Nieuwscriminaliteit
Drugscriminelen hebben vrij spel in Amsterdam
De florerende drugseconomie heeft in Amsterdam nagenoeg vrij spel. Bij de overheid ontbreekt het aan kennis, regie en uithoudingsvermogen om criminelen en hun handlangers de pas af te snijden. Dat concluderen onderzoekers Pieter Tops en Jan Tromp in hun rapport De achterkant van Amsterdam over de drugsgerelateerde criminaliteit in de hoofdstad.
‘Vrijwel alle autoriteiten hebben een zwakke informatiepositie over de drugseconomie en de drugscriminaliteit’, concluderen onderzoekers Tops en Tromp. Zij schreven het rapport De achterkant van Amsterdam in opdracht van burgemeester Femke Halsema. Volgens hen moeten Amsterdammers ‘zich achter de oren gaan krabben over deze donkere kant van hun vrijmoedige stad’. De impact van de drugseconomie op de stad is volgens hen te lang onderschat ‘en dient te worden teruggedrongen’.
Burgemeester Halsema zegt dat het rapport haar zorgen bevestigt. ‘Vrij snel na mijn aantreden zag ik hoe de drugseconomie op verschillende fronten de stad ondermijnt, maar dat het overzicht ontbreekt.’ Halsema vindt het alleen ‘niet fair’ dat de onderzoekers stellen dat de bestrijding van dergelijke criminaliteit de afgelopen decennia niet belangrijk werd gevonden. ‘Er zijn de afgelopen decennia genoeg voorbeelden van beleid en aangescherpte regels om drugsgerelateerde criminaliteit aan te pakken.’
In Amsterdam, bekend om zijn cultuur van tolerantie, worden veel drugs gebruikt. Dat blijkt onder meer uit onderzoeken naar het rioolwater en naar de uitgaanscultuur in de stad. Daarnaast is de stad sinds de jaren zeventig uitgegroeid tot een belangrijke marktplaats voor internationale drugshandel, aldus de onderzoekers. Onder meer vanwege de goede verbindingen met de rest van de wereld: door de lucht, over zee en over de weg. Bovendien maken de financiële en de digitale infrastructuur de stad aantrekkelijk voor criminelen uit de hele wereld.
Zwarte miljarden
Gedetailleerd inzicht in de omvang van de drugseconomie kunnen ook Tops en Tromp niet bieden. Op basis van literatuuronderzoek en gesprekken met tientallen deskundigen doen zij wel enkele ‘vingeroefeningen’ om tot een bedrag te komen. Het gaat in elk geval om ‘honderden miljoenen, zo niet miljarden’, is hun conclusie.
Dat zwarte geld verdwijnt voor een groot deel naar het buitenland, een ander deel wordt in eigen land witgewassen. Onder meer in de vastgoedsector. De onderzoekers zijn op talloze voorbeelden gestuit, maar er is ‘bij elkaar amper hard bewijs’. ‘Wat ons betreft maken die verhalen ons vooral duidelijk dat het de gemeente ontbreekt aan instrumenten om perverse prikkels in de Amsterdamse vastgoedsector te weerstaan.’
Het is niet voor het eerst dat er alarmerende conclusies over georganiseerde misdaad in Amsterdam worden getrokken. In 1996 verscheen er al een analyse van wetenschappers Frank Bovenkerk en Cyrille Fijnaut. Daarin concludeerden zij onder meer dat ‘wat begon als een wereld van flower power’ deels veranderde in een ‘omvangrijke en keiharde drugsmarkt’.
Onder meer naar aanleiding van die analyse uit 1996 werden er projecten gestart en maatregelen genomen om deze ontwikkeling tegen te gaan. Volgens Tops en Tromp ebde het enthousiasme voor de projecten langzaam weg. ‘Projecten komen, projecten gaan. We zien projecten die gericht zijn op individuen, op gebieden, op fenomenen’, schrijven ze in het onderzoek. Allemaal nuttig, stellen ze. Maar een gezamenlijke strategie van de overheidsdiensten is volgens hen in Amsterdam niet sterk ontwikkeld.
Gemeentelijke diensten, hulpverlening, Rijk en politie werken vaak langs elkaar heen bij de aanpak van drugscriminaliteit, concluderen Tops en Tromp. Door die gefragmenteerde manier van werken (en soms ook door wet- en regelgeving) bereikt informatie dikwijls niet de diensten voor wie die relevant is.
Stop cannabisverkoop toeristen
Om de grip terug te krijgen op de stad zullen gemeente, politie, justitie en Rijk verstrekkende maatregelen moeten nemen, stellen de onderzoekers. Zo moeten die meer energie steken in jongeren die het risico lopen voor de drugshandel geronseld te worden. Deze instanties moeten beter kijken wie het vastgoed in de stad koopt. En ze moeten meer geld investeren in handhaving van gemeentelijk beleid en in samenwerkingsverbanden tussen verschillende betrokken overheidsdiensten.
Ook suggereren Tops en Tromp om cannabisverkoop aan toeristen stop te zetten en te beperken tot de ingezetenen van Amsterdam. Zo’n ‘i-criterium’ geldt al in veel andere gemeenten, maar niet in de hoofdstad. Wijlen burgemeester Eberhard van der Laan wist zeven jaar geleden voor Amsterdam een uitzondering te bedingen.
Halsema herkent de kritiek op de gefragmenteerde samenwerking, maar wil niet al te gedetailleerd op de aanbevelingen in het rapport reageren. ‘Maar een deel doe ik al. Ik heb van de raad dit voorjaar extra geld gekregen voor de bestrijding van ondermijning en ook het Rijk draagt miljoenen bij aan het Regionaal Informatie en Expertisecenrum waar onder meer gemeenten, politie, justitie en belastingdienst samenwerken.’ Dit najaar komt Halsema met het Amsterdams Programma Drugs.
Veel drugsgerelateerde criminaliteit in Amsterdam komt voort uit de zogenoemde ‘Mocro War.’ Deze strijd wordt gevoerd door een nieuwe generatie criminelen die in alle opzichten extreem is. Wilde schietpartijen, ‘vergismoorden’ en liquidaties op straat: waar komt die nietsontziende gewelddadigheid vandaan?
Minister van Justitie en Veiligheid Ferdinand Grapperhaus vertelt in dit interview over zijn verbazing over de omvang van de Nederlandse drugsindustrie. Moeten we zijn plan van aanpak beschouwen als een War on Drugs? ‘Als een War on Criminal Organisations, dat is één. En twee: cocaïne en synthetische drugs moeten het land uit.’
Verbloemen dat ze drugs gebruiken doen jongeren steeds minder. Bewust leven gaat voor hen prima samen met een pilletje op zijn tijd, jonge ouders zien niet af van een lijntje coke. Voor nare gevolgen als misbruik en criminaliteit is minder aandacht.