Dittrich doet dingen waar niemand anders heil in ziet

D66-fractievoorzitter Dittrich vecht voor zijn politieke leven. Keurt het congres het akkoord goed dat hij met Pasen bereikte, dan is hij de onbetwiste leider....

Jan Meeus en Philippe Remarque

De bijnaam Boris Boef, die zijn klasgenootjes van de Katholieke Basisschool in de Utrechtse wijk Oog en Al hem gaven, is in de Tweede Kamer nog nooit gebruikt. Maar minstens sinds afgelopen week is duidelijk dat het talentvolle Kamerlid Boris Dittrich niet alleen de gedreven idealist is die in het felle licht van de publiciteit het gedachtegoed van D66 aan de man probeert te brengen. De oud-rechter en advocaat bezit ook de Wille zur Macht en de hardheid die nodig is om daarvoor slachtoffers te maken.

Voor de vrienden van Thom de Graaf is de nacht van Ed van Thijn ook de coup van Boris Dittrich. Want de dag erna liet Dittrich zijn partijgenoot en vice-premier vallen om een frisse herstart van het kabinet-Balkenende mogelijk te maken. Het akkoord met coalitiegenoten CDA en VVD kwam er vervolgens razendsnel. Toen hem zaterdag gevraagd werd of Thom de Graaf niet geknipt was om de nieuwe Bestuurlijke Vernieuwingsparagraaf als minister uit te voeren, zei Dittrich dat De Graaf was afgetreden en het nu tijd was om naar de toekomst te kijken.

Er zijn in Den Haag mensen die zeggen dat Dittrich met zijn optreden van de afgelopen weken als politicus volwassen is geworden. Een pragmaticus moet een politieke vriend die vecht voor een verloren strijd kunnen laten vallen, zeker als partij en coalitie daarmee een probleem kwijtraken. GroenLinks- fractieleider Femke Halsema vindt dat een misvatting. Ze verweet Dittrich in het Kamerdebat van woensdag geen hand voor De Graaf te hebben uitgestoken. 'Het is mijn stijl niet', zegt ze. 'Dit onthouden mensen. Uiteindelijk trek je daarmee aan het kortste eind '.

Welke prijs Dittrich er ook voor betaalt, vriend en vijand zijn het erover eens dat hij met het wippen van zijn voorganger De Graaf nu de absolute leider van D66 is geworden. De komende week strijdt hij voor zijn politieke toekomst. Wordt zijn koene daad beloond? Of keurt het D66-congres aanstaande zaterdag het coalitie-akkoord af? Dan heeft Dittrich zijn langste tijd als D66-leider wellicht gehad.

Boris Ottokar Dittrich werd op 21 juli 1955 geboren als jongste zoon van een Tsjechische vader die gevlucht was voor het communistische regime en een Nederlandse moeder. Hij groeide op in Utrecht, waar zijn vader vanaf 1967 hoogleraar Oost-Europese geschiedenis was.

Na zijn eindexamen gymnasium trok Dittrich in 1974 naar de Verenigde Staten om daar te studeren. Het jaar in Ohio heeft naar eigen zeggen zijn leven getekend. 'Het was een spoedcursus in zelfstandigheid', valt te lezen op zijn website www.BorisDittrich.nl. Hij leerde in Amerika debatteren, maakte kennis met rechten en criminologie, werkte als vrijwilliger in een Amerikaanse gevangenis en begon er te schilderen.

De hang naar Europa en de behoefte om dicht bij zijn ouders te zijn, weerhielden Dittrich ervan om Amerika te blijven. Hij ging rechten studeren in Leiden. Zijn studiegenoot en vriend Jan Jaap Korevaar herinnert zich hem als een 'ingetogen jongen'.

Na zijn afstuderen in 1981 studeerde hij in de avonduren twee jaar lang beeldende kunst aan de Nieuwe Academie. Zijn carrière als kunstschilder sneefde echter nadat hij op 30-jarige leeftijd bruut werd afgewezen door de toelatingscommissie van de Rijksacademie. Dittrich ging in 1981 aan de slag als advocaat bij het traditionele kantoor Stibbe, Blaisse en De Jong. Maar in 1984 werd hij compagnon van advocatenkantoor Ingelse, waar de sociale advocatuur hoog in het vaandel stond. Dittrich hield zich bezig met huurrecht, ontslagrecht, familierecht, strafrecht en vreemdelingenrecht. De advocaat Dittrich verscheen in die jaren nog in zijn legerkistjes op zitting. 'Hij werd in die tijd als advocaat niet meteen herkend', zo herinnert zich een oud-cliënt. Tenminste, zolang als hij zijn mond hield. Want de hees-beschaafde welbespraaktheid die zo typerend is voor de politicus Dittrich, was ook een van de geheime wapens van de advocaat Dittrich.

Toen al had hij de profileringsdrang die hem later onderscheidde in de Tweede Kamer. Hij deed zaken waar niemand anders heil in zag, de zogenaamde Boriszaken, en boekte er succes mee, aldus zijn toenmalig collega Els Unger. In die tijd zette Dittrich ook zijn eerste officiële stappen in de politiek. In 1985 werd hij bestuurslid van de Amsterdamse afdeling van D66 en in 1990 werd hij gekozen als lid van de Stadsdeelraad Zuid. Voor zijn collega's in de deelraad was het duidelijk dat voor rechter Dittrich - in 1989 was hij benoemd als rechter in Alkmaar - de deelraad slechts een opstapje was naar de landelijke politiek. Hij koppelde compassie aan publiciteit en was daar heel succesvol mee. 'Hij gebruikte het openbare belang net zo goed voor het belang van de Boris Dittrich-bv', vertelde Arnoud Jan Pennink, die Dittrich interesseerde voor de deelraad, tegen NRC Handelsblad.

Boris Dittrich kwam in de Kamer in 1994, het triomfjaar voor D66. Dat was toen met 24 zetels bijna net zo groot als de VVD. Dittrich behoorde tot de nieuwe categorie politici die elan gaven aan het eerste Paarse kabinet. 'Ik ben zo ambitieus dat als ik iets doe, ik het ook echt goed wil doen. Ik heb nu één lijn voor ogen en ik probeer de beste te zijn', zei hij .

'Hij is één van de meest complete Kamerleden die ik ken', zegt PvdA-collega Peter van Heemst, die in de jaren negentig voorzitter was van de justitiecommissie waarin Dittrich zat. 'Ik vond hem heel vaak met kop en schouders boven de anderen uitsteken.'

Rechters of officieren van justitie voelen zich vaak wat verloren in de politiek, maar bij Dittrich 'was vanaf dag één in de Kamer duidelijk dat we hier met een politicus te maken hadden'. Hij is volgens Van Heemst inhoudelijk sterk, een vaardig debater, weet de goede politieke punten te maken en is goed in staat de media te vinden.

Geen politicus die zo graag en vaak optreedt op radio, televisie en kranten. Hij reageert soms korzelig als er minder citaten van hem in een artikel terechtkomen dan hij verantwoord acht. Onder journalisten in Den Haag wordt Boris Dittrich dan ook vaak bespot om zijn media-geilheid. Politici ergeren zich wel eens. Femke Halsema van GroenLinks: 'Boris zegt dan dat ze jaloers zijn, en misschien is dat ook wel zo. Hij is een heel gedegen en vakbekwaam jurist en heeft een uitermate goed gevoel voor wat mediageniek is. Daar is hij heel effectief in.'

Wel slaat ze het als collega af en toe 'met enige verbazing' gade, zoals die keer dat ze midden in het zomerreces op de autoradio een kwestie hoorde over etiketten in legerkleding die niet helemaal in orde waren. 'Aangekaart door de heer Dittrich, die vervolgens zelf uitgebreid aan het woord kwam.'

Toen D66-peetvader Hans van Mierlo het eerste exemplaar in ontvangst nam van Dittrichs politieke autobiografie Een blauwe stoel in Paars spotte hij op subtiele wijze met diens ijdelheid: 'Boris denkt dat hij in elk hoofdstuk iemand anders centraal stelt'. Dittrich zelf stelt dat publiciteit in de Nederlandse mediacratie noodzakelijk is. Minder bekend is zijn werk voor Nederlanders die in het buitenland gevangen zitten. 'Voor die mensen doet hij veel en betekenisvol werk', stelt een oud-collega. 'Ook als de camera's niet draaien, al zal hij er maximaal gebruik van maken als ze wel aanwezig zijn.'

Fractiecollega Boris van der Ham toont zich een groot bewonderaar van de aanpak van zijn vroegere mentor: 'Het mooie van Boris Dittrich is dat hij de democratische opvattingen van D66 heel tastbaar en begrijpelijk kan maken. Hij vertaalt het met concrete wetsvoorstellen naar micro-niveau, zoals bij het spreekrecht voor slachtoffers en zijn inzet voor gevangenen in Marokko en Thailand. Hij is iemand met heel veel ideeën die ook de handen uit de mouwen steekt.'

Volgens Van der Ham heeft Dittrich als fractievoorzitter charme, maar kan hij scherp uit de hoek komen. 'Hij heeft lef. Hij hoeft niet altijd aardig gevonden te worden.' In de afgelopen weken heeft Boris Dittrich volgens Van der Ham laten zien dat hij met de vuist op tafel durft te slaan als het erop aan komt. Hij besloot regie te houden en niet met zich te laten sollen. 'Als iets niet lukt, sleept hij er iets anders uit. Daar wordt D66 een steviger partij van.'

Dittrich wilde duidelijk maken dat D66 een bredere agenda heeft dan alleen de gekozen burgemeester. Maar daarbij ging hij wel een stap te ver. In het Kamerdebat van woensdag gooide hij de bestuurlijke vernieuwing als D66-wens bijna volledig overboord. Na ingrijpen van oprichter Van Mierlo en het partijbestuur stond het toch weer prominent op de agenda van de coalitiebesprekingen. En al ontkent hij het zelf met klem, betrouwbare bronnen bevestigen dat Dittrich aanvankelijk zelf minister en vice-premier wilde worden en werd teruggefloten door zijn partijgenoten.

PvdA-collega Peter van Heemst spreekt over Dittrichs 'enige kwetsbare punt': 'Hij is zo gedreven door de persoonlijke ambitie om minister te worden, dat hij andere dingen als partijbelang er ondergeschikt aan maakt.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden