Drietrapsraket van het shorttrack
De aflossing is het koningsnummer van het shorttrack. Nederland werd in 2012 tweede op de WK. Dat kan beter, vindt de mannenploeg. De WK start vandaag in Hongarije.
HEERENVEEN - De shorttrackers zijn duidelijk: de aflossing is het spectaculairste onderdeel. Het is het 'coolst' en het is de discipline waar de hoogste topsnelheid wordt gehaald. 'Dit is wat het meest leeft in het shorttrackschaatsen', weet Niels Kerstholt. En juist voor dit onderdeel hebben Kerstholt en zijn ploeggenoten een zeer sterk wapen.
Ze noemen het de drietrapsraket. De volgorde waarin het nationale mannenteam de 45 ronden van de aflossing aflegt is een heel tactische keuze. Ze werken met een aflopend lichaamsgewicht. Niet alleen wordt de kleine en extreem behendige Sjinkie Knegt bewust als slotrijder ingezet, de 70 kilo wegende Fries wordt ook nog eens afgeduwd door de 5 kilo zwaardere Kerstholt.
Daar stopt het niet. Kerstholt krijgt voor de twee ronden die hij steeds schaatst een duw van de 'zware' Freek van der Wart. De Europees kampioen weegt 80 kilo. 'We gaan van 80 naar 75, naar 70 kilo en dat is een uniek wapen. Veel andere ploegen hebben wel één trap, maar wij hebben er twee', zegt Van der Wart, die dan wel de zwaarste van het viertal is, maar momenteel ook de snelste ronden rijdt tijdens de trainingen.
Tijdens een aflossing schaatsen minimaal vier teams in de kleine shorttrackbaan. Omstebeurt duwen de vier rijders van een team elkaar af tijdens het wisselen, waarna de gewisselde shorttracker in de binnenbaan geconcentreerd meeschaatst tussen zijn collega's en in de gaten houdt of zijn ploeggenoot niet valt of wordt ingehaald.
Een schaatser die meer massa meebrengt, kan met de juiste techniek zijn duw extra snelheid meegeven. Dit kan ertoe leiden dat lichtgewicht Knegt bijvoorbeeld voorbij een tegenstander wordt gelanceerd na een zet van een zwaardere voorganger.
Van der Wart: 'Als het gewicht van lichter naar zwaarder gaat, is het moeilijker om iemand vooruit te duwen. Bij Sjinkie begint het steeds opnieuw, maar op de positie na Sjinkie komt Daan (Breeuwsma, red). Met zijn 75 kilo zit hij er weer precies tussenin, waardoor het verschil klein blijft.'
De wereld kijkt toe
De vier mannen schaatsen al jaren samen, maar de echte mondiale successen zijn er pas sinds het einde van het vorige seizoen. Tijdens de wereldbekerwedstrijden reden zij dit jaar vier keer naar de tweede plaats. Wat ontbreekt, is een eerste plaats op moniaal niveau. Van der Wart: 'Het zou nu wel eens mooi zijn als die eerste plek ook lukt. Maar uiteindelijk gaat het om volgend jaar, om Sotjsi.'
Ze merken dat hun positie in het internationale veld in één jaar is veranderd. Van der Wart: 'We zijn nu een van de leidende landenteams in de voorrondes. Voorheen konden we in het begin van de race nog op de tweede of derde positie zitten en wachten met het plaatsen van de versnelling. Nu niet meer. Andere teams kijken naar ons en houden ons in de gaten. Dan moeten wij er maar voor zorgen dat we ook winnen.'
Het is een hecht viertal. Op hun telefoon zit een speciale groepschat waar andere teamgenoten geen toegang tot krijgen. De chat heet 'mannenteam compleet'. Na een goede wedstrijd of voor een zware training is 'compleet' ook het woord dat geroepen wordt als ze hun vuisten tegen elkaar slaan.
Baldadig
Kerstholt, de 29-jarige oudste van het team: 'We zijn heel baldadig en eigenlijk vrij idioot. We maken geintjes en doen raar. Als je ons samen ziet, zul je niet verwachten dat we een groep serieuze topsporters zijn.' Zodra het om trainen gaat, verandert dat. 'Dan zijn we verschrikkelijk professioneel. Ik vind de aflossing het mooiste onderdeel dat er is. De grootste kans op valpartijen, spectaculaire acties of rare gebeurtenissen. En door de hoge topsnelheid hangen de schaatsers nog platter op het ijs dan bij de individuele wedstrijden.'
Bondscoach Jeroen Otter laat de aflossing vaak aan bod komen in zijn trainingen. 'Over het algemeen wordt een aflossing niet gewonnen door het team dat het sterkste is, maar door het team dat de minste fouten maakt.'
Veel buitenlandse formaties beschikken wel over shorttrackers van een hoog niveau, maar niet over vier schaatsers van hetzelfde hoge niveau. De rijders van Otter zijn aan elkaar gewaagd en rijden ongeveer dezelfde rondetijden.
Ook dat is een van de sterke punten van de ploeg, aldus Otter: 'Het is effectiever continu dezelfde snelheid te rijden, dan wanneer de snelheid wisselt, maar het gemiddelde hetzelfde is. Dan gaat de snelheid er steeds in en vervolgens weer eruit.'
undefined