Derk Boerrigter rolt de rode loper uit voor Ajax
Met een machtige sprint opende Derk Boerrigter zondag in Eindhoven voor Ajax de weg naar het kampioenschap. De 26-jarige aanvaller profiteerde dankbaar van geklungel van de PSV'ers Erik Pieters en Boy Waterman en besliste daarmee de cruciale topper (2-3). 'Geweldig natuurlijk, ik ben heel blij dat ik belangrijk kan zijn voor de club en voor het team', zei Boerrigter, terwijl op de achtergrond de feestmuziek vanuit de Ajax-kleedkamer dreunde.
De ranke vleugelspits uit Oldenzaal had zich in het Philips Stadion lang zitten verbijten op de bank. 'De spanning is daar veel groter dan als je op het veld staat.' Na twee basisplaatsen moest Boerrigter tegen PSV weer genoegen nemen met een plek op de bank, omdat de Deense controleur Christian Poulsen weer fit was. 'Dat was natuurlijk wel even een domper', vond de aanvaller. Een kwartier voor tijd mocht hij alsnog het veld in, als vervanger van uitblinker Poulsen die Ola Toivonen uit de wedstrijd had gehouden.
Nauwelijks 2 minuten later beleefde hij een van de mooiste momenten uit zijn carrière. 'Christian Eriksen stak me weg en op snelheid was ik Erik Pieters de baas. Ik weet niet wat hij toen deed, maar volgens mij wilde hij in mijn lijn gaan rennen of zo. Hij dacht zeker: als ik hem er niet uit kan rennen, dan ga ik er maar voor lopen. Dat gaf mij wel de kans om in te schieten.' Met rechts, niet zijn favoriete been, prikte Boerrigter de bal langs de ver uit zijn doel gekomen Boy Waterman. 'Ik had 'm voor mijn rechter, wat natuurlijk geen probleem moet zijn, en de hoek lag open. Gelukkig ging de bal er goed in.'
PSV had zich eerder in de wedstrijd twee keer teruggeknokt na een achterstand, maar kwam die derde dreun niet meer te boven. Boerrigter rolde met zijn doelpunt de rode loper uit richting het derde titelfeest op rij van Ajax. De Amsterdammers hebben aan kop van de ranglijst plotseling een flink gat met alle titelconcurrenten, die allemaal punten verspeelden. 'Maar we hebben het nog niet gewonnen hè', haastte Boerrigter zich te zeggen. 'Je bent pas kampioen als je met die schaal in handen staat. We willen zo snel mogelijk kampioen worden, daarna kunnen we pas een feestje vieren.'
De gelukzalige glimlach op het gezicht van de vleugelspits verraadde echter dat hij het ook niet meer mis ziet gaan. 'Het mág niet meer fout gaan, maar het kán natuurlijk nog wel. We hebben nu een leuke voorsprong, dat is lekker meegenomen.'