Dit is geen trompet
Waarom je naar het optreden van trompettist Nate Wooley moet.
In 2007 ontplofte er een bommetje in jazzland. Het North Sea Jazz Festival had rapper Snoop Dogg in de programmering opgenomen. 'Een bespottelijke popact', volgens de jazz-elite. Ongepast op een jazzfestival. Inmiddels is de woede bekoeld. Het besef is er dat populaire namen nodig zijn om het festival in zijn huidige, uitgebreide, vorm in stand te houden. En onverminderd biedt het programma voldoende interessante en soms zelfs zwaar experimentele jazz van hoogstaande kwaliteit. Ook dit jaar weer.
Loop als bezoeker straks maar eens de trap op in Ahoy. Je komt dan terecht in zalen als Yenisei, Madeira en, helemaal bovenin, Volga. Vooral daar - een klein, donker zaaltje met diagonale stoelopstelling - broeit het experiment. Volga is een laboratorium waar niet de toegankelijkste geluiden klinken, maar klanksamensmeltingen smeulen en muzikale conversaties loeien.
Een van de spannendste en eigenzinnigste undergroundmuzikanten die dit jaar in Volga te zien zijn, is de Amerikaanse trompettist Nate Wooley. Een concert van Wooley is een belevenis. Verwacht geen gezellige riedels; voor Wooley is de trompet meer dan een blaasinstrument. Hij experimenteert met lipzettingen, likt het mondstuk en laat horen hoe tanden tegen koper klinken. Van een afstand blaast hij naar de microfoon die in zijn instrument verborgen zit. Soms laat hij het blazen zelfs achterwege en klinkt slechts de elektrische spanning tussen trompet en gitaarversterker. Zoef, zoef, zoef is dan het resultaat: hypnotiserende suizingen die ontstaan door een wiegende trompetbeweging. Intussen aait Wooley wat over de trompetventielen, of er klinkt een minutenlange stilte.
Wooley (1974) noemde ooit zijn jeugd toen hij gevraagd werd naar de oorsprong van zijn fascinatie voor die kleinst mogelijke geluiden. Hij groeide op in een dorpje in Oregon, in het uitgestorven noordwesten van de Verenigde Staten, waar nauwelijks auto's reden, de telefoon zelden rinkelde en de tv ver te zoeken was. Wind en regen vormden de achtergrondgeluiden van zijn jeugd.
Dat monotone (geluids)landschap hoor je terug in zijn soloconcerten. De trompettonen in The Almond (2011), die lijmend over elkaar zijn gelegd, duren 72 minuten. Zap je tussen het begin en het einde van het stuk, dan lijkt er nauwelijks ontwikkeling te zijn. Maar luister je beter en geef je je over, dan hoor je hoe de lange noise drones (almaar voortdurende akkoorden) wel degelijk evolueren; hoe vanuit het bijna niet veranderende timbre microtonen opdoemen; hoe de abstracte vorm langzaam gaat ademen. Het zijn facetten die je ook in de minimal music aantreft en Wooley trad dan ook meermaals op met minimalkoning Philip Glass. En ook speelde hij met onder anderen de trompettisten Taylor Ho Bynum en Peter Evans, die ook hun instrument op zijn zachtst gezegd experimenteel benaderen. Wat ze gemeen hebben, is dat ze zichzelf altijd willen blijven vernieuwen en confrontaties verkiezen boven vertrouwen op platitudes.
Overigens heeft Wooley meer dan eens verteld dat hij helemaal niet goed trompet kan spelen en daarin juist zijn grootste uitdaging vindt: ondanks zijn gebrekkige techniek zoeken naar manieren om zijn ideeën te kunnen uiten, niet via genreconventies, maar via geluiden die hij hoort in zijn hoofd en naar buiten moeten via zijn trompet. En daarover twijfelt niemand: er gaan bijzondere dingen om in het hoofd van Wooley.
Op North Sea Jazz staat Wooley met een nieuwe band die ongetwijfeld zoals altijd wenkbrauwen zal doen fronsen: zijn Trumpet and Drums bestaat uit twee trompettisten (Wooley en Peter Evans) en twee drummers (Jim Black en Paul Lytton). Avontuur gegarandeerd.
Bram Stadhouders
Opvallend dat het Muziekcentrum Nederland al jaren zijn compositieopdracht uitdeelt aan rasimprovisatoren. De jonge Tilburgse gitarist Bram Stadhouders, bekend om zijn golvende sfeerbeelden, opent dit jaar het festival met een bijzonder project. Hij gaat de interactie aan met het Nederlands Kamerkoor.
Vrijdag 6/7, 17 u, Madeira
Tom Rainey
Drummer Tom Rainey behoort tot de smaakvolste improviserende drummers. De leden van zijn trio voelen elkaar haarfijn aan in composities die losjes kunnen vervagen in instant composing. Ook Raineys vrouw Ingrid Laubrock (tenorsaxofoon) en gitariste Mary Halvorson laten het moment en gesprek de muziek bepalen.
Vrijdag 6/7, 22 u, Volga
Craig Taborn
Soms hebben verlegen kunstenaars de meeste zeggingskracht. Pianist Craig Taborn is de bescheidenheid zelve, maar laat in diverse formaties blijken over een grootse fantasie te beschikken. Dankzij zijn soloalbum Avenging Angel (ECM, 2011) is Taborn de winnaar geworden van de prestigieuze Paul Acket Award 2012.
Zaterdag 7/7, 18.45 u, Volga
Michiel Braam
Rockmuzikanten, een klassiek strijkkwartet en improviserende blazers. Grotere verschillen in een band zul je niet vinden deze drie dagen. Toetsenist en componist Michiel Braam brengt ze bij elkaar in een duizelingwekkende achtbaan.
Zaterdag 7/7, 17 u, Madeira
Wolfert Brederode
Vaak ligt het negatieve commentaar op improviserende groepen ('doe toch niet zo moeilijk') in voor de luisteraar onbereikbare klanken. Goed nieuws: het kwartet van de Nederlandse toetsenist Wolfert Brederode improviseert juist met grootse lyriek. De vier muzikanten voelen elkaar met de ogen dicht aan en komen zo tot dromerige vertellingen.
Zaterdag 7/7, 23.15 u, Yenisei
Knalpot
Niet eerder stonden zij samen op een podium, toch zijn de verwachtingen groot. Explosieve improrocktaferelen liggen voor de hand, zonder plattegrond en gevoed door elektronica. Raphael Vanoli (gitaar en elektronica) is de helft van het duo Knalpot; van Martin Brandlmayr (toetsen, percussie, laptop) zijn aftastende klankexercities te verwachten .
Zondag 8/7, 16 u, Volga
undefined