Economische groei

De economen van de OESO verwachten dat de lastenverlichting van zes miljard gulden als gevolg van het nieuwe belastingplan zal leiden tot een groei van 3,9 procent in 2001. Dit gaat gepaard met een inflatie van 4,1 procent. Dit effect zal volgens de OESO niet langer dan een jaar duren. De inflatie zakt in 2002 weer terug naar 2,5 procent, mits tenminste twee dingen achterwege worden gelaten: verdere lastenverlichting én verdere verhoging van de overheidsuitgaven. Beide kunnen immers een inflatoir effect hebben. De manoeuvreerruimte van de Nederlandse overheid zal de komende jaren zeer beperkt blijven.

Het rapport van de OESO bevestigt nog eens dat de lastenverlichting van Zalm op het verkeerde moment komt. Het belastingplan geeft de Nederlandse economie een kunstmatige oppepper. De krapte op de arbeidsmarkt wordt zo extra geaccentueerd, wat aanleiding kan geven tot een onverantwoorde loonontwikkeling, met name in de collectieve sector.

Om die krappe arbeidsmarkt structureel aan te pakken is een aantal maatregelen denkbaar. Nederland telt, vergeleken met andere OESO-landen, nog steeds veel arbeidsongeschikten, weinig vrouwen met volledige banen en weinig mensen boven de 55 jaar die betaald werk verrichten.

Snijden in de duur en de hoogte van uitkeringen van de WW en de WAO is in theorie mogelijk. In de praktijk is het risico groot dat zulke verslechteringen in de CAO's worden 'gerepareerd', waardoor er in feite weinig verandert.

Die contractvrijheid van werkgevers en werknemers moet door de overheid worden gerespecteerd. Want inflatiebestrijding en vermindering van spanningen op de arbeidsmarkt vereisen altijd samenwerking met de sociale partners.

Meer perspectief biedt het beperken van het volume van de WAO door eindelijk eens werk te maken van het serieus keuren en herkeuren. De terugkeer van WAO'ers naar betaalde arbeid is nog altijd onvoldoende. Ook het wegnemen van belemmeringen voor vrouwen en ouderen om betaalde arbeid te verrichten, zal meer prioriteit moeten krijgen.