EEN ENORME HONGER NAAR EXTASE

Ze gaan massaal naar de EOjongerendag. Of naar de lezing over de islam, die buiten het normale moskeebezoek om wordt gehouden....

GRETA RIEMERSMA

'BEN JIJ CHRISTEN?', vraagt een twintigjarige jongen die een buitenstaander eerder zou verwachten op de TT in Assen dan op de EO-jongerendag in Utrecht. Als het antwoord ontkennend luidt, vervolgt hij: 'Wat denk je dat er met je gebeurt als je dood gaat? Je wordt toch niet op de wereld gezet om zeventig jaar te leven en daarna niets meer te zijn?'

'Wij zijn christenen', had zijn vriend Manuel Lamadrid uit Rotterdam eerder al gezegd. 'Ik geloof in God en het eeuwige leven. Maar dat betekent niet dat ik een beter mens ben dan jou, hoor.' Hoewel? Volgens Ronald Speksnijder uit Vlaardingen verschijnt elk mens na de dood voor God, die ons vervolgens naar links of naar rechts wijst. Het staat in de bijbel, toch? 'Het doel van het leven is een voorbereiding op het eeuwige leven.'

Er zijn dagen dat zelfs de grootste heiden geneigd moet zijn die bewering voor waar aan te nemen. Zoals zaterdag. Het is koud en het regent op de EO-jongerendag. In de bus van het centraal station naar Stadion Galgenwaard staat op beslagen ramen geschreven: 'God is vrede. Olé, olé.' Eerst kaatsen geschreeuwde teksten heen en weer: 'FC Groningen', 'Ajax'. Dan klinkt er eensgezind een lied: 'Jezus Christus, halleluja.' Bij aankomst zegt een meisje: 'Ik hoop dat de Here ons niet meer regen geeft.'

Het mag niet zo zijn. Een groot deel van de dag laat het veld van Stadion Galgenwaard een wild schilderij van paraplu's zien. De spandoektekst 'EO, jong, snel, wild, dat wil jij toch ook?' vervaagt. Apparatuur op het podium is bedekt met oranje zeil. De piano is verregend. De Ronduit Praiseband die liederen had zullen begeleiden, komt nauwelijks tevoorschijn. Het programma wordt aangepast. Sprekers houden het kort, 's middags treden zangers alleen met gitaren op. Buiten het stadion sprinten geregenjackte EO-jongeren van hotdogstand naar poffertjeskraam.

Maar de 23 duizend bezoekers van de EO-dag schijnt het niet te deren. Ze laten rustig hun I Jesuspetjes en hun motorjacks met achterop de woorden 'Jezus redt' natregenen als dat moet. Aan het eind van de dag zal presentator Bert van Leeuwen zijn publiek voorleggen: 'De discussie zal nu op gang komen of we het volgend jaar in een zaal moeten doen. Ik vraag aan jullie: komen jullie hier terug ook al sneeuwt het?' En dan gaat er een gejuich op dat niet zou misstaan bij een doelpunt van FC Utrecht.

'Het is toch heftig, zoveel jongeren bij elkaar?', antwoordt Ronald Speksnijder op de vraag wat er zo leuk is aan de EO-jongerendag. Twee meisjes uit Dordrecht vermoeden dat een aantal jongeren komt voor de Pinkpop-achtige sfeer of voor de artiesten, zoals Kenny Marks, die in de gospelwereld een zanger van naam schijnt te zijn. Maar zij zelf zijn zaterdag afgereisd naar Galgenwaard 'voor de Heer.'

Is religie in onder jongeren? Wie bedenkt dat een EO-jongerendag de laatste jaren meer dan twintigduizend bezoekers trekt, dat een beweging als New Age opkomt - zij het dat die ook aantrekkingskracht heeft op ouderen -, dat steeds meer moslimvrouwen, maar ook -meisjes zich aan hun hoofddoek doen kennen, zal zich moeilijk aan de indruk kunnen onttrekken dat de hang naar spiritualiteit niet iets is waarvoor een jong mens zich vandaag de dag hoeft te schamen.

Zelfs de antroposofie is onder jongeren niet dood, al valt onder hen nauwelijks nog een langharige 'socio' met schapewollen trui te ontdekken - om bij het stereotype beeld te blijven. In 1991 kwamen dertig man in Driebergen bij elkaar om de Jongerengroep Antroposofie Nederland (JAN) op te richten. Vele bijeenkomsten over thema's als 'Reïncarnatie en karma' en 'Problemen in voormalig Joegoslavië' later heeft de organisatie een bestand van 250 adressen. 'Maar we willen niet geassocieerd worden met geitewollensokken-types en kruidenthee op een zolderkamertje', aldus Edward de Boer, een van de oprichters.

'Er is een enorme honger naar extase', zegt hij. 'Vroeger ging je naar de mis. Het contact hebben met de kerk was het beleven van een toppunt, een piek. Het geloof van jongeren nu zit vol van dat soort pieken, maar niet langer in de kerk. Houseparties leveren een ontzettende kick op. Ik denk dat vooral jongeren behoefte hebben aan een kick.'

Wat te denken van EO-jongerendagen? Peter Kapenga: 'Je zingt samen, je bidt samen, het is allemaal geweldig. Het bij elkaar zijn is ook een soort extase.' Het zoeken naar een hoogtepunt zou bovendien kunnen worden gezien in het bezoeken van massale popconcerten, drugsgebruik, gokverslaving, computerspel-verslaving, bungy-jumping. 'Men zoekt enorm extreme vormen om uit de sleur van het dagelijks leven te breken', vindt Merlijn Trouw.

Edward: 'Jonge mensen hebben idealen. Ze gaan voor wat het sterkste is. Dat is volgens mij een kenmerk van jong zijn in deze tijd. Als de indrukken die ze krijgen heel sterk zijn, hebben ze het gevoel dat ze iets beleven. Daarom kan het nationaal-socialisme tegenwoordig ontzettend machtig overkomen. Jongeren hebben behoefte aan spektakel en sensatie.'

Ouderen worden wellicht workaholic, maar het komt op één ding neer, vindt Peter: 'Het ontwijken van reële vragen.' De Oostenrijkse filosoof Rudolf Steiner biedt hen met de antroposofie die hij heeft ontwikkeld het middel om die 'fundamentele vragen' te beantwoorden, om 'jezelf te leren kennen'. Edward: 'Het is geen pil die je slikt, maar een weg die je gaat.' Merlijn: 'Maar het is ook een appèl om je uiteen te zetten met de wereld. De antroposofie is op alle maatschappelijke vlakken bezig.' Van biologisch dynamische landbouw tot vrije scholen: een leraar die probeert 'spiritueel' les te geven, is iets anders dan geld storten op giro 777, menen ze.

En nee, al valt de naam van Steiner tijdens het gesprek meer dan eens, hij is niet hun god, benadrukken ze. Ze refereren aan een gezegde van de filosoof: 'Ik wil niet vereerd worden, maar begrepen worden.' Edward: 'Iedereen is zijn eigen goeroe, zou je kunnen zeggen.' Merlijn: 'Als je hem vereert, leer je jezelf nog niet kennen, ga je nog niet actief met de wereld aan de slag.'

Is het waar wat de drie aanhangers van de antroposofie beweren en wat kan worden afgeleid uit het massale EO-bezoek aan een verregend stadion in Utrecht: dat jongeren 'de extase' vooral zoeken buiten de gevestigde instituten om? Malika Amzourou, die werkt bij de Nederlandse Moslim Omroep en lezingen organiseert voor moslimjongeren van de Libische organisatie Al Dawa Al Islamia te Utrecht, bevestigt dat.

'Als de moskee zich puur bezighoudt met bidden, dan zijn er weinig jongeren. We moeten eerlijk zijn. Als er tafeltennis of voetbal wordt georganiseerd dan komen er veel meer. In Turkse moskeeën heb je vaak een snackbar. Dat trekt jongeren.' Tijdens de eerste lezing die zij organiseerde over de islam, buiten het normale moskeebezoek om, zat de zaal vol met 1500 zielen.

Malika: 'Je merkt dat er meer vragen komen. Je krijgt telefoontjes: wanneer is er weer zo'n lezing?' Ze vertelt dat jongeren vaak niet goed met hun twijfels bij de imam terecht kunnen, als deze uit Marokko, Libië of Egypte komt - afgezien van het taalprobleem. Als vrouwen aan zo'n imam vertellen dat hun bij sollicitaties wordt gevraagd of ze bereid zijn de hoofddoek af te doen, antwoordt hij: 'Dan neem je die baan niet.' Volgens Malika denkt een Nederlandse of Nederlandssprekende imam meer na over de mogelijkheden: 'Zij begrijpen de jongeren beter.'

Overigens is het woord 'extase' niet zo gek gevonden, als Malika spreekt over haar geloof. Met glanzende ogen onder haar zwarte hoofddoek zegt ze: 'De islam is het gewoon. Alsof je verliefd bent.' En Saoed Khadjé, voorzitter van een moslimjongeren-organisatie in Den Haag, vult aan, met hetzelfde licht in zijn ogen: 'Het is moeilijk om het in woorden uit te drukken. Maar je kunt er uren over praten zonder dat je moe wordt. Het is een heerlijk gevoel.'

Beiden zijn opgegroeid in een islamitisch gezin. Ze zijn nu begin twintig. Een jaar of vier geleden begonnen ze zich vragen te stellen over het geloof. Malika: 'Mijn ouders hadden daar geen antwoord op. Zij konden alleen vertellen wat ze in de moskee hadden gehoord.'

Nu studeren Malika en Saoed dagelijks op de Koran, de Sunnah, het Oude Testament en de Evangeliën. 'Dag en nacht ben ik ermee bezig', zeg Saoed. Malika: 'In het christelijke geloof heb je veel boeken met tekeningen van Jezus. Hij wordt een vriend. Dat hebben wij niet. Als je dan gaat lezen over Mohammed is het fascinerend.'

Saoed: 'Als je op vakantie gaat naar Marokko of Turkije, denk je: dit is het. Al die moskeeën, vijf keer per dag hoor je de oproep tot het gebed. Machtig. De islamitische eenheid.' Malika: 'Hier mis je die sfeer.' Saoed: 'In moslimlanden gaan de winkels op vrijdagmiddag dicht voor het middaggebed. Hier moet je op je horloge kijken.' Malika: 'Is het vlees wel goed geslacht?'

Beiden tekenen daarbij aan dat het beleven van de islam in een multi-culturele samenleving als de Nederlandse wel voordelen heeft: buitenstaanders stellen vragen, waardoor ze zelf meer gaan nadenken. Bovendien is hier scholing voor iedereen, waardoor ze de kans krijgen zich te verdiepen, Engelse boeken over het geloof te lezen. Saoed: 'Ik ben blij dat ik hier zit.'

Malika kan zich goed voorstellen dat christelijke jongeren naar de EO-jongerendag gaan. 'Zoiets slaagt, omdat er veel muziek is en veel zingen. Bij ons moet je altijd luisteren. Als je zo'n dag zou organiseren bij ons. . . Ik bedoel niet dansen. Als je iets wilt bereiken met moslim-jongeren, dan moet je denken: wat vinden ze leuk? Muziek. Dat moeten we doen. Liederen waarin je Allah en de profeet prijst, in alle talen. Als we dat zouden doen, zouden we alles overtreffen.'

Maar dan moet het, althans in de buitenlucht, wel zomers weer zijn. Want anders is het een crime om in de rij te staan voor het toilet en kunnen zelfs drie truien en drie Berenburg uren later nog de kou niet uit je botten verdrijven. De EO besluit dan ook de jongerendag zaterdag om vijf uur 's middags in plaats van acht uur 's avonds te laten eindigen. Vanaf de tribunes klinkt boegeroep als het besluit wordt meegedeeld.

Bert van Leeuwen bidt: 'Ik heb U een aantal uren geleden gevraagd of het droog mocht worden. Dat werd het niet. Ik heb U gevraagd of het een geweldige dag mocht worden. Dat werd het wel. De grote les is: dat het niet afhing van de regen of de omstandigheden.' En dat blijkt: op het centraal station in Utrecht klinkt een half uur na afloop door de gangen een galmend lied: 'Amen, Amen, Amen, Amen, Amen.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden