Dieuze treurt om vertrek parachutisten

De reorganisatie die het Franse leger te wachten staat, zal de stadjes met militaire bases die moeten sluiten hard treffen....

‘Schande, schande, driewerf schande. Deze affaire is een minister van de republiek niet waardig, en de president had dat moeten zien. Ik heb medelijden met mensen die dergelijke beslissingen nemen.’

Al anderhalve maand is bekend dat Dieuze zijn dertiende regiment parachutisten gaat verliezen. Maar burgemeester Fernand Lormant davert nog van onverholen woede. ‘Als een petit con – een kleine lulhannes – ben ik behandeld: beleefd en onverschillig. Het gaat me niet om mijn eer, maar om de waardigheid van de gemeente die ik vertegenwoordig. Die moet worden verdedigd. De Lorraine wordt andermaal aan zijn lot overgelaten. Dit is een debat om waarden, meneer. Ik kan mezelf in de ogen kijken, maar kunnen zij dat ook?’

Aan de muur tegenover hem hangen twee foto’s van parachutisten. De bovenste is die van een lid van het ‘dertiende’ in vol ornaat. Daaronder hangt Lormant zelf aan een parachute, gefotografeerd tijdens zijn luchtdoop. ‘Dit is het meest prestigieuze regiment van Frankrijk’, zegt hij. ‘De pijn zoiets moois te moeten verliezen is nog groter dan die om de economische aderlating.’

Hij puft herhaaldelijk met de lippen, alsof hij zijn vijanden daarmee kan wegblazen. Maar Lormant weet beter dan dat. Over twee jaar is hij de burgemeester van een spookstadje, met verkrottende huizen, gesloten winkels en scholen waar de helft van de lokalen leeg staat.

Bij Nancy begint de Lorraine, het vroegere Lotharingen. Een streek van met goudgeel graan begroeide heuvels, doorsneden door een paar smalle wegen en kleine riviertjes. In de meeste dorpen heeft de laatste bakker zijn winkel moeten sluiten.

In Dieuze is het anders. Daar zijn niet alleen bakkers, maar ook een juwelier, een opticien, een paar kledingzaken en kapsalons, begrafenisondernemers, banken, een wereldwinkel, een grote supermarkt en een paar autodealers. Dieuze leeft, al is het met de trage hartslag van het platteland, ver verwijderd van steden, stations en snelwegen.

‘We hebben het hier goed’, zegt Arnaud Guerin, eigenaar van de tijdschriftenwinkel aan de rue Clémenceau. ‘Veel mensen zijn hier ook geboren. Grote problemen kennen we niet. Maar straks komen misschien mensen uit de banlieues van de grote steden in Dieuze wonen. Heb je die als buren, dan wordt het toch anders.’

‘Gij zult altijd armen in uw omgeving vinden.’ Zo staat het op de gevel van de Sainte Marie-Madeleine, een hartverscheurend moderne kerk aan de Place du Marché, in 1957 gebouwd nadat zijn voorganger uit 1428 was weggebombardeerd. De tekst kan straks meer voorspellende kracht blijken te hebben dan iedereen zou wensen.

Straks, dat is als het dertiende regiment parachutisten is vertrokken. Het elitekorps zal in het kader van de reorganisatie van de Franse krijgsmacht verkassen naar Zuid-Frankrijk.

De officiële reden is dat de speciale eenheden gebundeld moeten worden – Bayonne kreeg in 2002 al een regiment parachutisten, ook Pau heeft een keurkorps. Maar volgens de Dieuzois wordt een heel ander spel gespeeld. Het zuidwesten, dat is de regio van Michèle Alliot-Marie, voormalig minister van Defensie en nu onder Sarkozy minister van Binnenlandse Zaken. MAM, zoals ze wordt genoemd, is een machtig politica. ‘Zij zit hier achter’, zegt burgemeester Lormant stellig. ‘Dit is haar manier om haar politieke toekomst veilig te stellen.’

Hoe het ook zij, de gevolgen zullen hevig zijn. Dieuze telt nu 3.600 inwoners. De soldaten en hun families staan voor tweeduizend mensen. Het inwonertal wordt dus gehalveerd. Wat meer is: de parachutisten behoren, met een gevarentoeslag van 600 euro per maand, tot de best betaalde soldaten van Frankrijk. Hun inkomen wordt geschat op gemiddeld 35.000 euro per jaar.

Vandaar dat Guerin voorspelt dat binnen nu en twee jaar een van de twee tijdschriftenwinkels moet sluiten. En vandaar dat Marie-José Garcia van restaurant Chez Joe plannen maakt om de kaart aan te passen. ‘De soldaten eten hier als hun kinderen communie doen, als hun vrouwen op vakantie zijn, als er verjaardagen worden gevierd. Die gaan we missen.’

Wat volgens haar nog maar het begin is van de grote sneeuwbal die gaat rollen. Met de soldaten vertrekken zeshonderd kinderen, wat minder scholen en dus minder leraren betekent. Als de soldaten hun huizen verkopen zullen de prijzen dalen. Mevrouw Garcia voorspelt een toestroom van Turken uit Duitsland, die goedkoop in Frankrijk gaan wonen en in Duitsland goed verdienen. Het liefst zou ze weggaan. Maar wie wil onder deze omstandigheden een restaurant in Dieuze overnemen? ‘Ik ben bang voor de toekomst’, zegt ze.

Toch ziet ze, net als andere Dieuzois, wel in dat het goed is het leger aan te passen aan de eisen van de nieuwe tijd. De volgende oorlog wordt niet met tanks en kanonnen beslecht, en al helemaal niet in de grensstreek met Duitsland.

Maar juist parachutisten zullen altijd nodig blijven, weten de Dieuzois. En waar vindt je een mooier oefengebied dan hier, waar heuvels, meren en velden zijn en het klimaat gematigd is?

Belangrijker dan dat is het diepe gevoel van onrecht. ‘De kolen zijn weg, net als de zoutwinning, het ijzer, het staal, de chemie – steeds hebben we ons weten aan te passen’, zegt burgemeester Lormant. ‘In de oorlog is hier zwaar gevochten – we hebben ons hersteld. Maar het blijft een arme streek. Daarom is het beschamend dat de parachutisten naar het rijke zuidwesten verhuizen.’

Toch zijn er ook andere geluiden. Gerald Herry van de Renaultdealer net buiten de dorpskom is, zoals veel Dieuzois, kind van een militair en een moeder uit Dieuze. Hij is 25, veel van zijn vrienden zijn militair. Maar echte vriendschap laat zich niet door afstand afschrikken, houdt hij zich voor. Afgezien daarvan ziet hij vooral voordelen. ‘Het leven zal goedkoper worden,’ voorspelt hij. ‘De huizenprijzen dalen, het café wordt goedkoper. En wat je straks niet meer in Dieuze kunt kopen, koop je in Nancy, of via internet.’

Herry is een uitzondering. Dieuze ziet de toekomst somber in, en hoopt stilletjes op een wonder. Dat moet komen uit de politieke koehandel waarin de burgemeester zich heeft moeten begeven. Ter compensatie van het verlies van de parachutisten werd hem eerst een school van de gendarmerie beloofd. Toen hij dat weigerde, werd hem een opleidingseenheid van het leger in het vooruitzicht gesteld. Soldaten in opleiding bivakkeren op de kazerne en hebben, zeker in vergelijking met een elitekorps, niets te verteren. Minder wordt het dus sowieso.

Daarnaast is Dieuze een financiële compensatie van 10 miljoen euro beloofd. De burgemeester puft: ‘Daar kan ik drie straten mee aanleggen. Wat moet ik daarmee als er niemand is die er doorheen kan rijden?’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden