interview
Een Chinese muziekdocent in Nederland: ‘Een leerling vroeg mij ooit of hij mij tjaptjoi mocht noemen’
Muziekdocent Lilly Chen groeide op in China, waar het voor haar vanzelfsprekend was om respect voor docenten te hebben. Nu geeft ze les aan bijdehante en ondeugende leerlingen in Hilversum.
‘Door mijn achternaam vroegen leerlingen weleens of ik familie ben van de acteur Jackie Chan’, vertelt muziekdocent Lilly Chen (43). Ze moet erom lachen. ‘Of ze vroegen of het klopt dat alle Chinezen goed zijn in wiskunde. Dan vertel ik dat ik daar heel slecht in ben, dus dat gaat niet op.’ Het bijdehante en ondeugende van haar leerlingen herkent ze niet uit haar eigen schooltijd in China. ‘Als een docent het lokaal in kwam, bogen we allemaal ons hoofd een beetje.’
In de Chinese samenleving is op veel vlakken het confucianisme – de filosofische stroming waarbij respect voor elkaar een kernwaarde is – terug te vinden, en dus ook in het onderwijs. ‘We waren erg beleefd tegen de docenten’, zegt Chen. ‘Dat moest ook wel, want we zaten met zestig leerlingen in een klas. In Nederland wordt iedereen gestimuleerd om zijn mening te geven.’ De muziekdocent benadrukt dat het ene niet beter is dan het andere.
Van China naar Nederland
Chen groeide op in Chengde, een stad vlak bij de hoofdstad Beijing. Ze ging naar het conservatorium in Tianjin om klassiek pianist en pianodocent te worden. Veel Aziatische muziekstudenten willen in Europa verder studeren, vertelt Chen. Daar komt veel van de klassieke muziek die zij studeren namelijk vandaan. Dat ze in Nederland belandde, kwam door haar bijbaantje in de lobby van een vijfsterrenhotel waar ze piano speelde. Ze ontmoette daar een Nederlands koppel dat suggereerde om naar het conservatorium in Amsterdam te komen.
Op haar 22ste verhuisde ze naar Nederland om te beginnen met de opleiding tot muziekdocent. In die jaren moest ze veel stages lopen. ‘Mijn leerlingen en collega’s dachten dat ik heel introvert was, omdat ik amper praatte’, vertelt Chen. ‘Maar ik ben juist extra-, extra-, extravert. Ik sprak weinig, omdat ik nog amper Nederlands kon.’
Van de onzekerheid die ze voelde tijdens haar eerste lessen, is niets meer over als ze door de gangen van haar school in Amsterdam Nieuw-West loopt. ‘Juffrouw Lily, hoe is het met u?’ Ze beantwoordt de opmerkingen en vragen van leerlingen opgewekt en met een giechel. ‘Goed je best doen vanmiddag bij het examen, hè?’
Chinese onderwijscultuur
In China draait het onderwijs om cijfers en het vergaren van kennis. Zaken zoals kritische vragen stellen, samenwerken en presentatievaardigheden, die bij Nederlandse leerlingen worden gestimuleerd, staan meer op de achtergrond in het Chinese onderwijs. Chen legt uit dat in haar geboorteland sociale status erg belangrijk is. ‘Door hoge cijfers te halen kan je naar de beste universiteiten. En dat bepaalt weer hoeveel geld je later kan verdienen. De kansenongelijkheid in het Chinese onderwijs is erg groot.’
Om hoge cijfers te kunnen halen, gaan Chinese leerlingen in de avonden en het weekend massaal op bijles. ‘Je wordt haast gedwongen om dat te doen, anders ga je achterlopen.’ De werkdruk ligt ook een stuk hoger in China. Chen: ‘Als de lessen om half 9 ’s ochtends begonnen, waren we een uur van tevoren aanwezig voor zelfstudie. De lessen duurden tot 4 uur ’s middags. Dan gingen we even naar huis om te eten en daarna kwamen we terug naar school voor meer zelfstudie, van 7 tot 9 uur ’s avonds. Dat is nu nog steeds zo.’
Vanaf het begin hebben de leerlingen respect gehad voor wie zij is en waar ze vandaan komt, op een enkele keer na. ‘Een leerling vroeg mij ooit of hij mij tjaptjoi mocht noemen’, zegt ze, ‘Het was als grapje bedoeld, maar het is niet aardig. Ik heb toen gevraagd of ik hem dan aardappel mag noemen.’ Het is een uitzondering geweest, in de vijftien jaar dat ze lesgeeft. ‘Leerlingen zijn vaak heel nieuwsgierig naar China. Ik voer vaak leuke gesprekken over de Chinese cultuur met ze.’