Dianne Reeves in het spoor van Sarah Vaughan
Is Dianne Reeves een miskend talent? Ze is wel de beste zangeres van haar generatie genoemd, maar omdat ze zich inliet met matige pop en soul halen veel critici bij haar naam hun schouders op; in de belangrijkste jazznaslagwerken (Penguin en Grove) komt ze zelfs niet voor....
Op haar negende Blue Note-cd lijkt de 44-jarige zangeres met alle twijfel te willen afrekenen. The Calling is een ambitieus georkestreerd eerbetoon aan Sarah Vaughan (1924-1990), de jazzdiva die zo hoog boven iedereen verheven leek dat ze The Divine One werd genoemd.
Het drakerige cd-hoesje met rode rozen belooft weinig goeds, maar Reeves maakt haar pretenties met verbluffend gemak waar. In toonomvang, wendbaarheid en precisie doet ze hier nauwelijks onder voor haar grote voorgangster; al neigt ze helaas ook naar het deftige gegalm waar Vaughan zo van hield. Helemaal fris klinkt haar Lullaby of Birdland, waarin ze Vaughan noot voor noot nazingt, zonder haar verder te imiteren. De uitstekende arrangementen van Robert Freedman en Bobby Childs streven evenmin naar getrouwe herscheppingen en geven Vaughans oeuvre een stevig eigentijds accent.
Producent George Duke omringt de zangeres met solisten als Mulgrew Miller, Russell Malone en Clark Terry, plus een stevig orkest met strijkers en blazers, dat haar live in de studio begeleidt. Dat gebeurt verrassend subtiel, met spannende pianissimo's en vondsten die klassiekers als Send in the Clowns en Fascinating Rhythm onvoorziene kanten op sturen. Reeves' mokkakleurige alt bestrijkt een imposant scala aan stemmingen; krachtig in het hoog, haast onfatsoenlijk sensueel in lagere regionen.