RECONSTRUCTIEShreddermoord
Een gruwelijke shreddermoord, zonder enig spoor van het lijk – was het echt gebeurd of slechts grootspraak?
Ad K. biechtte een gruwelijke moord op aan een undercoveragent die hij als vriend beschouwde. Was het grootspraak? Is er überhaupt sprake van moord? Maandag buigt de rechter zich over deze bizarre moordzaak, waarbij geen spoor van het lijk is gevonden en de politie een omstreden methode inzette.
‘En de shredder? Hoe was dat? Daar past een lichaam toch niet in zijn geheel in?’ Patrick de Ridder heeft Ad K. zojuist opgehaald, en zijn Mercedes geparkeerd op een rustig plekje in Nederhemert.
Patrick moet met Ad (50) praten. Want Ad – kaal hoofd, een doorleefd gezicht en een tatoeage in zijn nek – heeft onlangs iets verontrustends gezegd: Ad heeft samen met iemand anders een moord gepleegd, vertelde hij. Zo’n twintig jaar geleden.
En daar wil Patrick het fijne van weten. Hij heeft Ad daarom deze dinsdagmiddag, 16 oktober 2018, opgepikt bij zijn woonboot voor ‘ff een werkbespreking’, zoals blijkt uit de uitgewerkte bandopname uit het politiedossier.
Iemand gaat toch niet in één keer door een shredder, wil Patrick van Ad weten. Dat moet toch in stukken?
Nee, reageert Ad. ‘Hij is er zo helemaal in gegaan. Met plastic en al.’
Vier minuten duurde het, volgens Ad. ‘Rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr.’ Als je er een boomstam doorheen kan duwen, kan je ‘er ook iemand van 90 kilo doorheen gooien. Alles gaat kapot.’
Dat moet ‘drappig’ zijn geweest, zegt Patrick. ‘Waar heb je hem uitgesmeerd?’
‘Op een boerenland, tussen de bloembollen in Noordwijkerhout.’ Volgens Ad weet hij nog waar het was. Ze zouden er zo naar toe kunnen rijden. ‘Er staan tulpen.’
‘Viel dat niet op?’, vraagt Patrick.
‘Nee.’ Het shredderen gebeurde overdag op een industrieterrein vlak bij Amsterdam. ‘Toevallig’ schuin tegenover de plek waar Freddy Heineken in 1983 werd vastgehouden door Willem Holleeder en de andere ontvoerders.
Het ‘uitsmeren’ van lichaamsresten gebeurde ’s nachts. ‘We zijn met de Mercedes ML van mijn vriend over het veld gereden.’
En de shredder? Die hebben Ad en zijn mededader schoongemaakt. Een uurtje of zes waren ze daar wel mee bezig. Daarna brachten ze het gehuurde apparaat terug naar Bo-rent.
Misleiding
Wat de verslaafde Ad K. die dag nog niet weet, is dat hij verstrikt is geraakt in een door de politie gesponnen web van misleiding en bedrog. En dat Patrick een undercoveragent is die Ads bekentenis heimelijk opneemt.
Nu, ruim twee jaar later, voelt Ad ‘zich ongelooflijk in de zeik genomen’. En dat gaat hij maandag ook in de rechtbank zeggen, laat hij vanuit de gevangenis weten. Komende week moet Ad K., met medeverdachte Fred T., voorkomen in een uitzonderlijke strafzaak. Ze worden verdacht van de moord op de veronderstelde drugshandelaar Patrick van Dillenburg.
Ad heeft zijn dossier met de Volkskrant gedeeld. Want, stelt hij, ‘als ik ten onder ga, mag iedereen weten hoe’.
Het is een dossier vol bizarre en onverwachte wendingen. Zo was Van Dillenburg kort voor zijn verdwijning betrokken bij een mislukte ripdeal op de snelweg, zou zijn lichaam eerst zijn begraven, met beton erop, en daarna weer zijn opgegraven, om vervolgens door de shredder te gaan.
De zaak geeft bovendien een zeldzaam inkijkje in een geraffineerd undercovertraject van de politie.
Het is aan de rechtbank om te bepalen of Ad K. een fantast is of een koelbloedige moordenaar. Zijn ‘drappige’ bekentenis aan de undercoveragent – die net als het slachtoffer ‘Patrick’ heet – vormt het belangrijkste bewijs. Al zegt Ad nu dat hij alles bij elkaar verzon op basis van filmscènes uit Fargo en Schatjes.
Ook juristen volgen de zaak met interesse. Want de door de politie gebruikte undercovermethode is inmiddels omstreden. De Hoge Raad scherpte vorig jaar de regels aan om het risico op een valse bekentenis te verkleinen. ‘Deze zaak wordt een testcase voor toekomstige undercovertrajecten’, zegt Sven Brinkhoff, hoogleraar strafrecht aan de Open Universiteit, die het dossier goed kent en onlangs een wetenschappelijk artikel publiceerde over deze veel bediscussieerde ‘Mr Big-methode’.
En dat niet alleen: volgens de verdediging van Ad K. zijn er twijfels of er überhaupt sprake is van een moord. ‘Het lichaam van drugscrimineel Van Dillenburg is nooit gevonden. Er is geen forensisch bewijs’, zegt raadsman Vito Shukrula. ‘Volgens de dossierstukken verdween Van Dillenburg wel vaker zonder iets te zeggen. Het is goed mogelijk dat hij zich na enkele mislukte ripdeals ergens ter wereld schuilhoudt. Zou het geen blamage zijn als Ad wordt veroordeeld en Van Dillenburg vervolgens weer ten tonele verschijnt?’
Het slachtoffer
Het is 3 januari 2002. Patrick van Dillenburg (38) eet die avond bij zijn vriendin als de telefoon gaat. Hij vertrekt direct, zonder te zeggen waarheen. Wel belooft hij snel thuis te komen, zodat hij hun 3-jarige kleuter in bed kan leggen. Later die avond heeft hij telefonisch contact met een andere vriendin. Daarna blijft het stil.
De Surinaamse Nederlander is een bekende in de onderwereld. In april 1991 liet hij zich insluiten in het Amsterdamse Van Gogh-museum, waar hij met drie handlangers twintig schilderijen uit hun lijsten sneed. De daders kwamen niet ver: de vluchtauto kreeg een klapband en het busje met de schilderijen – waarde: 1 miljard gulden – werd een kwartier later aangetroffen bij het Amstelstation.
Eind jaren negentig, nadat hij zijn celstraf voor de schilderijenroof heeft uitgezeten, maakt Van Dillenburg de overstap naar drugshandel, aldus getuigen. Hij zou regelmatig partijen cocaïne vanuit Zuid-Amerika naar Nederland sturen en vaak in landen als Suriname en Brazilië verblijven.
Zijn huis in Amsterdam verhuurt hij onder aan Fred T., die hij enkele jaren eerder leerde kennen in de gevangenis. Fred verleent Van Dillenburg hand-en-spandiensten.
Uit het dossier blijkt dat Van Dillenburg wel vaker van de radar verdwijnt zonder anderen daarover te informeren. Ook zou hij tegenover een getuige hebben gezegd dat hij ‘dit leventje zat was’, een ‘rustig leven wilde’ en dat ‘niemand hem meer zou vinden als hij dat zou willen’.
Toch maken zijn vrienden in Nederland zich in januari 2002 zorgen. In een onbeantwoorde mail schrijft zijn vriendin op de vijfde dag na zijn verdwijning: ‘Ik weet niet waar je bent. Dat is op zichzelf niet vreemd voor mij. Maar in dit geval vind ik dat wel. Het voelt gewoon niet goed.’
Daar heeft ze een goede reden voor. Van Dillenburg is betrokken bij een drugsconflict. Op 31 december 2001, drie dagen voor zijn verdwijning, arriveert een drugskoerier op Schiphol met in haar koffer 46 kilo cocaïne voor Van Dillenburg. Een groep criminele concurrenten probeert hen klem te rijden op de snelweg. Dat mislukt.
Het is niet de eerste keer dat drugsconcurrenten azen op Van Dillenburgs cocaïne. In november werden de koffers van de drugskoerier ook al een keer gestolen. Voor de zekerheid vraagt Van Dillenburg daarom op die 31ste december aan Fred T. om naar Schiphol te komen, als een soort extra bewaker.
Fred neemt op zijn beurt zijn vriend Ad K. mee, die tijdelijk bij hem inwoont. Ad krijgt de opdracht om achter Van Dillenburg en de vrouw aan te rijden voor het geval er iets misgaat. ‘Ik heb alleen goedendag gezegd op Schiphol, niet meer dan dat’, zegt hij daar nu over. ‘Het was de eerste en laatste keer dat ik Van Dillenburg zag.’
Later zal Fred tegenover de politie verklaren dat Van Dillenburg en de koerier na de mislukte ripdeal kortstondig naar zijn huis gaan, om niet veel later te vertrekken. Met de koffers. Ook zegt Fred dat hij in de dagen erna nog contact heeft gehad met Van Dillenburg, en dat hij denkt dat deze gewoon ‘met een hoop geld naar Brazilië is vertrokken’.
Anderen twijfelen aan deze lezing. Vrienden die in de dagen na Van Dillenburgs verdwijning naar hem op zoek gaan, bellen ook bij Fred aan. Daar treffen ze Ad, die een zenuwachtige indruk maakt.
En er is meer. De politie ontvangt een anonieme tip uit het criminele circuit dat Patrick ‘is vermoord en in België is gedumpt’. En in 2003 meldt iemand uit het milieu dat ‘het vermoeden bestaat dat Patrick in zijn eigen woning om het leven is gebracht en dat Fred en Aart/Aad daarbij betrokken zijn’.
De politie doet weinig. Fred wordt ondervraagd, net als enkele andere bekenden van Van Dillenburg. Na een jaar doet Van Dillenburgs vriendin nog een poging om de zaak onder de aandacht van justitie te brengen. ‘Een vermiste crimineel is misschien minder belangrijk voor jullie’, schrijft ze in een brief. Maar zij wil wel één ding weten, voor zichzelf en haar zoon: ‘of hij leeft of dood is’.
En Ad? Die hoort al die jaren niks van justitie.
De undercovers
Het is 27 oktober 2017 als Ad en zijn vriendin Baukje worden aangesproken door een vrouw op de Dutch Design Week in Eindhoven. Het is undercoveragent Sanne. Van haar leidinggevenden heeft ze de opdracht gekregen om een vertrouwensband op te bouwen met ‘targets’ Baukje en Ad.
De zaak is kort daarvoor weer aan het rollen gebracht. Er is een coldcaseteam mee aan de slag gegaan en in mei 2016 volgde een nieuwe tip uit de onderwereld, waarbij opnieuw Ads naam valt.
Baukje is kunstenares, en heeft sinds enkele jaren een relatie met Ad. Samen staan ze die dag bij een kraam op de kunstbeurs. ‘Sanne’ vertelt dat ze een kunstwerk wil kopen, en raakt met Baukje aan de praat.
De vrouwen wisselen gegevens uit, en eind januari 2018 komt Sanne, samen met haar vriend Patrick, langs op de woonboot van Ad en Baukje. Ze willen nog enkele schilderijen laten maken, daarvoor betalen ze vierduizend euro.
Via Sannes ‘kunstliefde’ lukt het de undercoveragenten om steeds vaker af te spreken met Ad en Baukje. Zo hebben ze nog vragen over de belichting van de schilderijen. ‘We raakten aan de praat. Borreltje erbij. Het was gezellig’, zegt Ad daar nu over.
Deze werkwijze, zegt hoogleraar Brinkhoff, wordt ‘vrijwel alleen ingezet bij moordzaken waarbij de politie wel denkt te weten wie het gedaan heeft, maar onvoldoende bewijs heeft voor vervolging’.
Het is een van oorsprong Canadese methode waarbij de verdachte geleidelijk wordt ingepalmd. Hoe vaak het gebeurt, is onbekend. Het zijn veelal langdurige, kostbare undercoveroperaties. Ze worden gezien als een ultieme poging om ernstige misdrijven alsnog op te lossen.
De undercoveragenten worden eerst vrienden met de verdachte en scheppen vervolgens de illusie van een criminele wereld waarin de verdachte veel geld kan verdienen. Maar als de verdachte mee wil doen met zijn nieuwe criminele vrienden, dan moeten ze er wel zeker van zijn dat er geen eerdere misdrijven aan hem kleven.
Vaak is het verhaal dat de baas van de criminele organisatie, de zogenoemde mr. Big, van corrupte agenten heeft gehoord dat de verdachte iets op zijn kerfstok heeft en dat dat mogelijk problemen kan opleveren. Want, stelt de grote baas, hij wil niet in zee met iemand die door de politie in de gaten wordt gehouden. Hoe zit dat, wil de grote baas dan weten. Zegt de verdachte niks, dan gelooft mr. Big hem niet en zijn zijn kansen op lucratieve opdrachten verkeken.
De verdachte
‘Barbecuen bij jullie aan het water? Wij zorgen voor het vlees en de biertjes. Jullie voor de barbecue?’ Het is begin oktober 2018 als undercover Patrick voorstelt dat ‘ze weer eens wat met z’n vieren moeten doen’.
Afgelopen maanden zijn Ad en Patrick hecht geworden. Ze appen bijna dagelijks, drinken biertjes en gaan soms samen op pad. De undercoveragenten nemen Baukje en Ad zelfs een paar keer op hun kosten mee uit eten, onder meer naar het chique Okura-hotel in Amsterdam. ‘Undercover-Patrick had een dikke Mercedes ML en hij nam het niet zo nauw met de snelheid’, laat Ad vanuit de gevangenis weten. ‘Over boetes maakte hij zich ook niet druk. Het was een beetje een macho-type.’
Wat Patrick precies voor werk doet, weet Ad niet. Iets met vals geld, cryptomunten en boten, denkt hij. Een ‘schimmige wereld’. Maar dat maakt de Brabander niet zoveel uit. Ad heeft zelf ook geen lelieblank verleden.
Ad is al jaren verslaafd, en heeft in verschillende landen in de cel gezeten. Zo zat hij twee jaar vast in Thailand wegens het bezit van softdrugs. En hij heeft Spaanse en Arubaanse cellen van binnen gezien, wegens drugsdelicten en landloperij.
Maar in 2018 gaat het relatief goed met Ad. Al heeft hij onlangs wel een knieoperatie gehad, kampt hij met geldproblemen en belt hij stiekem nog geregeld met zijn dealer. Zijn verslaving – hij rookt cocaïne – houdt hij voor Baukje én undercover-Patrick verborgen. ‘Dat zou niet goed overkomen’, zegt hij daar nu over.
Het stel leeft van een uitkering, van Baukjes schilderijen en van het geld dat Ad soms verdient als hij in opdracht van derden een busje met honderden kilo’s wiet naar België brengt ‘voor een rug’.
Ook heeft Ad afgelopen maanden wat bijverdiend dankzij Patrick. Zijn nieuwe vriend vroeg hem mee op een incasso-klus en Ad heeft wel eens een usb-stick bij een onbekende in een Van der Valk-hotel afgeleverd. Op de usb-stick zou witwasinformatie hebben gestaan. Per keer verdient hij een paar honderd euro. En, denkt Ad, Patrick heeft nog meer goed betaalde klussen voor hem in het vooruitzicht. Zo wordt er gesproken over een grote klus in Portugal, waarbij, denkt Ad, hij een boot met vals geld mag varen naar het Verenigd Koninkrijk.
Hij kan het geld goed gebruiken. Ad, die goed kan koken, heeft namelijk een droom: een krokettenrestaurant in Cambodja. Zo is hij dichter bij zijn Thaise tienerdochter Angie. Thailand is voor Ad geen optie meer. Hij mag het land niet in na zijn drugsveroordeling.
Voordat een echte samenwerking kan beginnen, wil undercover-Patrick in oktober 2018 eerst meer van Ads verleden weten. Een maand eerder heeft Ad in Patricks Mercedes voor het eerst over een moord verteld, maar dat gesprek is door de verborgen afluisterapparatuur niet goed geregistreerd. De motor van de auto maakte te veel geluid. Ditmaal heeft de undercoveragent de auto geparkeerd, en wordt Ads bekentenis wel goed opgenomen.
Zo vertelt Ad over het slachtoffer dat ‘ook Patrick’ heette en reageert undercover-Patrick daarop met verbazing: ‘Dat meen je.’ En op de informatie dat mededader Fred destijds ook in een Mercedes ML reed, een vergelijkbaar model als van de undercoveragent, antwoordt Patrick: ‘Echt waar?’
Ook vertelt Ad dat het slachtoffer niet meteen de shredder in ging. Eerst werd Van Dillenburg neergeschoten, op een industrieterrein buiten Amsterdam. De plek zou medeverdachte Fred hebben uitgekozen, omdat daar destijds in een caravan een oude clown woonde die Fred weleens hielp bij klusjes.
Volgens Ad ‘ketste de eerste kogel af’ op Van Dillenburgs jas. De volgende drie waren wel raak. ‘Maar toen kwam er nog lucht uit.’ En dus pakte Ad, daarna ‘flink uit’ en sloeg hij ‘de halve kop’ kapot. ‘Totdat ik niks meer hoorde.’ Vervolgens, vertelt Ad, heeft hij samen met Fred het slachtoffer met een ‘bobcatje begraven’ en ‘beton erop gegooid’.
Ook toen was het nog niet voorbij. ‘We dachten dat iemand het wist. We hebben hem eruit gehaald en in de shredder gegooid.’
Hoe lang lag het slachtoffer er toen al?, wil nep-Patrick weten.
‘Ik denk een maandje of twee’, antwoordt Ad.
‘Een maandje of twee? God. Hoe zag dat eruit?’
‘Ja. Niet.’
Is er nog iemand anders op de hoogte van de moord, vraagt de undercover-Patrick tot slot.
‘Nee’, zegt Ad. Alleen hij en Fred weten ervan. En de Surinaamse drugscriminelen natuurlijk, die Fred en Ad wegens de drugsruzie de moordopdracht zouden hebben gegeven. Zij zouden een polaroid hebben gekregen van het lijk, als bewijs. ‘Zwijgen is goud, ducttape is zilver’, verzekert Ad zijn vriend.
Mr Big
Nu, aan de vooravond van zijn proces, zegt Ad dat hij het ‘slachtoffer’ is van een ‘psychologisch spel’. Uit stoerdoenerij zou hij een gruwelijk ‘broodje aap’-verhaal hebben verteld. ‘Patrick had me voorgehouden dat ik bakken met geld kon verdienen als ik voor hem zou gaan werken. Ik wilde laten zien dat ik een gevaarlijke man kon zijn als de pleuris uitbrak.’
Klopt het wat Ad zegt? Die kans bestaat, zegt Robert Horselenberg. De rechtspsycholoog is verbonden aan Maastricht University en kan ‘zich boos maken’ over deze ‘kostbare vorm van manipulatie’ door justitie, waarbij de kans op een valse bekentenis ‘knettergroot’ is. ‘Bij de Mr. Big-methode jaagt de politie op een bekentenis. De undercoveragenten gaan door totdat de verdachte bekent. En dat terwijl we uit de wetenschap juist weten dat de kans op een valse bekentenis groter wordt als je mensen afhankelijk van je maakt, valse hoop geeft en hen een beloning in het vooruitzicht stelt.’
Hij is niet de enige die er zo over denkt. In Canada is de hoogste rechter zeer kritisch na een rechterlijke dwaling, zegt hoogleraar Sven Brinkhoff. ‘Het uitgangspunt is daar dat de Mr. Big-methode een onbetrouwbare uitkomst oplevert.’
Om gerechtelijke dwalingen te voorkomen, oordeelde ook de Nederlandse hoogste rechter vorig jaar in twee andere moordzaken dat de Mr. Big-methode voortaan veel strenger moet worden gecontroleerd door de rechtbank. Het proces tegen Ad K. en Fred T. wordt het eerste dat volgens de nieuwe, strengere regels zal worden beoordeeld.
Roedel wouten
‘Ik geef je de kans om open kaart te spelen.’ Opnieuw zitten undercoveragent Patrick en Ad in de geparkeerde Mercedes. Patrick heeft Ad op 24 januari 2019 opgehaald, wederom om te praten.
Want Patrick heeft hij via zijn corrupte ‘contact bij de kit’ informatie van het Team Criminele Inlichtingen gekregen. Informatie over Ad. Hij laat hem een foto zien van een document waarop staat dat Ad en Fred mogelijk betrokken zijn bij de verdwijning van Van Dillenburg. Het lichaam zou niet door de shredder zijn gegaan, maar zijn gedumpt in België.
Ad moet ‘100 procent eerlijk’ tegen hem zijn, zegt hij. En meer details geven, zodat Patrick er zeker van kan zijn dat het lijk nooit gevonden wordt. Eventueel zou nep-Patrick er zelfs voor kunnen zorgen dat het lijk voor altijd verdwijnt.
Ad moet het nu vertellen. Anders kan hij die klus in Portugal vergeten. Want Patrick wil ‘geen roedel wouten achter zich aan’, zegt hij. Hij kan geen risico’s lopen. Dat kan hij niet maken tegenover de mensen met wie hij samenwerkt. Dan zou hij ‘zijn kop op het hakblok leggen’.
En dus wil hij van Ad weten wat er precies klopt van het shredder-verhaal dat hij enkele maanden eerder vertelde. Patrick kan zich haast niet voorstellen dat Ad ‘onderdelen’ van een lijk op een bollenveld uit een auto heeft ‘gehobbeld’. ‘Ik vond het wel een mooi verhaal. Daar niet van’, zegt Patrick. Maar is het niet te fantastisch?
‘Dat is geen lulverhaal’, houdt Ad vol. Van Dillenburg is echt in de shredder verdwenen, zegt hij keer op keer. Maar Patrick houdt zijn twijfels.
En Ad? Die ziet lijkbleek, constateert de undercoveragent.
Plaksnorren
In hoeverre heeft Ad zijn bekentenis geheel vrijwillig afgelegd? En is deze valide en controleerbaar voor de rechter? Dat zal komende week een van de belangrijkste vragen worden in de rechtbank. In het specifieke geval van Ad komt daar nog een vraag bij: was de verdachte met zijn verslaving, chronische geldproblemen en kroketterie-droom niet een te kwetsbare prooi voor undercover-Patrick in zijn glanzende Mercedes?
Want in de praktijk betekent het arrest van de Hoge Raad dat de rechters veel meer dan voorheen het hele undercover-proces onder de loep moeten nemen, zegt hoogleraar Brinkhoff. ‘Van a tot z, om te controleren of er geen ongeoorloofde druk is uitgeoefend. Tot nu toe zag je in de dossiers dat de undercoveragenten pas uitgebreid gingen rapporteren als er een bekentenis in zicht kwam.’
Ook werden in eerdere zaken gesprekken met de verdachte nauwelijks opgenomen, tot frustratie van advocaten die vonden dat het werk van de undercoveragenten zo onvoldoende te controleren was. Brinkhoff: ‘In Nederland was altijd het argument hiervoor dat verborgen opnameapparatuur de undercoveragenten in gevaar zou kunnen brengen als deze ontdekt werd. Maar uit een Utrechtse zaak blijkt dat undercovers juist vanwege hun veiligheid een live-verbinding hadden met hun collega’s. Dus dat argument gaat in elk geval niet altijd meer op. In het buitenland wordt alles wel standaard opgenomen.’
In de zaak van Ad K. ging het heimelijk verstopte opnameapparaat aan na een jaar, nadat Ad aan een undercoveragent iets had losgelaten over een misdrijf waar hij naar eigen zeggen ‘tbs voor kon krijgen’. Tijdens drie afspraken die volgden, vroeg undercover-Patrick door en werden de gesprekken vastgelegd. Om toch inzicht te geven in het voortraject hebben de betrokken undercovers eerder dit jaar – professioneel geschminkt met plaksnorren, brillen en pruiken om herkenbaarheid te voorkomen – verklaringen afgelegd bij de rechter-commissaris.
Zo verklaarde undercoveragent Patrick dat Ad ‘zelf is gaan praten over wat er ooit gebeurd was’, dat de verdachte spontaan met het verhaal over de moord kwam en dat hij Ads claim dat ze ‘tegen elkaar opschepten’ niet kan plaatsen. Wat het Openbaar Ministerie betreft heeft het undercovertraject dan ook ‘toelaatbaar en voldoende betrouwbaar bewijs opgeleverd’. De bekentenis is bovendien niet het enige bewijs tegen Ad, voegt een woordvoerder toe.
Een geest
‘Ik zal er wel uitzien alsof ik een geest heb gezien’, zegt Ad vlak nadat Patrick hem die 24ste januari weer bij zijn woonboot heeft afgezet.
‘Zo heb ik jou nog nooit gezien’, constateert ook Baukje.
Ad trilt, en wil nu een ‘borreldrankje’ en een joint om rustig te worden, blijkt uit de heimelijk door justitie gemaakte opname in de woonboot. Maar wat het stel verder precies zegt, is onduidelijk – slechts flarden van het gesprek zijn geregistreerd, blijkt uit de uitgetypte tekst van de opname, die in het dossier zit.
‘...vuurwapen...’
‘...maak mij wel zorgen...’
‘...moet je misschien wel jaren zitten...’
Ad zit die middag continu te zuchten, te steunen en te kreunen. ‘Dit’, zegt hij die dag bovendien, ‘waren efkes de heftigste 10 minuten in de laatste 20 jaar.’
Hoe dat precies zit? Ook dat zal de rechter komende week van Ad willen horen. Duiden die uitspraken er niet op dat Ad toch iets te maken heeft met Van Dillenburgs verdwijning, zoals het OM stelt?
Volgens Ad is dat onzin. Hij schrok toen hij dat politiedocument onder ogen kreeg, laat hij vanuit de gevangenis weten. Omdat zijn ‘lulverhaal uit stoerdoenerij’ daarin opeens zwart op wit bleek te staan. ‘Toen kwam het heel dichtbij’, zegt hij. ‘Ik dacht: hoe ga ik mezelf hier nou weer uitlullen?’
Ander bewijs tegen Ad
Behalve de bekentenis beschikt justitie over meer belastend bewijs tegen Ad. Zo zijn er twee getuigen die hebben verklaard dat Ad ook hen over een moord heeft verteld. Een van hen is de ex-vriendin van Ad. Zij is een verslaafde prostituee. Samen gebruikten ze drugs. Ad zou haar hebben verteld dat hij betrokken was geweest bij een moord, hij zou iemand ‘hebben weggemoffeld’ in ‘cement’. De getuige verklaart tevens dat ze eigenlijk niet kan geloven dat Ad dit heeft gedaan, en dat ze het misschien gedroomd heeft.
Ook een voormalige vriend van Ad heeft een verklaring afgelegd. Tijdens zijn eerste politieverhoor zei hij nooit over Patrick van Dillenburg te hebben gehoord. Maar tijdens zijn tweede verhoor, in de zomer van 2019, vertelde hij een verhaal dat deels overeenkomt met het verhaal dat Ad vertelde aan de undercoveragent. Volgens advocaat Shukrula zijn hier wel kritische kanttekeningen bij te plaatsen: deze getuige geeft toe voorafgaand aan het tweede verhoor in de media over de zaak te hebben gelezen en hij heeft bij de politie geïnformeerd hoe het zat met de 20 duizend euro tipgeld.