Disneyworld
Jack Nicholson en Meryl Streep werden als acteurs het vaakst genomineerd, iedereen vreest het trapje en andere weetjes over 85 jaar Oscars.
non-fictie
Robert Osborne, 85 Years of the Oscar: The Official History of the Academy Awards
Abbeville Press, 472 pagina's, euro 73
Wie het vuistdikke koffietafelboek 85 Years of the Oscar optilt, kan zich ongeveer voorstellen hoe het is om een Oscar in ontvangst te nemen, in fysieke zin. Het boek is net zo hoog en bijna net zo zwaar als het beeldje, dat met zijn 4 kilo bepaald geen lichtgewicht is.
Een handige deurstopper, zo noemden critici de Oscar. Heiligschennis natuurlijk; je zet een van de meest felbegeerde prijzen uit de showbusiness niet in voor huishoudelijke taken. In 85 Years of the Oscar is geen plaats voor zulke bagatellisering. Auteur Robert Osborne is de officiële geschiedschrijver van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences, de organisatie achter de jaarlijkse prijsuitreiking in Hollywood.
Zijn boek is een werk in uitvoering. Toen de Oscars (officieel: Academy Awards of Merit) voor de vijftigste keer werden uitgereikt, verscheen de eerste editie. Sindsdien levert Osborne elke vijf jaar een update en groeit het Oscarboek in omvang en gewicht. De nieuwste editie loopt door tot en met de uitreiking in 2013, toen Argo er met de prijs voor de beste film vandoor ging, 84 jaar na de eerste winnaar: het oorlogsdrama Wings van William A. Wellman.
In die beginjaren was het vanzelfsprekend nog niet de happening die het nu is. De Oscars heetten nog geen Oscars (die koosnaam voor het beeldje ontstond in de jaren dertig) en ze werden uitgereikt tijdens een besloten diner, waarbij de winnaars helemaal niet verrast keken: hun namen waren maanden eerder al bekendgemaakt. De hele ceremonie was voorbij in een vloek en een zucht.
Stemprocedures werden in de loop der tijd veranderd, het aantal prijscategorieën steeg en het Oscargala bleef maar uitdijen, tot bij een lengte van drie uur en drie kwartier een grens werd getrokken. Wat gelijk bleef, was de manier waarop de Academy is georganiseerd: alleen mensen uit het filmvak kunnen, op uitnodiging, lid worden en stemrecht verkrijgen. De jaarlijkse nominaties worden bepaald door vakgenoten. Regisseurs kiezen regisseurs, geluidstechnici stemmen op geluidstechnici en acteurs selecteren acteurs. Waardering door collega's vormt nog altijd het uitgangspunt van de Oscars, al wordt de prijs inmiddels als een veel bredere vorm van erkenning beschouwd.
85 Years of the Oscar is een indrukwekkend naslagwerk. Praktisch ieder feit over de Academy Awards is erin te vinden; elk jaar wordt beschreven, alle nominaties krijgen een plek en voor elk decennium is er een extra overzichtsartikel. Droge kost is dat soms, al is er gelukkig ook ruimte voor anekdotes. Fijn is ook de lijst achter in het boek, waarin alle records en bijzonderheden op een rijtje worden gezet. Wie de meeste Oscars won (Walt Disney, gevolgd door kostuumontwerpster Edith Head), welke acteur en actrice de meeste nominaties kregen (Jack Nicholson en Meryl Streep): het staat er allemaal in.
Dat het boek de officiële Oscargeschiedenis weergeeft, betekent gelukkig niet dat alle controverses zijn weggepoetst. Zonder er zijn mening over te geven, beschrijft Osborne ook de vele relletjes. Er waren winnaars die de prijs niet in ontvangst wilden nemen, zoals Dudley Nichols en Marlon Brando. Er waren politieke struikelblokken, vooral in de tijd van de communistenjacht door de commissie-McCarthy, waardoor veel talent uit Hollywood op de zwarte lijst belandde. Er was ruzie met de vakbonden. Er waren dalende kijkcijfers in de jaren tachtig. En er waren struikelende sterren, figuurlijk, maar ook letterlijk. De treden naar het podium bleken voor veel winnaars een nachtmerrie. Jennifer Lawrence ging vorig jaar onderuit, Shirley Booth in 1953 en David Niven in 1958.
En natuurlijk lag de keuze van de Academy-leden vrijwel voortdurend onder vuur. Wie het boek doorbladert, ziet daar ook genoeg reden voor. Was Rocky nou echt de beste film van 1976, het jaar waarin ook Taxi Driver, All the President's Men en Network waren genomineerd? Waarom won Dances with Wolves het in 1991 van Goodfellas? Forrest Gump in 1995 van Pulp Fiction? En hoe terecht is het dat niet-Engelstalige films maar zelden worden genomineerd als Beste Film, ook al is dat volgens de regels best mogelijk? De Oscar voor de beste niet-Engelstalige productie (een aparte categorie sinds 1956) is in dat opzicht een zoethoudertje van Hollywood voor de rest van de wereld.
Over trends in de filmindustrie schrijft Osborne weinig, maar toch biedt 85 Years of the Oscar, met al zijn handige lijstjes, daar veel inzicht in. De Oscars vormen een aardige graadmeter voor de gemiddelde kwaliteit van Hollywoodfilms. Zo steken de jaren dertig, vijftig en zeventig van de vorige eeuw er duidelijk bovenuit. Ze laten daarnaast ook verschuivingen zien in waardering. In de jaren negentig werd vooral commercieel succes beloond, terwijl sinds een jaar of vijf goede kritieken weer zwaarder lijken te wegen. De trend dat voornamelijk melodrama's of historische films in de prijzen vielen, lijkt ook gekeerd. Misschien omdat het ledenbestand van de Academy is verjongd, hoewel het gros van de stemmers nog altijd man, blank en boven de zestig is.
Eén belangrijke vraag laat het boek onbeantwoord. Hoe komt het toch dat de halve wereld vol spanning toekijkt terwijl Hollywood zichzelf feliciteert? Waarin schuilt de enorme allure van de Oscars? Osborne durft het niet te zeggen, hoe enthousiast hij ook vertelt over vijfentachtig jaar glamour en gekissebis. Ook de vele bijdragen van Oscarwinnaars zelf (meer dan honderd zijn het er), verspreid door het hele boek, maken de lezer in dat opzicht niet veel wijzer. Ze gaan bijna allemaal over de spanning van het moment waarop hun naam werd bekendgemaakt. Een moment waarop, zo blijkt, iedere winnaar nog maar aan één ding kan denken: niet struikelen.
handige feiten
Joan Fontaine (1941) en Olivia De Havilland (1946 en 1949) waren de enige zussen die allebei Oscars wonnen. Twee families brachten drie generaties Oscarwinnaars voort: de Hustons (Walter in 1948, John in 1948, Anjelica in 1985) en de Coppola's (Carmine in 1974, Francis Ford in 1970, Sofia in 2003). Acteur Peter O'Toole verzamelde de meeste nominaties (8) zonder ooit te winnen. Hij ontving wel een ere-Oscar. Meryl Streep kreeg dit jaar haar achttiende Oscarnominatie. Als ze wint, komt ze met vier Oscars op gelijke hoogte met de meest bekroonde acteur tot nu toe, Katharine Hepburn. Walt Disney won persoonlijk maar liefst 26 Oscars. Tijdens de prijsuitreiking in 1954 kreeg hij er vier op één avond. Slechts vier vrouwen werden tot nu toe genomineerd als beste regisseur: Lina Wertmüller (1976), Jane Campion (1993), Sofia Coppola (2003) en Kathryn Bigelow (2009). William Wyler is als regisseur verantwoordelijk voor de meeste acteursprijzen. Zijn films leverden zijn acteurs en actrices 36 Oscarnominaties op, waarvan er 14 werden verzilverd. Wyler is ook de meest genomineerde regisseur tot nu toe met 12 nominaties. Hij won drie keer.
undefined