Een controlefreak heeft geen vooruitgang nodig
Weinig controle over het eigen leven geeft een sterk vooruitgangsgeloof...
Het geloof in vooruitgang is een seculiere vorm van religie, meent de Britse filosooof John Gray. Het biedt troost en vertrouwen: hoe ernstig de problemen van het heden ook mogen zijn, in de toekomst zullen ze worden opgelost.
Een filosoof kan zoiets beweren zonder het empirisch te toetsen. Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt echter dat Grays opvatting hout snijdt. Proefpersonen die een geringe controle over hun eigen leven ervoeren, bleken sterker in vooruitgang te geloven dan proefpersonen die over voldoende controle meenden te beschikken. ‘Vooruitgangsgeloof biedt compensatie voor controleverlies’, zegt sociaal psycholoog Bastiaan Rutjens, die hierover met Frenk van Harreveld en Joop van der Pligt een artikel schreef dat binnenkort wordt gepubliceerd.
Volgens sociaal-psychologen is het streven naar controle een fundamentele menselijke motivatie. Slechts weinig dingen zijn zo beangstigend als een wereld die geregeerd lijkt te worden door chaos en willekeur. Toch ontbreekt het mensen vaak aan controle, bijvoorbeeld als ze in een vliegtuig stappen. En essentiëler: we kunnen nooit weten wat de toekomst zal brengen, voor ons en onze dierbaren.
Daarom ontwikkelen mensen strategieën om met gevoelens van controleverlies om te gaan. Religie is zo’n strategie, zeggen sociaal-psychologen. God is een ‘extern agent’ die ervoor zorgt dat alles op zijn pootjes terecht zal komen. De seculiere variant daarvan is vooruitgangsgeloof, aldus de Amsterdamse psychologen.
Ze lieten twee groepen proefpersonen een tekst lezen, gebaseerd op het werk van Gray, waarin vooruitgangsgeloof werd afgewezen. Eén groep werd vooraf gevraagd zich een situatie te herinneren waarin sprake was van controleverlies. Deze groep bleek de ideeën van Gray veel feller af te wijzen dan de controlegroep. Bij een ander experiment werd een enquête over vooruitgang gehouden onder vliegtuigpassagiers en studenten in de kantine. De vliegtuigpassagiers bleken sterker in vooruitgang te geloven. Ook werd proefpersonen gevraagd hun verwachtingen over vooruitgang in de komende eeuw in een grafiek weer te geven. Ook hier bleek weer: hoe minder gevoel van controle, hoe sterker het geloof in vooruitgang.
Rutjens: ‘We maakten onderscheid tussen technische en morele vooruitgang. Iedereen geloofde in technische vooruitgang, maar dat geloof was sterker aanwezig bij de groep die weinig controle had. Die groep geloofde ook in morele vooruitgang, in tegenstelling tot de groep die voldoende controle meende te hebben.’
Hoe betrouwbaar zijn zulke experimenten? Lijden mensen echt aan controleverlies als je ze alleen maar vraagt om zich een situatie te herinneren waar ze geen controle hadden? En kun je een ingewikkeld concept als vooruitgangsgeloof wel testen met heel beperkte experimenten? Rutjens kan zich de scepsis wel voorstellen, maar zegt dat de uitkomsten consistent zijn, ook al moet er nog meer onderzoek worden gedaan.
Hoe passen de bevindingen in het hedendaagse Nederland? Veel mensen geloven dat zij minder controle over de samenleving hebben, omdat zij niets kunnen veranderen aan grote krachten als globalisering, immigratie of Europa. Toch lijkt het vooruitgangsgeloof allerminst te floreren. ‘Dat klopt, je ziet eerder een hang naar nostalgie. Ik las dat er sinds de crisis meer bitterballen en kroketten worden verkocht. In tijden van onzekerheid kunnen mensen ook teruggrijpen op een tijd waarvan ze denken dat die veilig en overzichtelijk was’, zegt Rutjens.
Maar vooruitgangsgeloof kan mensen wel degelijk geruststellen, zegt hij. Welke strategie wordt gekozen, hangt af van persoonskenmerken en situatie. ‘In de VS koos men onder Bush voor de conservatieve strategie. Toen die na acht jaar niet tot meer veiligheid bleek te leiden, werden burgers gevoelig voor het vooruitgangsgeloof dat Obama uitstraalde.’