Doodsbang naar huis

Gori is in korte tijd veranderd van Georgische garnizoensstad in een vluchtelingenkamp. En niemand daar begrijpt waarom deze oorlog nodig was....

Arnout Brouwers

Russische soldaten mogen over een slecht uitgerust leger beschikken maar één ding moet je ze nageven: ze kunnen goed een kuil graven.

En ze zijn, volgens de meeste Georgiërs die met ze te maken krijgen, van onbesproken gedrag.

Beide kwaliteiten worden volop tentoongespreid in de Russische controlepost die is ingericht op enkele kilometers van Gori, op de weg naar de Zuid-Ossetische hoofdstad Tschinvali. De jonge soldaten dragen nieuwe uniformen, nemen geen giften aan en kwijten zich van een bijzondere taak: het doorlaten van de Georgiërs die met de moed der wanhoop terugkeren naar hun huizen. En: het tegenhouden van de (westerse) journalisten die de verschrikkingen in de dorpen die hier achter liggen, willen documenteren.

De controlepost is net zo ordentelijk als permanent. Soldaten hebben een kamp gemaakt, in een hoge cirkelvormige zandwal, met op elke tien meter een met zandzakken versterkte positie voor een mitrailleur. Auto’s rijden door een honderd meter lang betonnen pad. Aan het einde van dat pad staat de loop van een tank op ze gericht.

En dat terwijl de controlepost op zo’n twaalf kilometer van de grens met Zuid-Ossetië ligt, en veel dorpen op onbetwist Georgisch grondgebied toevertrouwt aan de willekeur van de bendes Osseten en Russische kozakken.

Volgens oude Russische tradities wordt elke inperking van de vrijheid opgediend als een bureaucratische nachtmerrie. ‘U kunt niet doorrijden’, legt Vladimir uit. ‘Dat mag alleen met Ossetische toestemming, die u in Tschinvali kunt krijgen.’ Tschinvali gebeld. ‘Nee, wij kunnen niets voor u betekenen: alleen wie via Russisch grondgebied komt, krijgt een accreditatie.’

Uiteindelijk is het niet Tschinvali, maar Moskou dat de bewegingsvrijheid van journalisten in Zuid-Ossetië bepaalt: groepsreizen, onder militaire begeleiding, die alle Georgische dorpen in Zuid-Ossetië voorbij stuiven en rechtstreeks naar de sporen van Georgische ‘genocide’ in Tschinvali leiden.

De overeenkomst met de toegang van de pers tot Tsjetsjenië is groot, met dit verschil dat in Moskou de grap rondgaat dat Ossetië tenminste nog door de Russische FSB en het leger wordt gecontroleerd, terwijl ze Tsjetsjenië allang verloren hebben aan president Kadirov.

Niemandsland

Niemandsland
De afsluiting van grote delen van Ossetië en ook een flink stuk Georgië, versterkt het vermoeden dat de gebieden verworden zijn tot een soort niemandsland, waarin gangsters hun gang kunnen gaan. Het is wat de verhalen van vluchtelingen bevestigen.

Niemandsland
En toch zijn er Georgiërs die teruggaan naar dit gebied. Zoals Natela, die met haar man en zoon in hun oude bestelbusje de poging wagen. ‘We gaan terug naar Zuid-Ossetië, naar ons huis. Al zijn we zijn doodsbang. Misschien zullen ze ons doden.’ Natela’s huis staat in Loweratze, waar tot de oorlog Osseten en Georgiërs woonden. Hoe het er nu bijstaat, weet ze niet. De angst straalt van haar gezicht. ‘Of we eraan gaan of niet, we moeten naar huis.’

Niemandsland
Dan rijden ze weg.

Niemandsland
Een huis vertegenwoordigt hier niet alleen de plek waar je vandaan komt en waar je geworteld bent. Het is ook, vanwege de boomgaarden en het vee, de plek die het verschil betekent tussen een arm maar menswaardig bestaan – of geen bestaan.

Niemandsland
Hoe ‘geen bestaan’ eruit ziet, wordt duidelijk in Gori, dat in ijltempo is veranderd van een Georgische garnizoensstad in een vluchtelingenkamp. Op een veld achter het stadion van de stad is een tentenkamp verrezen, waar uiteindelijk vijfduizend mensen kunnen slapen. De tenten zijn, op de mensen na, bijna leeg. De meeste gezinnen hebben niet meer dan een paar plastic zakken mee kunnen nemen.

Niemandsland
Er rijdt een jeep langs van de Bank of Georgia. Voor elke twee tenten, waar circa 25 mensen in kunnen slapen, wordt één matrasje uitgedeeld. Het gebaar wordt woedend onthaald door de ontheemden, die het met vijf toiletten moeten stellen en water en brood.

Niemandsland
Georgië heeft een slechte naam als het gaat om de zorg voor vluchtelingen. Meer dan tweehonderdduizend mensen die tijdens de burgeroorlogen begin jaren negentig uit Abchazië en Zuid-Ossetië vluchtten, wonen er vijftien jaar later nog altijd onder erbarmelijke omstandigheden. Al die tijd waren ze een wapen in handen van opeenvolgende regeringen die uit waren op de hereniging met de verloren gebieden. ‘Kijk onze vluchtelingen eens’, was de boodschap, ‘dat kan zo toch niet voortduren!’

Niemandsland
De jongste oorlog zal volgens een grove schatting nog eens dertigduizend mensen opleveren die nooit meer terug kunnen. Ze komen uit de platgebrande Georgische dorpen achter Tschinvali en elders in Zuid-Ossetië, uit de door Abchazië heroverde Kodori-pas, en uit de dorpen op Georgisch grondgebied achter de Russische controlepost bij Gori.

Niemandsland
Een van hen is Julietta, een jonge vrouw die met haar 4-jarige dochtertje Nino voor een glanzende lege UNHCR-tent staat. Ze komen uit Ergneti, een Georgisch dorp net over de grens. ‘Ik weet dat alles er vernietigd is’, zegt ze. ‘Ik heb niets meer, geen huis, geen tuin, niets’. Tot vandaag verbleven ze in een school in Tbilisi. ‘De afgelopen vier dagen hebben we niets gegeten, alleen brood. We sliepen er op de grond op onze kleren.’ Ze wijt het aan de school, die op 1 september weer opengaat. ‘Het bestuur probeerde ons weg te krijgen.’

Ontheemden

Ontheemden
Verderop hebben zich een aantal ontheemden uit het Georgische dorpje Nicosi gegroepeerd. Anna, een keurig uitgedoste vrouw, vertelt huilend dat ze niet weet of haar schoonmoeder, die achterbleef, nog leeft en of het huis er nog staat. Maar met de verschijning van Zoya, een knoestige maar uitbundige Ossetische vrouw, verandert de stemming.

Ontheemden
Wat ze hier doet? ‘Goede vraag’, schatert ze, ‘heel mijn Ossetische familie zit in Vladikavkaz (in Rusland, red). Maar ik ben met een Georgiër getrouwd! Ik zit tussen twee vuren, die allebei een deel van mijn familie uitmoorden.’ Ze begint omstandig uit te leggen dat ze het toch echt meer op Osseten heeft.

Ontheemden
Dat levert wat lachsalvo’s op van haar dorpsgenoten. ‘Ziet u’, zegt Anna, ‘of ze het nu meent of een grapje maakt, ze hoort nog steeds bij ons. Heeft u in heel Georgië iemand gevonden die Osseten haat?’ Het is een goede vraag. Achter al het basale leed schuilt namelijk een andere, evenmin opwekkende waarheid. In dit soort conflicten, waarin grote woorden vallen en waarin grootmachten schuimbekkend tegenover elkaar staan, wordt de tol betaald door mensen die hoegenaamd niet begrijpen waarom het allemaal is begonnen.

Ontheemden
Je kunt heel lang heen en weer rijden door dit grensgebied, met Osseten praten en met Georgiërs, met vluchtelingen en met boeren die weer terug zijn, maar je komt nooit iemand tegen die begrijpt waarom deze oorlog nodig was.

Ontheemden
Daarvoor kunnen Osseten en Georgiërs het ook, op dorpsniveau althans, te goed met elkaar vinden. Ze trouwen kriskras door etnische scheidslijnen heen, en maken elke poging om hier een verhaal van te maken over eeuwenlange, diep gewortelde etnische haat tot een schertsvertoning.

Ontheemden
Een poging de Russische controleposten te omzeilen over kleinere weggetjes, voert langs een ander dorpje, waar de kleine winkelhoudster Nora vertelt over het ongewenste bezoek van de avond daarvoor. ‘Osseten en kozakken in burgerkledij kwamen hier stomdronken langs. Ze schoten in de lucht en grepen wat ze wilden uit de winkel. Er waren ook Russische soldaten bij, maar die deden niet mee.’

Kalasjnikovs

Kalasjnikovs
Verderop, in Rega, verhaalt de fruitteler Badri over de korte ‘bezetting’ van zijn dorp. ‘De Russen waren vriendelijk. Ze zeiden ‘bel maar als er iets is’.’ Maar toen zij weg waren, kwamen de Osseten, met maskers voor en kalasjnikovs. ‘Die hebben voor mijn ogen mijn auto en nog drie andere op een vrachtwagen geladen en zijn weer weggereden.’

Kalasjnikovs
Badri vertelt dat familieleden in het naburige Kareleti, dat vlak achter de Russische controlepost ligt, gisteren zijn gevlucht. ‘De Osseten zeiden dat ze in moesten rukken en dus gingen ze.’ Badri’s vrouw is Ossetisch en het gaat al 25 jaar goed tussen de families. Voor hem is de oorlog ‘een groot politiek spel’. ‘We leven hier al zo lang samen zonder problemen. Er waren veel incidenten met doden, maar je hebt net zo goed slechte Georgiërs als slechte Osseten. Het betekent niet dat ik Osseten moet haten. Ik weet dat Saakasjvili en Poetin elkaar haten, maar waarom moeten ze om ons oorlog voeren?’

Kalasjnikovs
Dan vraagt hij opeens: ‘Maar wat doen jullie hier eigenlijk? Je moet in het Liachuie district zijn (15 Georgische dorpen ten noorden van Tschinvali, red.), daar zijn de dorpen volledig van de kaart geveegd.’

Kalasjnikovs
Een derde alternatieve route in die richting voert naar Mejoerischevi, een Georgisch grensdorp. Bij aankomst is er net een opstootje in een groep van ongeveer vijftig mannen die zich op het plein hebben verzameld. Ze blijken woedend op de politie, die pas de afgelopen dagen weer is teruggekeerd. ‘Waar waren jullie toen we jullie nodig hadden? We waren doodsbang!’, schreeuwt iemand die door omstanders in bedwang moet worden gehouden.

Kalasjnikovs
De Georgische politie verbiedt verder te gaan. ‘Sluipschutters.’ Een poging om de Ossetische militieleider Temoer in Gromi (het naastgelegen Ossetische dorp) telefonisch toestemming te vragen de grens over te steken loopt op niets uit. Temoer lispelt zwaar en op de achtergrond is het rumoer te horen van wat ongetwijfeld een vrolijk samenzijn is van de Ossetische militie te Gromi.

Kalasjnikovs
‘Luister, alles is hier rustig, er is niets te zien. Maar hoe weet ik dat jullie op televisie toch niet de grootste leugens zullen verkondigen? Bovendien bouwen we hier net een feestje en daar hebben we jullie helemaal niet bij nodig.’ Temoer moet er zelf om lachen. Het is vandaag de eerste deugdelijke reden die wordt verschaft om de deur dicht te houden.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden