Doodsteek voor participatiesamenleving
In zijn eerste troonrede kondigde koning Willem-Alexander 'de omslag naar een participatiesamenleving' aan. Conservatief links vreesde een samenleving van 'ieder voor zich', waarin Rutte de laatste sociale regeling zou schrappen met de mededeling dat de overheid geen 'participatiemachine' is. Anderen zagen juist een welkome erkenning van de 'doe-het-zelf'-burger die niet meer afhankelijk wil zijn van een log ambtenarenapparaat of onbereikbaar callcenter. De burger die energieco-operaties en broodfondsen opricht, biologische groente verbouwt in zijn stadstuintje, kookt voor de buren, en de auto deelt.
Niets nieuws onder de zon. Arbeiders en consumenten hebben altijd eigen bedrijven opgericht als het bestaande aanbod ze niet beviel. Nieuw zijn wel de mogelijkheden van de informatie- en communicatietechnologie, het ongekend hoge opleidingsniveau van de bevolking plus de hoge arbeidsproductiviteit, waardoor er tijd is om naast de betaalde arbeid te participeren in allerlei niet-commerciële maar uitermate leuke en nuttige ondernemingen. Ondernemingen die, doordat de klanten aan het roer staan, precies weten waar behoefte aan is, die, omdat het winstmotief ontbreekt, de klant ook echt voorop kunnen zetten. De participatiesamenleving is de belofte van deze tijd.
Veertig jaar geleden begon een heel andere participatie aan haar opmars, die van de vrouw op de arbeidsmarkt. Daarmee ontstond behoefte aan kinderopvang. Ouders richtten gezamenlijk crèches op. De meest participatief ingestelde ouders namen daarbij, in Ouderparticipatiecrèches (OPC's), zelf gedurende een dagdeel de zorg voor het kroost op zich. Dat doen ze nog steeds.
Zoals alles dat groeide, trok de kinderopvang in de jaren negentig de aandacht van de financiële sector. Een fusiegolf volgde en Amerikaanse 'durfkapitalisten' ontfermden zich over de grootste kinderopvangorganisaties. Deze 'durfden' de crèches te bedelven onder schulden, Nederlandse kindertjes bleken een prima onderpand.
Toen de crisis uitbrak, maakten tienduizenden kinderen hardhandig kennis met de zegeningen van schaalvergroting en rationalisatie van bedrijfsprocessen. De warme maaltijd verdween, net als de muziekjuffrouw, de klei was ineens op en de leidsters werden alsmaar ongelukkiger. Alles wat niet wettelijk verplicht was, werd wegbezuinigd, en meer. Het draaide niet meer om de kinderen, maar om de rentelasten.
Intussen verzamelden donkere wolken zich ook boven de OPC's. Want een 'vrije markt' klinkt leuk, maar betekent in de praktijk van de kinderopvang vooral heel veel regels en toezicht om de kleine mensjes te beschermen. Met die regels weten juist de grote spelers in de kinderopvang wel raad. Deze participeren ook volop in het opstellen van de regels.
Toen het wetgevend stof was neergedwarreld, bleken dan ook juist de buitenbeentjes van de OPC's in overtreding. Want hebben de ouders wel de benodigde opleiding om voor kinderen te zorgen? Ook overtreden de OPC's de 'vastegezichtenregel' die kijkt naar het aantal verschillende gezichten in één week en niet naar de langere periode waarover de OPC's weer beter scoren.
En hoewel de volledige oppositie in de Tweede Kamer plus de wethouders in de vier grote steden pleitten voor wettelijke erkenning van OPC's, inclusief rijksbijdrage en passende kwaliteitseisen, besloot minister Asscher dat de rijksbijdrage moet verdwijnen. Ook al bedraagt deze per kind slechts eenderde van de bijdrage aan de reguliere opvang, aangezien er enkel kosten zijn van appeltjes en schommeltjes en niet van loon en rentelasten.
De belangenvereniging van OPC's voorspelt het einde van 40 jaar OPC's in Nederland. Asscher vreest vooral 'uitholling van het draagvlak voor de kwaliteitsregels binnen de kinderopvangsector' als hij het andere beestje dat de OPC is, ook anders gaat behandelen. Asscher concludeert 'dat het niet goed mogelijk is om maatschappelijke initiatieven, sociaal ondernemers en burgerinitiatieven in algemene zin meer ruimte te geven met lichtere regelregimes.'
Dit is de doodsteek voor de participatiesamenleving. Wanneer burgers het initiatief nemen, moet en kan de overheid een stap terug doen. Een door professionele managers aangestuurde organisatie verdient een andere benadering dan ouders die samen voor hun kinderen zorgen en maar één belang hebben: de best mogelijke zorg. Ouders die elkaar scherp houden en inspireren.
'In deze tijd willen mensen hun eigen keuzes maken, hun eigen leven inrichten en voor elkaar kunnen zorgen' zei de koning. Die wil is er zeker. Of het ook kan, dat bepalen vandaag de fracties van PvdA en VVD.
Rens van Tilburg
is econoom.