drie scenario'sHaga Lyceum
Drie rechtszaken moeten deze week duidelijk maken: erop of eronder voor het Haga Lyceum
Voor het Cornelius Haga Lyceum staan deze week drie rechtszaken op het programma. De vraag is of de islamitische school daarna nog geld uit Den Haag krijgt. Drie scenario’s.
Het is de week van de waarheid voor het Cornelius Haga Lyceum. Minister Arie Slob (Onderwijs) wil alle financiering intrekken, waardoor op 1 december sluiting van de school dreigt. Via de rechter probeert de school dat te voorkomen. Juristen zeggen dat het Haga Lyceum, waar de leerlingen nog gewoon les krijgen, niet kansloos is.
De eerste rechtszaak dient maandag bij het hof in Den Haag. Het betreft het hoger beroep dat de school heeft aangespannen tegen de Onderwijsinspectie. De school eist dat een vernietigend inspectierapport in de prullenmand verdwijnt.
Dit rapport vormde voor Slob de aanleiding om de school een zogeheten aanwijzing te geven. Daarin maande hij het bestuur op te stappen. De school stapte daarop naar de bestuursrechter, omdat die aanwijzing onrechtmatig zou zijn. Die zaak staat pas op 9 december op de rol.
De minister bleek niet van zins op een uitspraak wachten. Toen het bestuur weigerde plaats te maken, besloot hij de geldkraan per 1 december dicht te draaien. Voorbarig, vindt de school. Straks blijkt misschien dat de aanwijzing niet goed is onderbouwd en dan is de school al gesloten.
Om die situatie te voorkomen, dient vrijdag de tweede rechtszaak van deze week. Het Haga Lyceum vroeg namelijk een voorlopige voorziening aan bij de Raad van State. Direct daarna is bij de Raad van State ook een derde zitting. Die is op het oog minder belangrijk: de school eist dat de minister met een voorschot over de brug komt omdat er na de zomer veel leerlingen zijn bijgekomen.
Hoe gaat dit aflopen deze week?
Scenario 1: Minister Slob haalt zijn gelijk
Het hof laat het inspectierapport maandag overeind óf weigert een inhoudelijk oordeel te vellen, de Raad van State oordeelt vrijdag dat de minister de geldkraan mag dichtdraaien. De school gaat dicht.
Het Haga Lyceum heeft altijd beweerd dat er talloze onjuistheden staan in het rapport van de Onderwijsinspectie. Daarom spande de school voor de zomer een kort geding aan om publicatie te voorkomen. Dat mislukte. Toch koestert het Haga Lyceum hoop het rapport via de rechter van tafel te krijgen, omdat die er destijds geen inhoudelijk oordeel over velde. Als het aan de school ligt, doet het hof dat maandag in hoger beroep wel.
Zeker is dat echter niet, zegt emeritus-hoogleraar onderwijsrecht Paul Zoontjens. ‘Het hof zal vermoedelijk zeggen: u bent aan het verkeerde adres. De redenering is dan dat dit rapport heeft geleid tot een besluit van de minister, en dat de school dat besluit maar moet aanvechten bij de bestuursrechter. Dat is ook lekker makkelijk voor het hof. Ze hoeven dan zelf het werk niet te doen.’
Als de rechter het rapport niet (deels) naar de prullenbak verwijst en de Raad van State in die andere zaken oordeelt dat het prima te verdedigen is dat het ministerie de geldkraan binnenkort dichtdraait, komt het einde in zicht voor het Haga Lyceum.
De minister zal in dat geval een zucht van opluchting slaken. Hij stopt de bekostiging, de gemeente Amsterdam vordert het gebouw terug en de leerlingen worden over andere scholen verdeeld. Of wat ook zou kunnen, zoals een woordvoerder van het ministerie suggereert: ‘De school kan gewoon verder, met een nieuw bestuur.’
‘Het Haga Lyceum kan dan nog doorprocederen’, zegt advocaat Wouter Pors van de school, ‘maar de school is dan al gesloten.’
Scenario 2: Alom verwarring
Het hof oordeelt maandag dat het inspectierapport rammelt, maar toch stelt de Raad van State vrijdag dat de minister de geldkraan mag dichtdraaien. Blijft de school open, of gaat-ie toch dicht?
Het zou natuurlijk kunnen dat het hof niet slechts een paar onbenullige passages uit het rapport wegstreept, maar veel fundamentelere kritiek levert op het werk van de inspecteurs, die maandenlang op de school rondliepen. Misschien oordelen de rechters zelfs dat er helemaal geen sprake is van financieel wanbeheer op het Haga Lyceum, zoals de inspectie noteerde.
Bij de school hopen ze dat, want daarmee zou het hof het fundament onder de aanwijzing vandaan slaan. Het Haga Lyceum verwijst daarom graag naar de goedkeuring die de eigen registeraccountant gaf aan de jaarrekening van 2018. De financiën kunnen geen puinhoop zijn, zo stelt de school. Andere registeraccountants, die ook naar de boekhouding keken, bevestigden dat.
De inspectie, die er volgens een woordvoerder nog altijd van overtuigd is dat het rapport ‘zorgvuldig tot stand is gekomen en rechtmatig is’, brengt daar tegenin dat het eigen onderzoek grondiger is dan dat van een accountant en dat het de inspecteurs vrij staat hun eigen conclusies te trekken uit de bevindingen.
Mocht het hof het inspectierapport desondanks naar de prullenbak verwijzen, dan zal de minister zich nog eens achter de oren krabben. Welke argumenten heeft hij dan nog om het bestuur weg te sturen? Helemaal verwarrend wordt het als de bestuursrechter tegelijkertijd oordeelt dat de minister best de geldkraan mag dichtdraaien.
Bewindslieden en ambtenaren zullen in zo’n scenario koortsachtig met elkaar overleggen. Moeten ze de school snel sluiten nu de kans zich voordoet? Of kunnen ze dat niet maken en moeten ze de sanctie opschorten?
Voor Pors is het helder. ‘Als het rapport van tafel gaat, kan de minister zijn aanwijzing niet meer handhaven. Die berust volledig op het inspectierapport.’
Dat ziet hoogleraar onderwijsrecht Renée van Schoonhoven van de Vrije Universiteit anders. ‘De minister moet in zo’n geval bedenken wat de resterende onderbouwing is van de aanwijzing. Of er moet een aangepast of aanvullend rapport komen. Het is niet gezegd dat de aanwijzing sowieso van tafel gaat.’
Daar komt bij dat Slob vanuit de politiek voldoende draagvlak lijkt te hebben om door te pakken. Nadat de inlichtingendiensten begin dit jaar waarschuwden voor ‘anti-democratisch onderwijs’ en ‘salafistische aanjagers’ op de school, riepen vrijwel alle fracties dat het Haga Lyceum direct moest sluiten. In de Tweede Kamer heeft nog geen partij het voor het Haga Lyceum opgenomen.
‘De politieke gemoederen zijn zo verhit’, zegt Van Schoonhoven, ‘dat de kans klein is dat de minister zijn aanwijzing intrekt.’
Daar hint het ministerie zelf ook op, zegt Pors. ‘Ze zeggen dat de inspectie onderzoek gedaan moet hebben voordat ze een aanwijzing kunnen geven. Ook als het rapport wordt afgekeurd, is aan die voorwaarde voldaan. Dat is een creatieve uitleg van de wet.’
Het ministerie wil daar niet op reageren, zegt een woordvoerder.
Scenario 3: De school blijft voorlopig open
De Raad van State oordeelt dat de minister de geldkraan niet mag dichtdraaien voordat duidelijk is of de aanwijzing rechtmatig was. De school moet open blijven. Hoe het hof oordeelt over het inspectierapport, maakt in dit geval weinig uit.
Kap de boom pas als je zeker weet dat hij niet meer te redden is. Met die gedachte kan de Raad van State oordelen dat het stopzetten van de bekostiging op dit moment een te rigoureuze maatregel is. En dat de minister dus de portemonnee moet trekken totdat duidelijk is of die aanwijzing in de bodemprocedure bij de bestuursrechter overeind blijft.
Juristen zien dit als het meest waarschijnlijke scenario. ‘De rechter maakt een afweging van alle belangen’, zegt Van Schoonhoven. ‘Niet alleen die van het bestuur, maar ook die van leraren en leerlingen. Hij zal willen voorkomen dat er een onomkeerbare situatie ontstaat.’
Ook Zoontjens acht de kans ‘vrij groot’ dat de school de voorlopige voorziening wint. ‘Als de rechter ook maar een beetje twijfelt over de rechtmatigheid van de aanwijzing, zal hij oordelen dat de minister moet doorbekostigen tot de bodemprocedure voorbij is.’
Dat betekent dat de school nog zeker een paar maanden open is. Pors verwacht in de tweede helft van januari een uitspraak over de rechtmatigheid van de aanwijzing. Daartegen is eventueel beroep mogelijk bij de Raad van State.
‘Uiteraard gaat de inspectie in de tussentijd door met het uitvoeren van toezicht op de herstelopdrachten’, laat een woordvoerder van het ministerie weten.
Hoe de bodemprocedure zal aflopen, is onduidelijk. Van Schoonhoven noemt de aanwijzing van Slob ‘inhoudelijk niet zo sterk’. Zo vindt ze het ‘verhoudingsgewijs zwaar’ om op basis van ‘zes of zeven overtredingen’ te concluderen dat er sprake is van financieel wanbeheer. ‘Op andere scholen zou dat leiden tot terugvordering van het geld.’
Toch sluit ze niet uit dat de bestuursrechter ‘ook de politieke en maatschappelijke onrust in zijn weging zal verdisconteren’. De kans dat de minister aan het langste eind trekt, schat ze op 50 procent.
Advocaat Pors denkt - niet geheel onverwacht - dat het Haga Lyceum de bodemprocedure zal winnen. ‘Die aanwijzing blijft niet overeind, de eis dat het bestuur opstapt gaat van tafel, de school blijft bestaan’, zegt hij. ‘En daarna moet de minister maar eens goed nadenken over zijn eigen positie.’
De rechtsstatelijke kwesties in de Haga-saga
In maart dit jaar raakte het islamitische Cornelius Haga Lyceum in opspraak nadat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) had bekendgemaakt dat er zorgen zijn over ‘salafistische invloeden op het onderwijs’ en vermeend antidemocratisch onderwijs. Juristen volgen de strijd die de school sindsdien voert met de overheid nauwlettend vanwege de spannende rechtsstatelijke vragen die de zaak oproept. Hoeveel vrijheid biedt de grondwettelijke vrijheid van onderwijs? Maakt de overheid zich tegenover de school schuldig aan ‘bestuurlijke guerilla’, zoals onderwijsjuristen zeggen? Hoe ver mogen onze inlichtingendiensten gaan bij het verstoren van personen of instanties die ze staatsgevaarlijk achten? En hoe moeten de diensten zich daarover verantwoorden?
De Haga-saga: dit ging eraan vooraf
Voor wie het overzicht kwijt is, zetten we de belangrijkste gebeurtenissen uit de roerige geschiedenis van de omstreden islamitische school op een rij.
Minister Arie Slob (Onderwijs) verzocht het bestuur van het Haga Lyceum deze zomer al om op te stappen. ‘Deze bestuurders moeten echt uit de school verdwijnen’, zei hij in een interview met de Volkskrant. Directeur-bestuurder Soner Atasoy reageerde furieus: ‘We worden genaaid in het kwadraat.’
Aanleiding voor de ophef is een zeer negatief rapport dat de Onderwijsinspectie opstelde over de school. Bewijzen voor salafistisch onderwijs zijn niet gevonden, maar op punten van bestuur en financiën is er scherpe kritiek. De school probeerde – tevergeefs – de publicatie van het rapport te voorkomen.
Ook de Volkskrant kwam tijdens meer dan tien bezoeken en tientallen gesprekken met de schoolleiding, docenten, medewerkers, ouders, vrijwilligers en externen geen bewijzen tegen van salafistische invloeden of antidemocratisch onderwijs. Lees de longread of luister naar de podcast waarin verslaggevers Tjerk Gualthérie van Weezel en Rik Kuiper hun verhaal doen.