Nieuws
Dit najaar had een groot experiment met staatswiet moeten beginnen, maar het blijft wachten op de legale joint
De start van het experiment voor legale, overheidsgereguleerde wietteelt en levering aan coffeeshops loopt uit. Tien gemeenten hadden in september of oktober aan het wietexperiment moeten beginnen. Maar de procedure duurt langer dan verwacht.
Even leek het plan helemaal van de baan. Burgemeester Ahmed Marcouch schreef woensdag aan de gemeenteraad van Arnhem, een van de deelnemende gemeenten, dat het experiment ‘voor onbepaalde tijd’ was uitgesteld. Maar het ministerie en andere gemeenten zwakken dit af. ‘Het experiment loopt nog’, zegt een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid. Volgens de gemeente Breda bijvoorbeeld is er sprake van ‘vertraging’ bij het experiment. De gemeente Tilburg beaamt dit. ‘Het najaar gaan we niet halen’.
De proef met staatswiet stamt nog uit het regeerakkoord uit 2017. Daarin werd bepaald dat zes à tien steden konden experimenteren met wiet die op legale wijze wordt geteeld en verkocht aan coffeeshops. Nu is dat nog illegaal, maar wordt het gedoogd. Door de keten van teelt en verkoop naar zich toe te trekken en te reguleren – de zogenoemde ‘gesloten keten’ – hoopt de overheid drugscriminaliteit in te perken.
De vertraging zit in de procedures, blijkt nu. In december werden tien telers ingeloot voor het experiment, voor elke gemeente één. Maar die worden langs de meetlat van de Wet Bibob (bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) gelegd. Dat is een achtergrondonderzoek om misbruik door criminelen te voorkomen. Twee telers zijn inmiddels door de procedure heen en bij vier anderen gebeurt dat op de korte termijn. Maar de rest van de telers zitten nog in een eerder stadium van de Bibob-beoordeling.
‘Fluïde moment’
De telers kunnen pas beginnen met de productie als ze door de Bibob-procedure heen zijn en de coffeeshops kunnen pas inkopen als er voldoende cannabis geteeld is. Voor het integriteitsonderzoek staat ‘acht tot twaalf weken’ volgens de Rijksoverheid. ‘Na aanwijzing van de telers start de voorbereidingstijd. Het streven is een voorbereidingstijd van zes maanden.’ Want de telers hebben tijd nodig om genoeg te kunnen leveren. Bovendien moeten de producten van goede kwaliteit zijn.
Als er voldoende staatswiet geleverd kan worden, komt er een startdatum. De ministers van Justitie en van Volksgezondheid houden de gemeenten op de hoogte. Tijdens een debat in juni zei verantwoordelijk minister Tamara van Ark dat het ‘een beetje een fluïde moment’ is. ‘Ik kan het niet met een schaartje knippen.’ Vorig jaar werd de proef al een keer uitgesteld, omdat de voorbereidingen vertraging opliepen door de coronacrisis.
Het experiment gaat vier jaar duren. Het is vervolgens aan de politiek of het beleid wordt voor alle Nederlandse coffeeshops. Begin 2019 waren dat er 570 in 102 gemeenten, schrijft onderzoeksbureau Breuer & Intraval. In totaal doen 79 coffeeshops mee aan het staatswietexperiment. De steden waar het experiment plaats moet vinden zijn Groningen, Tilburg, Almere, Breda, Maastricht, Nijmegen, Arnhem, Zaanstad, Heerlen en Hellevoetsluis.
De vier grootste steden van Nederland (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) doen niet mee aan het experiment omdat ze het oneens zijn met de opzet ervan. Zo moeten alle coffeeshops in een gemeente meedoen aan het experiment. Volgens deze gemeenten, waarvan ieder een groot aantal coffeeshops telt, is dit niet haalbaar: er hoeft maar één eigenaar dwars te liggen of het plan gaat niet door. De Raad van State en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hadden verleden jaren ook kritiek. Met tien gemeenten vinden zij het experiment te kleinschalig.