Een fraai staaltje van nepnostalgie op de Muur
Sport is doordrenkt van nostalgie. In de sport zijn ze per definitie tegen elke verandering, meestal om nostalgische redenen. Daarom wordt voetbal nog altijd met elf tegen elf gespeeld, terwijl negen tegen negen veel logischer zou zijn. Daarom hangt het net bij tennis nog even laag als toen de gemiddelde tennisser 1.50 meter was en daarom houden ze in het schaatsen de tien kilometer maar op het programma, hoewel alleen Nederlanders daar nog voor te porren zijn.
In Vlaanderen ontstond dit weekeinde grote consternatie over de verwijdering van de Muur van Geraardsbergen uit het parcours van de Ronde. Er was daarbij sprake van nepnostalgie: de eerste Ronde van Vlaanderen werd verreden in 1913, zonder de Muur. Die kwam in 1950, en daarna niet eens elk jaar. Pas in 1981 werd het lusje van de Kapelmuur eraan vastgeplakt en groeide de Muur uit tot de mythische Muur, geboortegrond van helden, sinds oude tijden scherprechter in de Ronde.
Die Muur werd bezongen door Alex Roeka: Ja, dit is de Muur en hij is diep en vuil/ Een spleet, gat, knekelkuil. Hoe kom ik eruit?/ Hij hangt aan mijn rug als een blok beton,/ Knijpt de godvers uit mijn droge tong.
Hij werd poëtisch geëerd door Willie Verhegghe: Benen breken in een helse kramp,/ hoofd en adem haperen bij zoveel vertoon/ van hoog en steil en bijna niet te temmen./ De Muur slaat zijn porfieren klauwen uit,/ maait als een oorlog jonge mannen weg.
Geen wielerjournalist die niet minstens één verhaal aan de mythe heeft bijgedragen, geen renner die de Muur niet tenminste eenmaal een moordenaar heeft genoemd. En wielertijdschrift dat zich zelfs naar De Muur vernoemde.
Zo werd langzaam maar zeker het bijna mystieke verhaal van de Ronde en De Muur gevormd en de onverbrekelijke band tussen beiden gesmeed. Die blijkt nu een illusie, en dat is voor de nostalgicus onverdraaglijk.
De fietsende fine fleur van de Volkskrant-redactie reed afgelopen zaterdag door een gelukkig toeval de nieuwe finale van de Ronde van Vlaanderen: Oude Kwaremont, Paterberg, Koppenberg. Onze conclusie, nog nabevend van schrik en inspanning: een fantastisch slotakkoord, die de herinnering aan de Muur binnen één jaar zal doen vervagen.
Prachtig landschap, loodzwaar, alle ingrediënten voor wielerheroïek, oneindige bron van verhalen, veruit de mooiste finale van alle klassiekers: zie de mannen vallen, zo niet op de Pater- dan toch wel op de Koppenberg.
Typisch een finale die nostalgici in het geweer zal roepen, als over dertig jaar iemand besluit dat het weer eens anders moet.
undefined