Analyse

Dit is Theo van Gogh maal 12

Het effect van de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo kan niet anders dan huiveringwekkend en intimiderend zijn. De persvrijheid staat op het spel.

Rob Vreeken
Protestanten op het Place de la Republique. Beeld anp
Protestanten op het Place de la Republique.Beeld anp

De beste - en kortste - reactie op de afschuwelijke aanslag was misschien wel vervat in het motto van de Franse burgers die zich gisteravond demonstratief hadden verzameld op de Place de la République in Parijs. 'Je suis Charlie', heette de daaraan voorafgaande oproep op de sociale media.

Daarom mag het ook hier, op deze pagina in deze krant, wel even worden vastgesteld: wij zijn allen Charlie Hebdo, het satirisch tijdschrift dat woensdag zijn belangrijkste medewerkers verloor bij een terreuractie van islamitische extremisten. 'Dit is een aanslag op ons allemaal', zei ook PvdA-leider Diederik Samsom, 'op onze Europese waarden van vrijheid en tolerantie.'

Zo regende het betuigingen van afschuw tot ver buiten Europa, van VN-chef Ban Ki-moon in New York tot aan Al Azhar, de hoogste islamitische autoriteit in Egypte en de regering van Saoedi-Arabië, die stelde dat 'deze laffe terroristische daad wordt veroordeeld door het ware islamitische geloof'.

Vrijwel nergens de kanttekening - of ook maar de suggestie daarvan - dat de cartoonisten van Charlie Hebdo misschien wel 'te ver' waren gegaan in hun bespotting van de profeet en te weinig rekening hadden gehouden met godsdienstige gevoeligheden. In het maatschappelijk debat na de moord op Theo van Gogh (2004) en ook in de Deense cartoonaffaire (2006) had dit nog een rol gespeeld.

Dat stadium is Europa - droeviger en wijzer - voorbij. Van de persvrijheid blijft iedereen met zijn handen en met zijn kalasjnikovs af, point final. 'Vrijheid van meningsuiting en opinie zijn een hoeksteen van elke democratische samenleving', stelde gisteren de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, Zeid Ra'ad al Hussein.

Maar de persvrijheid mag dan niet ter discussie staan, op het spel staat ze wel. Terroristen die een gewoon redactiekantoor in een gewone straat in een Europese hoofdstad binnendringen en zomaar een bloedbad aanrichten: het effect kan niet anders dan huiveringwekkend en intimiderend zijn. Cartoonisten en hoofdredacteuren zullen voortaan hun knopen tellen, als ze dat al niet deden. Op z'n minst is de onbevangenheid weg.

Ontwrichting

Zo krijgen de daders onvermijdelijk hun zin. Het oogmerk van terrorisme is immers niet het doden van een specifieke groep personen, maar de ontwrichting van het maatschappelijk leven, het zaaien van paniek en angst.

Voorbij is ook het stadium dat we - met de blik op de eigen navel gericht - het extremisme zagen als het gevolg van falende integratie, als symptoom van frictie in de Europese samenlevingen tussen moslims en anderen. De terreurdaad tegen Charlie Hebdo is onderdeel van de internationale, wereldwijde jihad.

Dat is een oorlog die in de eerste plaats wordt uitgevochten in Irak, in de hel van Syrië, in Libië, in Somalië, in Pakistan. Naast islamitische daders is daar vooral ook sprake van moslims als slachtoffers. In Sanaa, de hoofdstad van Jemen, vielen gisteren 35 doden bij een zelfmoordaanslag door dezelfde groep namens wie de aanslag in Parijs lijkt te zijn gepleegd, de Jemenitische tak van Al Qaida.

Het is zelfs goed mogelijk dat Charlie Hebdo het slachtoffer is geworden van de rivaliteit tussen Al Qaida en het zoveel succesvoller Islamitische Staat (IS). Thomas Pierret van de Universiteit van Edinburgh, terrorisme-expert, waarschuwde daar een half jaar geleden al voor in de Volkskrant. 'Al Qaida moet jaloers zijn op wat IS heeft bereikt. Er zullen aanslagen komen in het Westen', voorspelde hij toen. Nu haalt hij tot zijn droefenis wellicht zijn gelijk: 'Al Qaida heeft geen andere optie om IS te overtroeven dan met zulke stoutmoedige acties.'

In die zin is Parijs een zijtoneel van de mondiale heilige oorlog. Maar ook hier geldt: de maatschappelijke verhoudingen in Europa zijn misschien niet de oorzaak van het geweld, op het spel staan ze wel degelijk. Angst voor terreur uit naam van de islam verandert maar al te gemakkelijk in angst voor de islam en voor moslims, dat is in de dertien jaar sinds 9/11 wel gebleken.

Dat gebeurde in Nederland na de moord op Van Gogh, en na de 'Van Gogh x 12' van gisteren dreigt een nieuwe oprisping van moslimhaat in Frankrijk en mogelijk elders in Europa. 'Dit is prachtig nieuws voor extreem-rechts', zegt Pierret.

Het klimaat is er broeierig genoeg voor. In Duitsland zwelt de anti-islambeweging Pegida aan, in Zweden zijn moskeeën in brand gestoken, in Frankrijk heeft het Front National de wind in de zeilen. Dat Franse moslimleiders het geweld scherp hebben veroordeeld, zet hiertegen onvoldoende zoden aan de dijk.

En ook hier dreigt het gevaar dat de daders hun zin krijgen. De mannen die tijdens het executeren van een gewonde Franse politieagent 'Allah uh akbar' riepen, vinden dat de islam in oorlog is - en moet zijn - met het Westen. Dan komt het mooi in hun kraam te pas als van vijandelijke zijde het spel wordt meegespeeld.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden