Dertig vierkante kilometer veldwerk in Fuente Alamo
Gemma Venhuizen (18) is begonnen aan de studie Aardwetenschappen. 'De plaatselijke bevolking is niet altijd even blij met Aardwetenschappers.'..
Het is donker in de collegezaal. Voor de ramen hangen zwarte gordijnen en het licht is uit. Sophia, die doof is, kan nauwelijks de gebaren van haar tolk zien.
Vandaag hebben we voorlichting over het aankomende veldwerk in Spanje. Professor Biermann laat ons dia's zien van het gebied waar we heengaan.
Het veldwerk is pas in juni en lijkt nog ver weg. Toch is het belangrijk nu al met de voorbereiding te beginnen. We moeten zelf onze reis regelen. En betalen.
'Wie met het vliegtuig wil, kan beter snel boeken want de prijzen vliegen omhoog!' Daarnaast moeten we een veldwerkpartner zoeken en een huurhuis.
Heerko wordt mijn veldwerkpartner.We krijgen een gebied van dertig vierkante kilometer toegewezen dat we met zijn tweeen in kaart moeten brengen. Op de kaart geven we onder andere hellingen, plooien en gesteenteformaties aan. Heerko en ik gaan met het vliegtuig. In Spanje huren we twee mountainbikes. 'Goed voor mijn conditie!', dacht ik. Tot ik besefte dat Spanje warm en bergachtig is.
Ons plan is om na het veldwerk nog een week in Spanje te blijven met wat vrienden. 'Als we dan nog geen hekel aan elkaar hebben', zei ik somber tegen Heerko.
Tenslotte is het best lang om met z'n zessen drie weken in een huisje te zitten. Ik zal ze maar alvast waarschuwen voor mijn ochtendhumeur. Waar ik vooral tegen op zie is Spaans spreken. In het buitenland kan ik nooit uit mijn woorden komen, ook al heb ik op de middelbare school twee jaar Spaans gehad.
De eerstejaarsstudenten worden verdeeld over twee plaatsen: Jumilla en Fuente Alamo. Er gaan drie herkansers mee, die vorig jaar hun veldwerkpunten niet hebben gehaald. Herkansen in Spanje, zo vreselijk klinkt het niet. Maar de professor vervolgt met een grote grijns: 'De herkansers verblijven in Cancarix. Een gehucht langs de snelweg, met drie huizen en een kalkoenfokkerij. . .'
De plaatselijke bevolking is niet altijd even blij met Aardwetenschappers. Tijdens Ardennenveldwerk werden we achterna gezeten door een schreeuwende man en zijn keffende poedel. Als in Spanje blaffende honden op ons af worden gestuurd, hoef ik niet bang te zijn. Want: 'Perro ladrador, poco mordedor!'