Doden bij gevechten in Turkije, 'burgers slapen naast lijken'

'Veiligheidstroepen zijn een kelder in Cizre binnengegaan die in handen was van terroristen', meldde staatszender TRT op 7 februari. 'Ongeveer 60 terroristen zijn geneutraliseerd.' Maandag was het bericht echter weer van de website gehaald en meldde de gouverneur van het gebied dat er tien mensen zijn omgekomen.

Een parlementariër van de pro-Koerdische partij HDP, die zich in Cizre bevindt, zei dat er negen mensen waren omgekomen in een flat die na een beschieting in brand was gevlogen. Bovendien zou een jongen door de Turkse strijdkrachten op straat zijn doodgeschoten. De politicus beschuldigt de Turkse regering ervan in Cizre een bloedbad aan te richten.

Via sociale media worden ondertussen gruwelijke foto's verspreid van mensen die in de kelder zouden zijn gedood. Het is echter onmogelijk te controleren waar en wanneer deze foto's gemaakt zijn.

De strijd in het zuidoosten van Turkije laaide afgelopen zomer op en het dorp Cizre wordt al zes weken belegerd door het Turkse leger en drie districten zijn volledig afgesloten. Van de 120.000 inwoners zouden er nog maar 20.000 over zijn; de rest is gevlucht.

Slapen naast rottende lichamen

Het lot van een andere groep burgers in een kelder in Cizre is ook onduidelijk. Hier zouden 28 mensen schuilen voor het geweld en sommigen van hen zouden zwaar gewond zijn. Ambulances konden of mochten het gebouw echter niet benaderen en zes van deze mensen zouden zijn overleden, schreef de Nederlandse journaliste Frederike Geerdink een week geleden voor Al Jazeera.

De rest probeerde in de kelder te overleven, onder wie een jongen van 13 en een meisje van 16. Ze zouden hun wonden af met luiers afdekken en slapen naast de rottende lichamen terwijl er buiten granaten ontploffen, schreef de Britse krant The Telegraph. Dit zou overigens een andere kelder zijn dan de plek waar de 60 mensen zouden zijn omgekomen en het is onduidelijk of deze mensen ondertussen gered zijn, of nog steeds in de kelder verblijven.

Ook andere steden en dorpen zijn onder beleg. Abdullah Demirbas, de voormalige burgemeester van het district Sur bij de stad Diyarbakir, beschreef de omstandigheden in de New York Times. 'Tanks rijden door smalle straatjes en burgers zitten wekenlang binnen opgesloten. Als ze toch naar buiten proberen te gaan, lopen ze het risico door sluipschutters te worden neergeschoten. Hun dode lichamen liggen dagenlang op straat.'