Docent krijgt 500 euro per jaar om door te leren
Leraren krijgen een persoonlijk scholingsbudget van 500 tot 600 euro per jaar. Ze kunnen daar zelf cursussen voor uitzoeken. Leerkrachten in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs moeten het geld zelf opeisen bij hun schooldirectie. Voor het middelbaar beroepsonderwijs zijn wel scholingsuren vastgelegd, maar geen concrete budgetten.
Met de nieuwe scholingsbudgetten krijgen leraren 'meer zeggenschap over hun eigen groei en ontwikkeling', schrijven minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) vandaag aan de Tweede Kamer. Deze individuele potjes komen 'boven op de bestaande middelen voor professionalisering, die in de praktijk vaak worden ingezet voor teamscholing'.
Basisschoolleerkrachten krijgen een persoonlijk budget van 500 euro per jaar en twee scholingsuren per week. Dat staat in hun nieuwe cao waarover vakbondsleden dit najaar mogen stemmen. In het voortgezet onderwijs krijgen docenten een vrij te besteden jaarlijks 'basisbudget' van 600 euro voor professionalisering. Mbo-docenten kunnen volgens de onlangs afgesloten cao 59 uur scholing opvragen. Over het budget moeten zij in gesprek gaan met de schoolleiding.
Bussemaker en Dekker zetten in hun brief de ambities op een rij uit een reeks onderwijsakkoorden. 'Voor het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs lopen de investeringen op tot structureel 1,2 miljard euro per jaar. Dit betekent dat er de komende jaren enkele honderden euro's extra worden geïnvesteerd per leerling per jaar.'
Jonge docenten
Het gaat onder meer over de begeleiding van jonge docenten, het verlagen van de werkdruk door conciërges en klassenassistenten, aandacht voor toptalent en het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. In de 1,2 miljard euro zit ook de 650 miljoen die het kabinet vorig jaar in het Herfstakkoord vastlegde met D66, ChristenUnie en SGP.
De Algemene Onderwijsbond (AOb) is tevreden dat er meer aandacht komt voor individuele scholing en voor begeleiding van jonge docenten. 'Veel starters verlaten het onderwijs weer omdat ze zich voor de leeuwen gegooid voelen', zegt woordvoerster Lisa Westerveld van de AOb. Wel vindt de vakbond het een nadeel dat de scholingsbudgetten deel uitmaken van de algemene bekostiging (lump sum) van de scholen. 'Dit soort budgetten moeten bij het individu liggen. Wie voor de klas staat, weet zelf het best waaraan het kan worden besteed.'
Het ministerie benadrukt dat het geld voor de docenten is. 'Op basis van de cao-afspraken krijgen ze nu een persoonlijk recht op deze middelen', aldus een woordvoerster. 'Leraren kunnen bijvoorbeeld een opleiding kiezen voor het beter benutten van ict in de klas, om beter om te gaan met verschillen in de klas of om de resultaten van kinderen te analyseren om zo hun lessen te verbeteren.'
De onderwijsvakbond wil dat het ministerie meer controle houdt over de besteding van het (extra) geld. 'De vraag is wat er van dat geld in de klas terechtkomt.' Uit een enquête van de NOS bleek onlangs dat 80 procent van de schoolbesturen het extra geld uit het Herfstakkoord op een spaarrekening heeft gezet of gebruikt om financiële tekorten te dichten.
undefined