Die met een mof vrijt, is later de sigaar
Huilend, juichend, zingend en hossend trekt bevrijd Nederland door de straat. Geuzenliederen uit de Tachtigjarige Oorlog worden afgestoft, nieuwe teksten worden op oude melodieën gezet....
De tweede zin, over het Duitse bloed, klinkt een beetje ongemakkelijk, maar overal wordt weer Het Wilhelmus gezongen. Niet alleen in het zuiden, waar de gelukkige Nederlanders de afgelopen maanden al volop konden genieten van de zwaarbevochten vrijheid, maar ook in de rest van het land kan men weer onbevreesd het lied zingen dat vijf jaar lang verboden is geweest. 'Den vaderland getrouwe, blijf ik tot in den doet.' Het is een zin die veel Nederlanders moed heeft gegeven.
In Gouda sprak de teruggekeerde burgemeester mr. dr. K.F.O. James zaterdag 5 mei de uitzinnige bevolking toe, maar meer dan 'stadgenoten' en 'wij zijn vrij' was niet te horen. Aan het slot van de toespraak brak de menigte in Het Wilhelmus uit. Het lang opgekropte haatgevoel barstte naar buiten toen de regel 'die tyrannie verdrijven' door de lucht galmde.
Hoewel de Duitse legerleiding officieel heeft gecapituleerd, lijkt dat nog niet tot elke Duitse soldaat te zijn doorgedrongen. In het westen van het land is een bestuursvacuüm. Vanuit Utrecht wordt een vuurgevecht gemeld tussen de Binnenlandse Strijdkrachten en een groep Duitse militairen die zich aan de geregelde troepen willen overgeven. Maar ook in Utrecht is de blijdschap groot, want de klokken van de Domtoren klinken weer. Dat mooie klokgelui is sinds de oudejaarsnacht van 1939 op 1940 niet meer te horen geweest. Vijf jaar lang zijn de klokken vastgezet in grote houten stellages om ze te beschermen tegen bombardementen en beschietingen.
Vergelijkbare taferelen in Amsterdam. Op vrijdagavond ging het gerucht al van mond tot mond dat het Duitse leger had gecapituleerd. Het bericht van Radio Herrijzend Nederland bracht zekerheid, waarna de vreugdevuren werden ontstoken met verduisteringsmateriaal als brandstof. Huilend, juichend, zingend en hossend trok men de straat op. NSB'ers hielden zich angstvallig schuil toen op straat hun leider belachelijk werd gemaakt op de wijze van Toen onze mop een mopje was:
Toen Mussert nog een musje was. Was hij nog heel gedwee.
Maar toen de aad'laar binnenkwamriep hij luidkeels:
Hou zee!
Hou zee, hou zee, hou zee, hou zee, Riep hij luidkeels hou zee.
Maar o, hoe zal dat weldra zijn?
O jé, o jeminé.
En als de aad'laar vluchten moet.
Waar blijft de zwarte spreeuw? Wel in de klauwen of de bek van de Nederlandse Leeuw. O nee, o jé, o jeminé Waar blijft dat trots hou zee? Dat wordt gesmoord in klauw of bek van de Nederlandse Leeuw. Hoewel in het geheim de afgelopen jaren heel wat gevoelige en zelfs hartverscheurende poëzie is geschreven, brult de massa Van je hela hola, houdt er de moed maar in. Ook worden geuzenliederen gezongen uit de Tachtigjarige Oorlog, toen Nederland zich heeft bevrijd van het Spaanse juk, zoals De Zilvervloot en In naam van Oranje doe open de poort, waarvoor een nieuwe tekst is bedacht:
In naam van Oranje: de Moffen eruit.
De vloot patrouilleert voor de kust. De Messerschmidts storten bij tientallen neer.
De Air Force die gunt hen geen rust| De Moffen eruit, want Oranje komt weer.
Ons leger, het wordt weer hersteld in zijn eer.
De dood aan dat hongerregiem.
Amsterdam is één vlaggentooi. Muziekkorpsen trekken door de stad en de draaiorgels verschijnen weer op straat met melodietjes als Daar zijn de appeltjes van oranje weer en Wa a r de blanke top der duinen. Alleen is het een droge lol. De meeste cafés zijn gesloten. De klanten van de laatste oorlogsjaren, de Duitse militairen, NSB'ers, collaborerende ambtenaren en zwarthandelaren laten zich niet meer zien.
De Duitsers die nog in de stad zijn, kunnen hun woede niet verkroppen. In de Valkenburgerstaat wordt een vuurgevecht geleverd, waarbij vier dappere Amsterdamse jongens het leven laten. Ook in het Vondelpark bij de Amstelveenseweg wordt gevochten.
Aan de andere kant van het park, bij het Leidseplein, klinkt muziek. Bijna twee jaar geleden zong Willy Walden in de Snip & Snap-revue Tok, tok, tok* alweer een ei: 'Als op het Leidseplein de lichtjes weer eens branden gaan, en 't gezellig is op het asfalt in de stad. En bij het Lido gaan de blinden voor het raam vandaan, dan gaan wij kijken naar het sprookje, lieve schat.'
Nu is dat sprookje eindelijk uitgekomen. Een sterk vermagerde, maar zichtbaar gelukkige man heeft een boekje kunnen bemachtigen dat ene Joop van Dijssel uit Zwolle een paar weken geleden heeft laten drukken.
Op de wijze van It's a long way to Tipperary klonk :
Waarom zouden wij treurig wezen? Waarom niet vrolijk zijn? Nederland is nu weer herrezen.
En geen slaaf meer van Berlijn. Ondergrondse, nu te loven, met de Canadees erbij!
Het is O, O, O, Oranje boven! Nederland is weer vrij!
Weer vrij wand'len op straat en wegen.
Razzia's zijn gedaan. Landwacht kom je nu niet meer tegen.
De S.D. is naar de maan.
Nu geen radio laten roven, met de huisboel er nog bij. Het is O, O, O, Oranje boven! Nederland is weer vrij!
Overal in het land werden bevrijdingsfeesten gehouden, met veel muziek. Op meerdere plaatsen werden meisjes in het nauw gedreven, die het met Duitse soldaten hebben aangelegd. Hier en daar klonk daarbij de nieuwe tekst van het Radio Oranjecabaret De Watergeus op de melodie van Word nooit verliefd, de hit van Louis Davids:
Vertrouw geen mof, want dan ben je verloren Je zeilt er in tot over bei je oren Vertrouw geen mof, meisjes, wat ik zeg is waar Die met een mof vrijt, is later de sigaar.
Den Haag beleefde tijdens een openluchtconcert de geboorte van een nieuw veelbelovend jazzcombo, het Quartet of the Dutch Swing College. In de oorlogsjaren maakte het viertal ondergronds al veel 'ontaarde' swingmuziek, maar nu kunnen zij hun muziek in de sfeer van Benny Goodman in het openbaar ten gehore brengen.
You are my sunshine, Don't fence me in, Give me five minutes more, On the sunny side of the street. De fijne Engelse en vooral Amerikaanse liedjes komen nu niet meer uit een koptelefoon in het onderduikhok bij de zoldertrap. Bing Crosby en Vera Lynn wordt het leven niet meer zuur gemaakt door de 'Mexicaanse hond', het irritante gejank van de Germaanse stoorzenders. De bevrijde Nederlanders hoeven geen noot meer te missen van de gouden trompet van Harry James of Ella Fitzgerald met The Inkspots, die tot ons komen via American Forces Network. Nederlandse jonges en meisjes, luisteren cheek-to-cheek naar het Amerikaanse radiostation, dat nu al bijna twee jaar bestaat. De ontvangst in het bevrijde Nederland is uitstekend dankzij de mobiele stations die meereizen met de Amerikaanse troepen.
De verbroedering tussen de geallieerde soldaten en de Nederlandse bevolking is ontroerend, ook al zijn niet alle Nederlandse meisjes zich bewust van de consequenties van de intieme contacten met de Canadese en Amerikaanse, onder wie veel zwarte, bevrijders.
Zo sprak laatst een katholieke geestelijke uit het reeds bevrijde zuiden vanaf de preekstoel zijn bezorgdheid uit over de nieuwe situatie: 'Ik heb de missionaris die mij als kapelaan assisteert moeten aanraden niet naar Afrika te gaan, omdat hij in onze parochie binnenkort meer negertjes zal kunnen vinden dan ooit in Afrika.'
Maar de positieve gedachten overheersen, en wie kan het de meisjes na de donkere jaren kwalijk nemen dat zij vallen voor de stoere bevrijders, die ook nog chocola, chewing gum, Sweet Caporal-sigaretten en nylons bij zich hebben?
De Rotterdamse liedjesdichter Lou de Groot heeft een tekst geschreven voor de populaire zanger Albert de Booy. De melodie zal dezelfde zijn als die van het mobilisatieliedje Ergens in Nederland dat het tweetal zes jaar geleden heeft gemaakt.
In mijn straatje woont een meisje Luist'rend naar de naam van Trees. 'n Echte Hollandse verschijning Knap, en aardig in d'r vlees.
Nooit moest zij iets van verkering Vrijen vond ze ongezond Maar direct na de bevrijding Ging 't gerucht van mond tot mond: Trees heeft een Canadees O, wat is dat kindje in d'r sas. Trees heeft een Canadees.
Samen in de jeep en dan vol gas. Al vindt zij dat Engels lang niet mis is.
Wil zij dolgraag weten wat een kiss is.
Trees heeft een Canadees.
O, wat is dat kindje in d'r sas.
De tekst heeft alles in zich een hit te worden. Alleen moeten de Canadezen nu wel snel naar de steden in het westen komen.