Dekker: meeste asielkinderen binnen drie maanden naar school

In totaal gingen 7600 van de 8100 leerplichtige kinderen in opvangcentra naar school. Van de overige vijfhonderd verwacht het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) dat 375 alsnog later in de maand naar school gaan. Ongeveer honderd kinderen gaan niet naar school.

Er zijn geen grote knelpunten, aldus Dekker. Nederland telt 57 noodopvanglocaties voor asielzoekers. In 49 van de opvangplekken zijn kinderen ondergebracht. Jongens van 16 en 17 jaar vormen de grootste groep vluchtelingenkinderen.

Eind februari liet Dekker nog weten dat het ministerie niet wist hoeveel leerplichtige vluchtelingenkinderen nog zonder school zitten, omdat de registratie van kinderen in de noodopvang, waarvoor het COA verantwoordelijk is, nog 'niet gekoppeld was aan de registratie van kinderen in het onderwijs'.

Kinderen die in azc's verblijven, gaan standaard naar school. In de noodopvang is daarentegen vaak geen onderwijs geregeld. De school in vluchtelingenkamp Heumensoord vormt hierop een uitzondering.

Vanaf het komende schooljaar wordt het basisonderwijs aan asielkinderen op dezelfde manier gefinancierd als het voortgezet onderwijs, laat Dekker verder weten. Basisscholen krijgen dan per kwartaal 2250 euro per asielkind. Ook bezorgt deze zogenoemde maatwerkbekostiging volgens hem scholen minder bureaucratische rompslomp.

'Verloren generatie'
Kinderombudsman Marc Dullaert, die vrijdag tegen zijn zin moest vertrekken omdat zijn termijn niet is verlengd, concludeerde eind vorige maand in een rapport dat asielkinderen die in Nederlandse noodopvanglocaties verblijven, een 'verloren generatie' dreigen te worden. Ze kampen met lange wachttijden, een ondermaatse leefomgeving, gedwongen verhuizingen en daardoor onderbrekingen van het onderwijs. Hun achterstand is later moeilijk of onmogelijk in te halen.