Dertig maanden en boete geëist tegen H. Riem

Van onze correspondent

André Lammerse

MAASTRICHT

'Op alle mogelijke manieren pleegde Riem verraad aan de overheidsinstanties om zich te verrijken', concludeerde Van Atteveld in zijn requisitoir. 'Uit het dossier duikt een man op die zijn kennis vanuit zijn functie verkocht aan het bedrijfsleven. Vast is komen te staan dat Riem geen weerstand kon bieden aan de verleidingen van het bedrijfsleven.'

Voor de rechtbank van Maastricht stond Riem de afgelopen vijf dagen terecht wegens het aannemen van steekpenningen, het schenden van zijn ambtsgeheim, heling van vertrouwelijke provinciestukken en valsheid in geschrifte. Van een Gelders baggerbedrijf ontving Riem 120 duizend gulden in ruil voor zestigduizend kubieke meter zand van de provincie Limburg.

Ook zou hij in zijn laatste dagen als gedeputeerde een openstaande rekening van negen ton zonder aanleiding hebben laten betalen aan een herinrichtingsbedrijf.

Toen Riem eind 1991 vertrok als gedeputeerde om burgemeester van Brunssum te worden, aanvaardde hij een reeks dik betaalde commissariaten en adviseurschappen in de baggerbranche. Zijn contacten op het provinchuis werden aangewend om geheime beleidsnota's door te spelen aan bevriende zakenrelaties. 'Door het bezorgen van deze stukken', zei Van Atteveld, 'is de provincie ernstige schade berokkend.'

Na het requisitoir hadden de twee advocaten van Riem vier uur nodig voor hun verweer. Volgens raadsman J. Marchal moet de officier niet ontvankelijk worden verklaard, omdat het gerechtelijk vooronderzoek tegen Riem op dubieuze wijze is begonnen. De eerste verdenkingen tegen hem kwamen naar boven bij een strafrechtelijk onderzoek tegen de oud-burgemeester van Gulpen, W. Vossen.

Advocaat M. Wladimiroff kraakte het inhoudelijke deel van de tenlastelegging en pleitte voor vrijspraak. Voor geen enkele aanklacht is sluitend bewijs te vinden, zei hij. Zo bestaat er geen relatie tussen het honorarium van 120 duizend gulden en het weggeven van de berg zand, aldus de raadsman.

Hij bleef uitvoerig stilstaan bij het doorspelen van de vertrouwelijke stukken. 'Wat vertrouwelijk of geheim is, staat niet in ons strafrecht. Dat is een ethische discussie. Gemoraliseer en ethisch gepruttel moet in het strafrecht achterwege blijven.'

Zie ook pagina 6