Doktertje spelen, het was mijn lievelingsspel

ALEID TRUIJENS

Het zou een perfect script zijn voor een bijtende satire over hedendaagse hysterie. Thema: de gruwelijke gevolgen van onnozele goede bedoelingen. Er is een schokkende gebeurtenis - kleuters spelen doktertje! -, een reactie, beschuldigingen en een escalerend conflict, maar de catharsis blijft uit. Alle personages zijn voorhanden: overbezorgde ouders, een overijverige crèchemedewerkster die naar het Meldpunt Kindermishandeling stapt, de almachtige Jeugdzorg. En natuurlijk de twee kleine viezerikjes, een meisje (6) en een jongetje (7), om wie het allemaal draait.

Geloof het of niet, dit gebeurt echt. Dit is 2014: alertheid en preventie vóór alles. IJzeren protocollen verhinderen dat iemand nog zijn verstand gebruikt.

Het begon ermee dat de ouders het gefoezel van hun dochtertje en haar vriendje, met wie ze al jaren speelt, 'kantje boord' vonden. Enige tijd later hebben zij, oplettende opvoeders, de beschuldiging 'emotionele verwaarlozing' van Jeugdzorg aan hun broek. Zij hebben hun kind in een 'onveilige situatie' gebracht. Zie van zo'n omineuze aantekening in het dossier maar eens af te komen.

Onveilige situatie, mijn god. Is er nu echt niemand van alle leidsters, leerkrachten en maatschappelijk werksters - beroepsgroepen die gebukt gaan onder 'hoge werkdruk' - die zich met de zaak heeft bemoeid? Die heeft geroepen: 'Ho, stop!'

Waar hebben we het eigenlijk over? Wat hebben die kleuters uitgevreten? Wat kunnen ze voor walgelijke, 'grensoverschrijdende' handelingen aan elkaar hebben verricht? Gluren? Friemelen? Voelen? Aaien? De berichtgeving zwijgt erover.

Als in de jaren zestig de alertheid een beetje op orde was geweest, waren mijn ouders, en die van alle kinderen in mijn omgeving, vele malen ingerekend, en was ik in een tehuis opgesloten.

Doktertje spelen, het was mijn lievelingsspel. Ik speelde het vooral met buurjongetjes en neefjes. Na lang onderhandelen over de prijs, spekkies of trekdrop, gingen de broeken precies tegelijk omlaag. Tien tellen, niet langer. Hoogtepunt was zelden het moment waarop de onooglijke garnaal van de buurjongen in beeld kwam. Aan zijn teleurgestelde blik te meten was bij mij ook weinig boeiends te zien. Het ging om de langgerekte momenten ervoor: de stokkende adem van het jongetje, zijn hese piepstem. Het zoete gevoel van - toegegeven - macht. Het was als alle kinderspel: oefenen voor het echte leven. Het spel van loven en bieden op de liefdesmarkt. Van tergen, aantrekken en afstoten, dat ik nooit helemaal onder de knie heb gekregen.

Het was heerlijk om te weten dat dit dingen waren die grote mensen deden. Dingen die ze nooit goed zouden vinden als ze in de buurt waren. Maar dat waren ze nooit. Hoewel moeders in de jaren zestig zelden werkten, konden wij urenlang onbespied onze smoezelige gang gaan. Op braakliggende veldjes, in badhokjes, in de gangkast waar onze 'geheime club' bijeen kwam. Moeders met verhitte hoofden waren altijd druk met hun plumeau of bergen was door de wringer halend. Het was niet eens de alles-moet-kunnen-mentaliteit. Dat kwam pas in de jaren zeventig. Het was argeloosheid.

Nu weten we beter. We zijn voortdurend voorbereid op het allerergste. Het vunze gevaar loert overal. Kinderen zijn zelden buiten het toezicht van volwassenen. Als hun ouders werken, spelen ze onder het haviksoog van de crècheleiding, zijn ze vrij, dan storten ze zich continu op hun kinderen. Het aantal verkeersongevallen met kinderen daalde daardoor. Misschien werd er eens seksueel misbruik mee voorkomen. Maar de schade van die bange alertheid is groter.

Iedereen die met dit geval van de twee kleine smeerkezen te maken had, reageerde overtrokken. De ouders zelf, met hun bezorgde waarneming. De crècheleidster, die adviseerde het dochtertje weg te houden bij het jongetje - zo had ze het vast op haar ROC geleerd. Toen de ouders dat advies niet opvolgden, waren de rapen gaar en bereikte de klacht Jeugdzorg, die bij mishandeling niet altijd alert is, maar nu wel.

Cruciaal voor de tunnelvisie was volgens jurist Hendrik Gommer, die zich over de zaak buigt, een warrig verhaal van een maatschappelijk werkster waarin 'meningen, feiten en interpretaties door elkaar lopen'. Een klachtencommissie verklaarde alle klachten gegrond, de Kinderombudsman vindt 'de zorg gegrond'. Maar de Inspectie kijkt machteloos toe. Want Jeugdzorg handelde volgens protocol. Jeugdzorg moet kinderen beschermen tegen gezinnen, maar wie beschermt gezinnen tegen Jeugdzorg?

undefined

Aleid Truijens is schrijfster, literatuurrecensente en biografe.

Reageren? opinie@volkskrant.nl

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden