw daarover hij ook heeft getoond.
Meer over de zaak-Yago R.
Gevangengenomen Arnhemse IS-strijder Yago R.: ‘IS bood het hele pakketje’
De bij verstek veroordeelde Nederlandse IS-strijder Yago R. gaf zich onlangs met zijn vrouw over aan de rand van de laatste snipper kalifaat. Hij wordt gevangen gehouden door Syrische Koerden en doet zijn verhaal in dit interview. ‘We vroegen ons constant af: komen we hier nog wel levend uit?’
Vroeg of laat ontkomt Nederland er niet aan IS-strijders terug te nemen en te berechten
Het terughalen van strijders als Yago R. is onverteerbaar, volgens Sander van Walsum. ‘Alleen is het alternatief nog erger’, schrijft hij in het commentaar.