Een Afrika van geloofwaardige mensen
LIEVE JORIS onderschat zichzelf. Aan het begin van haar nieuwe bundel Mali Blues constateert ze twee dingen over Afrika die hier moeilijk zijn uit te leggen....
Ze schrijft 'wij', vanuit het Europese perspectief, waarmee ze meteen haar eigen plaats in de verhalen aangeeft. Wanneer ze even later met welbehagen vaststelt dat ze na vijf jaar weer in Afrika is, en vervolgens constateert dat het continent zoveel vrolijker is dan Syrië, waarmee ze de afgelopen jaren bezig was, schrijft ze dat ook dit gegeven thuis moeilijk te verklaren is.
In Mali Blues toont ze opnieuw waar haar grote kracht als reisschrijfster ligt: ze legt vele facetten bloot van het continent die hier - 'thuis' - zo moeilijk uit te leggen zijn, en plaatst ze in een groter verband. Veel lezers hebben inmiddels wel een iets genuanceerder beeld van Afrika dan het beeld van het continent van honger en andere ellende, maar slechts weinigen is het gegeven de samenhang te zien tussen een postkoloniaal verleden, de roerige politiek, de onderlinge verhoudingen van de volkeren en het Afrikaanse leven van alledag in de jaren negentig.
Dat dagelijks bestaan is het vertrekpunt voor Joris' verhalen. Ze laat een West-Afrika zien aan de hand van personen die zich op de een of andere manier vlakbij de grens tussen het westerse en Afrikaanse leven bevinden. In dit genre staat ze als reisschrijfster op eenzame hoogte.
In het Senegalese Dakar is ze te gast bij een oude vriend, de directeur van het Centre Culturel Français, die ze nog kende van jaren geleden uit Zaïre. Deze François is een dynamische organisator, die het belangrijker vindt een wervelende culturele ontmoetingsplaats voor Afrikanen te runnen dan een centrum waar Fransen zich onderling kunnen terugtrekken. Hij staat daardoor dichter bij Afrika dan de meeste petits blancs die in Afrika werken. Hij beweegt zich met groot gemak in het Senegalese stadsleven.
Lieve Joris laat zich soms ver meenemen in zijn wereld, hier en daar een kanttekening plaatsend in de vorm van een vraag of een twijfel die in haar opkomt. Ze ziet een kant van het stadse Senegal, die sterk naar Frankrijk neigt, maar steeds wanneer ze zich te veel lijkt te verlaten op haar gastheer en diens wereld, geeft ze het verhaal een ander perspectief.
Zo gaat ze op bezoek bij een oude Senegalese kennis die tegenwoordig aan het bed is gekluisterd na een medische lijdenswk punt besloten: Lieve Joris neemt de tijd. Voor de personen die ze ontmoet, maar ook om door te dringen in de verschillende lagen en dimensies van het Afrikaanse leven. Ze verlaat de grote stad en gaat op bezoek bij een oude Senegalees, Demba, de spirituele vader van François, die lang in Franse dienst werkte. In diens omgeving schetst ze aan de hand van Demba en diens 34-jarige zoon Amadou het verschil tussen twee generaties Afrikanen, waarvan de ene nog gelooft dat God de politici aan de macht heeft geholpen en de andere meent dat mensen zelf moeten vechten als ze iets willen bereiken.
Amadou's persoonlijke strijd is gericht op een goede ontvangst van televisiebeelden. Hij houdt sinds jaren nauwgezette statistieken bij van de tv-ontvangst en heeft geconcludeerd dat de westenwind beelden aanvoert, terwijl de oostenwind ze tegenhoudt. Systematisch bestookt hij media en autoriteiten met brieven over zijn stokpaardje en hoe hilarisch zijn strijd soms ook lijkt, er ligt een wereld van waarheid achter zijn opmerking: 'Ik kan mij niet veroorloven te reizen zoals de anderen. De tv is mijn enige kans om iets van de wereld te zien.' Hoofdpersoon uit het tweede verhaal is de Mauretaniër Sass. Als nomadenzoon met een studie sociologie in Parijs achter de rug is hij ook weer zo'n persoon die twee werelden kent en daardoor iets van de kloof ertussen kan duidelijk maken. Ze reizen door een Mauretanië waar naast het nomadenleven ook een modern stadsleven is ontstaan, en waar de oude codes en tradities aan het verschuiven zijn.
Sass tekent onder andere het Mauretanië van zijn jeugd en de vooroordelen van zijn landgenoten onderling die hij racistischer noemt dan de doorsnee Fransman. Hun reis oostwaarts strandt door autopech. Het zoeken is dan naar Sidi Boîte, de vermeende meesterreparateur van versnellingsbakken. Thee, henna en traagheid tekenen het wachten op de monteur, dat allengs meer wegkrijgt van een wachten op Godot. Het heeft tot gevolg dat de opgebouwde spanning in de schets van Mauretanië enigszins wegglijdt in meer praktische observaties, terwijl het verhaal juist nieuwsgierig maakt naar het 'onuitgesprokene' van de Mauretaanse woestijnculuur.
Daarna reist Lieve Joris door naar Mali. In het verhaal 'De man van Sokolo' verblijft ze bij de vader van Abderrahmane Sissako, een beroemd filmer die ze in Amsterdam ontmoette. In dit verhaal laat ze onder meer zien dat Afrika niet alleen het begrip extended family kent, maar dat ook de verspreide familie vaak voorkomt.
Het mooiste verhaal, het titelverhaal 'Mali Blues', is met zijn 137 bladzijden een boek op zich. Verder dan in de voorgaande verhalen treedt Lieve Joris in die andere wereld van onbekende codes en gebruiken, steeds met een voorzichtigheid die is ingegeven door respect, wanneer ze stukje bij beetje het levensverhaal ontrafelt van de internationaal beroemde bluesman Boubacar Traoré, bijgenaamd Kar Kar.
Meer dan bij haar andere hoofdpersonen treedt ze in het persoonlijke leven van Kar. De nogal weerbarstige zanger is aanvankelijk niet erg bereid haar een blik te gunnen in zijn bewogen verleden, maar dat lijkt haar te fascineren. In een aantal van zijn liedjes bezingt hij het verdriet om zijn verloren vrouw, maar het werkelijke verhaal achter het verdriet wil hij niet prijsgeven.
Samen maken ze een aantal sentimental journeys naar plaatsen die belangrijk zijn geweest in Kars leven en waar een deel van zijn familie woont. Stapje voor stapje wordt zijn leven ingekleurd en worden wederzijdse misverstanden over geloof en bijgeloof overbrugd.
Lieve Joris neemt de tijd om haar eigen vragen, die inmiddels ook de vragen van de lezer zijn geworden, te beantwoorden. Wat is de kern van het verdriet om zijn overleden vrouw? Kar blijkt het niet zo maar kwijt te willen, ze moet het min of meer verdienen. Ze oefent op haast Afrikaanse manier geduld, ondanks haar vaak herkenbare ongeduld om alles te willen begrijpen.
Uiteindelijk gaan ze samen op reis naar Bandiagara, waar Kar een deel van zijn leven achterliet. Daar worden de ontbrekende stukjes van de puzzel ingevuld. Het inzicht dat ze krijgt in het Afrikaanse familiedrama dat de zanger in zijn hart meedraagt sinds de dood van zijn vrouw, vormt een ontroerend slot.
Hoeveel reiservaring Lieve Joris inmiddels ook heeft, ze zal zich niet vereenzelvigen met de codes van het continent. Ze blijft het leven in Afrika benaderen met westerse verbazing zonder haar respect voor dat leven en voor haar hoofdpersonen ook maar een moment te verliezen. Juist daardoor slaagt ze erin door de onbekende codes heen te kijken en een Afrika te laten zien dat weinig meer te maken lijkt te hebben met de doemverhalen over aids, honger en burgeroorlog. Het is een Afrika van geloofwaardige mensen in het ingewikkelde decor van een veranderend continent.
Nell Westerlaken
Lieve Joris: Mali Blues.
Meulenhoff; ¿ 39,90.
ISBN 90 290 5205 8.