Duizenden textielwerkers Bangladesh ontslagen na staking
Na een staking waarbij tienduizenden medewerkers van textielfabrieken in Bangladesh hun werk uit protest neerlegden, zijn volgens The Guardian meer dan 1.500 mensen ontslagen. De stakingen zorgden voor een productiestoring van een week, in fabrieken die zowel Europese als Amerikaanse kledingbedrijven bedienen.
De staking begon eerder deze maand als protest tegen het ontslag van 121 mensen, maar mondde uit in een grootscheepse actie voor meer salaris. Veel mensen verdienen maandelijks niet meer dan omgerekend 63 euro.
Meer dan vijftig fabrieken in de plaats Ashulia bleven vorige week gesloten, terwijl de politie probeerde grip te krijgen op de demonstraties. Die liepen verder uit de hand nadat agenten rubberen kogels hadden afgevuurd om demonstranten. Daarbij raakten 10 mensen gewond. In Ashulia wordt kleding gemaakt voor merken als Gap, Zara en H&M.
Volgens de politie zijn de demonstraties illegaal. Agenten arresteerden 30 textielwerkers en zeven vakbondsleiders. Ook een journalist die verslag deed werd opgepakt.
Een woordvoerder van de politie meldt nu dat alle fabrieken weer operationeel zijn: 'Zo'n 90 procent van alle medewerkers zijn teruggekeerd naar hun werk. Rond de 1.500 werknemers zijn ontslagen. De fabriekseigenaren hebben vijf klachten ingediend tegen ongehoorzame werknemers.'
Een van de slechtst betaalde banen ter wereld
Veel ontslagen mensen ontdekten pas bij de fabriekspoorten dat zij geen werk meer hadden. Voor de ingang van de panden hingen lijsten met de namen van mensen die ontslagen zijn. Volgens belangenorganisaties gaat het in werkelijkheid om veel meer mensen dan de politie liet weten: de Bangladesh Garment and Industrial Workers Federation heeft het over 3.500 werknemers.
Volgens vakbonden en aanverwante organisaties komen ontslagen werknemers moeilijk weer aan de slag, en is er dringend behoefte aan een stijging van het minimumloon. Veel werknemers kunnen maandelijks maar net hun huur betalen en houden nauwelijks geld over levensbehoeften als eten en zorg.
In 2013 stortte Rana Plaza in, een complex met daarin meerdere textielbedrijven. Na die ramp, waarbij 1.135 mensen om het leven kwamen, zorgden massale nationale en internationale protesten voor een stijging van het minimumloon in de textielindustrie. Desondanks is werken in textielfabrieken nog steeds één van de slechtst betaalde banen ter wereld. Bangladesh is afhankelijk van de textielindustrie: het land heeft zo'n 4.500 fabrieken, samen goed voor 80 procent van de totale export van het land.