Een biechtstoel op Times Square
'Mr. Blockbuster' luidde Joel Schumachers bijnaam, totdat hij zijn krediet verspeelde. Met 'Phone Booth' is hij terug aan de top....
'Tarkovski.' Joel Schumacher spreekt de naam van de Russische grootmeester uit alsof hij het over een duur parfum heeft. 'Ik ken mijn Tarkovski', zegt Schumacher pesterig, als het gesprek komt op zijn neiging in te spelen op modieuze kwesties, een onderwerp dat blijkbaar gevoelig ligt. 'Mijn films zijn zeer succesvol. Dat is een kwaliteit. Zeker in Hollywood. Maar natuurlijk is er meer te doen. Stalker is een van mijn favoriete films. Net als Bertolucci's Il Conformista. Maar ik ben in Amerika opgegroeid. Bij ons weegt financieel gewin het zwaarst.'
Schumacher kan het zich weer permitteren het hoogste woord te voeren. De 63-jarige regisseur, wiens oeuvre bestaat uit commercieel succes (Falling Down; Flatliners; The Client), falikante missers (8MM) en een combinatie daarvan (Batman Forever; Batman & Robin), heeft met Phone Booth opnieuw een hit te pakken. De 87 minuten durende film, gedraaid in 2000, bracht alleen al in de Verenigde Staten ruim 50 miljoen dollar op, terwijl de kosten tot 10 miljoen beperkt bleven. De winst zal de komende maanden verder oplopen, als de opbrengsten uit Europa en Azië binnenkomen.
'Ik moet zeggen: zulke cijfers doen geen pijn. Ik ben er trots op dat ik dit met een kleine productie teweeg kan brengen. Het bewijst dat films ook zonder reusachtige marketingbudgetten hun weg kunnen vinden.'
Phone Booth speelt met de gedachte dat de mensheid door de moderne communicatie-middelen haar vrijheid heeft ingeleverd. Stu Shepard (Colin Farrell), een opgefokte agent die zijn geld verdient met valse beloftes aan ambitieuze acteurs en actrices, praat de hele dag in zijn mobiele telefoon. Het apparaat is een verlengstuk geworden van zijn identiteit. Even wat namen doorgeven aan een roddeljournalist, snel een tafeltje reserveren in die hippe tent, daarna wat fixen voor het feest waarvan hij de organisatie in handen heeft. Stu leidt, dat is duidelijk, een gejaagd leven. Totdat hij de rinkelende telefoon oppakt in een ouderwetse telefooncel op Times Square, niet toevallig de cel waarin hij zijn minnares pleegt te bellen. Een donkere stem ('I want your attention') noemt zijn naam. Er is een geweer op Stu gericht, vertelt de stem. Daarom zou Stu er goed aan doen de opdrachten van de onbekende man uit te voeren.
Schumacher: 'De paranoia uit de film zie ik overal om me heen. Er is geen mens meer te vinden die denkt dat hij er best even tussenuit kan. Wie durft nog onbereikbaar te zijn? Het is tegenwoordig: ik bel, dus ik besta.'
Schumacher benadrukt in zijn regie dat de grens tussen privé en openbaar almaar schimmiger wordt. Hij maakt van een telefooncel - een publieke ruimte van glas - een biechtstoel. Phone Booth is dan ook een moralistische thriller, met een scherpschutter die van zijn slachtoffer eist dat hij zijn buitenechtelijke escapades opbiecht aan zijn vrouw.
Op het dik aangezette moralisme wil Schumacher niet te veel ingaan. Iedereen ziet in de film wat hij erin wil zien, zegt hij. 'Het is bedoeld als amusement. Maar ik heb ook met mensen gesproken die vinden dat Phone Booth voortborduurt op de ideeën van Marshall McLuhan.'
Zodra de vergelijking met Alfred Hitchcock valt, die de telefoon als thrillerelement ook vaak gebruikte, verandert Schumacher van toon. De master of suspense is vanzelfsprekend een groot voorbeeld voor hem en scenarioschrijver Larry Cohen. 'Phone Booth steunt op Hitchcocks erfenis. Het gebruik van één locatie, een telefooncel midden in New York, doet denken aan Rear Window. En wat dacht je van Dial M. for Murder? De telefoon als de trekker van een pistool.'
Een gesprek met Schumacher heeft iets van een samenzijn met iemand uit een onbekende cultuur. De regisseur wekt de indruk sommige vragen niet te begrijpen - en dan vooral vragen die een kritisiche lading hebben. Op een opmerking over het gedateerde beeld van New York in Phone Booth - verlopen prostituees, cabareteske pooier - reageert hij met dankbaarheid. 'Het is geweldig dat je dit noemt. Ik zoek het inderdaad in de overdrijving. Zo maak ik de spanning verteerbaar' Bovendien; wie gaat hem vertellen hoe New York - zijn New York - in elkaar steekt. 'Ik ken elk tochtgat. Mijn obsessie is de goot, niet de rode loper.'
Schumacher maakte snel carrière. Zijn beginkapitaal verdiende hij als adviseur op mode-gebied. Woody Allen, bij wie hij begin jaren zeventig kostuumontwerper en setdresser was, motiveerde hem naar film over te stappen.
'Woody zei me niet te luisteren naar de meningen die anderen over je hebben. Hij gaf me het vertrouwen zelf films te gaan maken. Op precies het goede moment.' Schumacher was destijds, vertelt hij gretig, verslaafd aan cocaïne en heroïne. 'Er moest iets komen dat me daarvan kon losweken.'
Met het scenario van Carwash (1976) maakt hij zijn eerste klapper; The Incredible Shrinking Woman (1981), over vrouw die na het gebruik van een nieuw geurtje in een kabouter verandert, vestigt zijn naam als regisseur die wel raad weet met de tijdgeest. In de jaren negentig groeit Schumacher uit tot Mr. Blockbuster. Hij maakt de ene hit na de andere, totdat hij zijn krediet verspeelt met twee Batman-films - de opbrengsten zijn voldoende, maar critici bestempelen hem tot de risee van Hollywood. De Death to Joel Schumacher-website ontving die dagen veel steunbetuigingen.
Zes jaar later kan hij daar wel om lachen, zij het in mineur. 'Het was fantastisch megaproducties te maken. Alleen had ik eerder op de rem moeten gaan staan. Als er 100 miljoen dollar met een productie is gemoeid, ontstaan er vreemde krachten. Diplomatie is in die situatie belangrijker dan artisticiteit. En ik weet niet of ik wel zo'n goede diplomaat ben.'
Phone Booth draaide hij in twaalf dagen. De opnamen onderging hij als een roes. 'Dit was filmmaken met de rug tegen de muur. Iedereen, van de acteurs tot en met de runners, besefte: het is nu of nooit. Door die collectieve inzet ontstond er een magie. Dat is iets chemisch, een proces dat tussen mensen plaatsvindt zonder dat ze het zelf weten. En het mooie is: dát gevoel is niet te koop.'