Durfal, op elk gebied
Coen van der Molen, op 77-jarige leeftijd overleden, was arts, acupuncturist en homeopaat en wilde als medeoprichter van de Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging, de reguliere en alternatieve geneeskunde dichter bij elkaar brengen....
Hij was de leermeester en vertrouwensman van een generatie artsen en tandartsen die geloven in acupunctuur.
Coen van der Molen, een korte stevig gebouwde man, werd in Hillegersberg bij Rotterdam geboren. Zijn vader was een zeeman afkomstig uit Schiermonnikoog en werd kapitein op zijn eigen coaster Coen die nog deelnam aan de invasie van Normandië in 1944. Zijn moeder was een onderwijzeres uit Friesland. De zee trok, maar vader was altijd weg en dat maakte het moeder extra z w a a r. Zij was een vrijzinnige, zoekende vrouw, schilderde en was geïnteresseerd in homeopathie. De jonge Coen was een experimenterende durfal, sprong met een paraplu van het dak en brak in de loop der jaren alle botten en benen. Hij ging via de mulo naar de hbs en na de oorlog naar de universiteit waar hij medicijnen studeerde. Hij hielp zijn vader met het opsporen van vermiste of gestolen schepen en was veel in Artis. Hij ontdekte dat kangoeroeos heel hoog springen als je met een krant over de muur streek. Ondertussen verdiepte hij zich vooral in Duitsland in homeopathie en kwam hij in aanraking met acupunctuur. Maar uit angst dat hoogleraren hem zouden laten zakken, sprak hij er niet over. Hij zei psychiater te willen worden. De twee-eenheid van lichaam en geest heeft hem altijd gefascineerd. Hij trouwde, volgens de regels van de doktersroman, met de beeldschone verpleegster Rientje en kreeg de grootste moeite om zich als homeopaat te vestigen. In 1962 kon hij een praktijk openen in Alkmaar, waar de wortels liggen van VSM, het bedrijf dat homeopatische middelen op de markt brengt. De praktijk groeide snel, maar homeopathie bleef een vreemd woord. Homohaters haalden het praktijkbord uit de tuin.
In 1976 moest hij de praktijk verkopen na een val waarbij hij een knie verbrijzelde. Zijn vrouw Rientje nam het acupunctuur-apparaat mee naar het ziekenhuis en hij achtte bewezen dat de acupunctuur hem eerder deed lopen dan de artsen hadden voorspeld.
Het gezin vertrok naar IJmuiden, naar het huis tegen de duinen waar vader Coen had gewoond. Hij begon een nieuwe praktijk, kreeg het druk met de NAAV, waar hij jarenlang - vaak zonder betaling - doceerde, schreef studieboeken en gaf tijdens de weekenden lezingen en voordrachten. Hij bleef ervan overtuigd dat iedere acupuncturist arts of tandarts moest zijn en verwees patiënten geregeld naar een regulier specialist. Maar reguliere artsen in de regio bleven hem mijden.
Hijzelf trok zich niet terug, hij was enige tijd lid van de wijkraad, bemoeide zich met Schiphol en overlast, ging naar jazz-concerten, speelde piano, werkte met hout en metaal en ontspande zich in de moestuin. Hij was een gelovig man, de bijbel lag naast zijn stoel en hij las ook veel over oosterse religie en filosofie.
Hij motiveerde zijn studenten met: 'Joh, als je het zo doet, werkt het altijd.'