Doellijntechnologie kan, net als menselijke waarnemers, fouten maken
De ingezonden brieven van woensdag 1 maart.
Brief van de dag: doellijntechnologie kan ook falen
Ik verbaas mij over de naïviteit waarmee spelers, media en publiek de absolute geldigheid hebben aanvaard van het oordeel van het doellijntechnologiesysteem dat zondag de Nederlandse voetbalcompetitie besliste. Natuurlijk, de PSV-spelers protesteerden, maar dat was meer uit automatisme dan op grond van oprechte twijfel. En twijfel is meer dan gerechtvaardigd, zoals iedereen met een basale wetenschappelijke intuïtie gemakkelijk kan nagaan. Duizend beelden per seconde lijkt heel veel, maar met balsnelheden tot zo'n 30 meter per seconde kan alleen dit aspect al 3cm bijdragen aan de onzekerheid. Nog helemaal afgezien van de intrinsieke meetonnauwkeurigheid en de complicaties bij een scrimmage waarbij niet alle camera's zicht op de bal houden en de driehoeksmeting een stuk minder betrouwbaar wordt. De claim van HawkEye dat de fout in de positie van de bal in elke denkbare omstandigheid ten hoogste 5 mm is, lijkt mij weinig meer dan een alternatief feit. Maar zelfs als dit waar zou zijn, dan is de wetenschappelijk juiste interpretatie van een dergelijke claim dat bij ongeveer 1op de 20 metingen een fout zal optreden van meer dan 1 cm (zo werkt dat nu eenmaal met statistiek). Gezien de flinterdunne marge die het systeem toonde, gevoegd bij het grotendeels afgeschermd zijn van de bal op het kritieke moment, schat ik op basis van deze waarneming de kans dat de situatie bij Feyenoord PSV daadwerkelijk een doelpunt was op weinig meer dan 50 procent. Wat de toegevoegde waarde van het systeem voor mij overigens niet ondermijnt. Het zou alleen getuigen van realisme als zou worden toegegeven dat ook dit systeem, net als de menselijke waarnemers, fouten kan maken, met als grote winst dat de marge vele malen kleiner is dan bij de menselijke inschatting. Maar niet nul.
Ernst van de Kerkhof, Sittard
Verkiezingsdebat
'Het verkiezingsdebat dat niemand zich zal heugen' kopte de Volkskrant (28 februari) over het RTL-debat van zondagavond. Juist wel, dacht ik meteen. Voor het eerst sinds tijden weer eens een redelijk normaal debat. Een debat op inhoud tussen partijen die maar één doel voor ogen hebben: het binnen hun eigen uitgangspunten streven naar een duurzame en houdbare toekomst voor Nederland.
Eindelijk weer eens een debat zonder zure oneliners en onterechte verdachtmakingen uit populistische hoek. En een debat waar niet de hele tijd alleen maar pijlen worden afgeschoten op de zogenaamd falende premier.
Heerlijk dat Mark en Geert er even niet bij waren. Misschien kijken we er later op terug als 'het verkiezingsdebat dat ons nog lang zou heugen'!
Jaap Lampe, Haarlem
Erdal Balci
Wat een geweldige columnist is Erdal Balci (Volkskrant, 28 februari). Hij steelt mijn hart met menswaardige en ontroerende bijdragen.
Via woorden, gedachten en gevoelens kun je van mensen gaan houden. Afwegen waar je staat, ongeacht geloof, cultuur en dergelijke
De column over de vader en dochter van Erdal Balci raakt mij rechtstreeks in het hart en laat een gevoel van onvoorwaardelijke liefde en respect voor de familie Balci achter.
Je dierbaren willen beschermen tegen ziekten, ongelukken en tegenspoed zal ons allemaal aanspreken.
Carla van der Poll, Voorburg
Moonlight
Niet het gestuntel bij de uitreiking van de Oscars was het grootste nieuws in de filmwereld. Nee, dat was de keuze van de winnaar: Moonlight.
Een draak van een film met een flinterdun voorspelbaar verhaal over zwarte mensen gemaakt door een zwarte regisseur. Je ziet elke scène tien minuten van te voren aankomen. En dan verzoenen de hoofdpersonen, die een film lang elkaar kwellen, zich aan het einde in een mierzoete goede afloop.
Mijn theorie is dat alle juichende recensies het gevolg zijn van politiek correct denken: wij recensenten zijn ons ineens bewust van het feit dat de Oscarwinnaars altijd witte films zijn geweest. Dat gaan we nu corrigeren.
Maar er bestaan geen zwarte en witte films. Er bestaan alleen maar goede en slechte films.
Deze keuze is een belediging aan het adres van zwarte filmmakers. Ze worden niet serieus genomen, maar beloond om hun huidskleur.
Daniel Koning, Amsterdam
Een goede raad uit 1978
In het Volkskrant-commentaar van 27 februari stelde Du Pré Samsom als voorbeeld: een programma is niet meer dan een inspanningsverplichting, je weet maar nooit wie je nog nodig hebt na de verkiezingen.
Mijn hart weende. Cynischer kan het namelijk niet. Zeker, het kan geen kwaad geen koeien met gouden hoorns te beloven. De keuze met wie je wilt regeren is echter, meer nog dan het programma, bepalend voor welke richting een partij in wil slaan, en die duidelijkheid dient de democratie.
Het vertrouwen van de kiezers in de parlementaire democratie kreeg een flinke klap toen PvdA en VVD, de grote tegenstanders in de vorige verkiezingsstrijd, al enkele dagen na de verkiezingen voor elkaar kozen. Klaver spreekt zich daarom duidelijk uit vóór een centrumlinks kabinet en nodigt voortdurend de PvdA uit om in elk geval niet opnieuw een rechts kabinet mogelijk te maken. Roemer, altijd al wat dogmatischer, sluit daartoe zelfs de VVD uit. Maar Du Pré geeft Klaver en Roemer een standje, stel je voor dat ze Nederland onregeerbaar maken!
Luister naar dit pleidooi: 'Politiek was in Nederland wel een erg ondoorzichtig bedrijf geworden. Zo werd de manier waarop meestal kabinetten tot stand plachten te komen, terecht als oncontroleerbaar geknutsel van enkelingen gezien. De vrijblijvende opstelling van partijen vóór verkiezingen kwam neer op de afdracht door de kiezer van zijn stem zonder controle op het gebruik daarvan. De veelheid van partijen belemmerde eens te meer het zicht van de kiezer op een duidelijke beleidskeuze.'
Ik kan het niet beter zeggen. Asscher zou het moeten herkennen. Den Uyl, 1978, in De smalle marges van de politiek. Den Uyl, jongere lezer, was een voorganger van Asscher.
Hans Boer, Groningen