Analyse
‘Dit kan het begin van het einde zijn voor fossiele maatschappijen’
Mogelijk luidt de actie van Milieudefensie door dit vonnis een versneld einde in van het olietijdperk, dat ruim een eeuw geduurd heeft. Zijn de gevolgen van het vonnis al te overzien?
Met een glimlach beëindigt de rechter in Den Haag woensdagmiddag haar wereldwijd unieke uitspraak. ‘Ik hoor buiten blije reacties’, zegt ze bijna opgewekt. Ze doelt op juichende klimaatactivisten. Hun grootste vijand, Royal Dutch Shell, is veroordeeld tot een serieuze bijdrage aan het voorkomen van gevaarlijke klimaatverandering. De oliemaatschappij moet van de rechter haar CO2-uitstoot in lijn brengen met het Klimaatakkoord van Parijs.
Wat betekent deze baanbrekende uitspraak concreet? Hoe gaat Shell, wier bedrijfsmodel goeddeels drijft op olieplassen en gasvelden, in relatief korte tijd zo’n enorme absolute reductie realiseren?
‘Poeh, dat is even slikken voor ze’, zegt Jos Versteeg, olie- en gasanalist bij InsingerGilissen. ‘Hun hele businessplan zal omgegooid moeten worden. Het roept bij ons ook de vraag op hoe we het bedrijf moeten waarderen. Shell heeft duidelijk verkeerd gegokt met de overname van British Gas in 2016.’
Verweer
De uitspraak kan het begin van het einde zijn voor fossiele maatschappijen, denkt Versteeg. Niet alleen Shell, dat denkt in beroep te zullen gaan, moet vrezen voor zijn toekomst. Ook oliemaatschappijen als ExxonMobil, Chevron en Total kunnen de borst nat maken. Want op basis van de Haagse uitspraak zullen milieuorganisaties wereldwijd olieconcerns voor de rechter slepen.
Dan zal het verweer van Shell-topman Ben van Beurden, dat andere olieconcerns in Shells CO2-gat zullen springen, niet opgaan. Van Beurden noemde een afgedwongen reductie zinloos omdat andere bedrijven dan meer zullen oppompen, waardoor het klimaat er weinig mee opschiet. Als dit al zo is, oordeelde de rechter, dan ontslaat dit Shell niet van de eigen verantwoordelijkheid de mensheid te helpen behoeden voor gevaarlijke klimaatverandering.
Het zou dus kunnen dat de actie van Milieudefensie een versneld einde inluidt van het olietijdperk dat ruim een eeuw geduurd heeft. Geen wonder dat de actievoerders woensdag met tranen van geluk in de ogen de rechtbank verlieten, net als in februari, toen ze de zaak wonnen over olielekkages van Shell in Nigeria. En zoals in 2015, toen dezelfde advocaat namens Urgenda zegevierde in een vergelijkbare zaak tegen de Staat.
Netto
De vreugde onder de milieuclubs wil niet zeggen dat het oordeel voor Shell alleen maar tegenviel. De rechter eist niet dat het concern de CO2 met een absoluut percentage naar beneden brengt, zoals Milieudefensie wilde, maar met een netto percentage.
‘Dit geeft Shell veel mogelijkheden om te compenseren’, zegt Machiel Mulder, hoogleraar energie-economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Bijvoorbeeld door het afvangen en opslaan van CO2 of het aanplanten van bomen. Shell krijgt veel vrijheid om te bepalen hoe ze het opgelegde doel halen. Als ze dit voortvarend doen, kunnen ze door met olie- en gaswinning.’
Wellicht werd dit positieve aspect gevoeld onder aandeelhouders: de beurs reageerde kalm op de uitspraak.
Voor GroenLinks-europarlementariër Bas Eickhout is het baanbrekend dat de verantwoordelijkheid voor klimaatactie nu expliciet ook bij private bedrijven wordt gelegd. ‘Dat heeft implicaties voor de bedrijfsvoering van veel multinationals’, zegt hij. ‘Voor fossiele bedrijven is het concept van ‘stranded assets’ (waardeloze bezittingen, red.) een stuk concreter geworden. Ze zullen zich veel sneller moeten aanpassen dan ze dachten.’
Volgens directeur Donald Pols van Milieudefensie gaat de uitspraak in sommige opzichten verder dan het akkoord van Parijs. ‘Ze is bindend voor een vervuiler tien keer zo groot als Nederland.’ Wereldwijd zijn 25 ondernemingen verantwoordelijk voor de helft van de klimaatschade, stelt Milieudefensie. ‘Shell is er één. En de uitspraak is toepasbaar op veel van deze ondernemingen. Dat idee zal er in de directiekamers toe leiden dat ze maatregelen zullen nemen, nog voor er zaken worden aangespannen.’
Referentiejaar
Dat de vrijblijvendheid er nu af is, is ook volgens Machiel Mulder, hoogleraar regulering energiemarkten aan de Rijksuniversiteit Groningen, winst voor het klimaat. ‘En het geldt voor alle bedrijven met enige invloed op de opwarming van de aarde.’ Dus ook andere grote uitstoters, zoals in in Nederland Tata Steel, kunstmest- of betonbedrijven, zouden kunnen worden terechtgewezen.
De rechter baseerde zich in haar uiteenzetting over Shell op de scenario’s van het VN klimaatpanel IPCC, die uitgaan van 2010 als referentiejaar. Ze nam uiteindelijk het voor Shell gunstiger 2019 als ijkpunt, omdat Milieudefensie dit had gevorderd. Pols: ‘We moesten een balans vinden tussen onze ambities en een mogelijke uitspraak.’ En, zegt de directeur van Milieudefensie, in een hoger beroep bestaat de kans dat de Hoge Raad besluit wel 2010 als uitgangspunt te nemen.
Hoe is te controleren of Shell zich aan de uitspraak houdt? Pols: ‘Wij gaan geen CO2-uitstoot meten, maar toetsen het beleid. Aan het einde van elk jaar kunnen we de balans opmaken.’ Dit zal niet leiden tot jaarlijks juridische strijd, verwacht Pols. ‘Wij hoeven het beleid niet te controleren, dat doet de accountant.’
Voor Pols is dit een topdag. ‘Ik neem sinds 2000 actief deel aan klimaatonderhandelingen. Voor het eerst heb ik het gevoel dat we gevaarlijke klimaatverandering kunnen voorkomen.’