Defensie heeft schijn tegen met JSF
Er moet een knoop worden doorgehakt over de opvolger van de F-16-straaljager. Maar weet de Kamer wel alles?..
De Tweede Kamer debatteert vandaag opnieuw over de opvolger van de F-16. Dat wordt volgens insiders vrijwel zeker de Joint Strike Fighter (JSF), maar gekozen is er formeel nog niet. Ondertussen rijst de vraag of het parlement is misleid. Zes vragen over de stand van zaken in het JSF-dossier.
Wat is de JSF ook alweer?
Een gevechtsvliegtuig van de fabrikant Lockheed Martin. Eén van de varianten (de F-35A) is de favoriet van Defensie.
Waarom een nieuw debat?
De Tweede Kamer heeft er sinds juli niet meer over gesproken. Daarna is er een vloedgolf aan publiciteit geweest die vragen opriep over misleiding van het parlement en de eerlijkheid van de vergelijking tussen de vliegtuigbouwers die voor de order in aanmerking willen komen. Staatssecretaris De Vries van Defensie en minister Van der Hoeven van Economische Zaken spreken de aantijgingen tegen.
Verloopt de kandidatenvergelijking eerlijk?
Defensie heeft de schijn tegen. Concurrenten Eurofighter en Rafale doen niet mee omdat ze menen dat de luchtmacht al heeft gekozen voor de JSF. Dat Defensie sterk vooringenomen is, werd in een interview met de Volkskrant bevestigd door Jacques de Winter, oud-directeur algemene beleidszaken van het ministerie. Hij zegt zich vruchteloos tegen die houding te hebben verzet.
In de Kamer bagatelliseerde staatssecretaris De Vries de kandidatenvergelijking: ‘We moeten geen wetenschap maken van wat niet meer is dan het afvinken van criteria.’ Pas na aandringen vanuit de Kamer werd het Zweedse Saab uitgenodigd, maar de fabrikant kreeg weinig tijd om vragenlijsten te beantwoorden. Saab spreekt van ‘ongebruikelijke haast’ maar zegt vol vertrouwen te zijn over de kansen van zijn jager, de Gripen.
In de verlanglijst voor de vervanging van de F-16 uit 1999 vroeg Defensie de gegadigden naar hun prestaties op milieugebied, waaronder geluidsoverlast. Dat verzoek is verdwenen uit de vragenlijst van 2008. Het lijkt gunstig voor de JSF, waarvan bekend is dat hij veel lawaai produceert. De overlast rond de vliegbases Volkel en Leeuwarden kan erdoor toenemen.
Pijnlijk was een in september uitgelekte analyse voor de Amerikaanse luchtmacht van militair adviesbureau Rand Corporation. Daarin wordt over de JSF gezegd: ‘kan niet draaien, kan niet klimmen en kan niet rennen’.
Een pluspunt van het toestel is de slechte zichtbaarheid voor de radar. En de prijs, zegt de fabrikant. Nederland krijgt 85 JSF’s voor bijna 5,7 miljard euro. Saab zegt echter voor hetzelfde budget 85 Gripens te kunnen leveren, inclusief alle bijkomende kosten.
Kan de F-16 nog een tijdje doorvliegen?
Waarschijnlijk wel. In 2006 zei toenmalig defensiewoordvoerder Timmermans van de PvdA dat hij zich herhaaldelijk bij de neus genomen voelde door de luchtmacht. ‘Die zei ons aan het begin dat de F-16’s vanaf 2010 echt uit de lucht zouden vallen en wij ze daarom snel moesten vervangen. Toen het JSF-project vertraging opliep en wij niet voor 2013 of 2014 de eerste konden krijgen, bleek de levensduur van de F-16’s ineens langer te zijn. Toen gingen die ineens wel tot 2013 of 2014 mee.’
Vorig jaar zei toenmalig staatssecretaris Van der Knaap de Tweede Kamer dat de F-16’s ‘over een jaar of tien’ tot op de draad zouden zijn versleten. Dat is dan 2017.
Verdient Nederland aan de JSF?
Dat is onduidelijk. In opdracht van Economische Zaken onderzocht PricewaterhouseCoopers dit voorjaar de directe en indirecte opbrengsten van het JSF-project. Het zou 16 miljard dollar omzet opleveren doordat Nederland participeert in de bouw van de toestellen. Maar de Tweede Kamer wantrouwt de studie en heeft de ongebruikelijke beslissing genomen het Centraal Planbureau de kwaliteit te laten te beoordelen.
Met de Medefinancieringsovereenkomst (MFO) gaat het niet goed. Deze overeenkomst regelt de terugbetaling door het bedrijfsleven van de 800 miljoen dollar die de staat in de JSF heeft gestoken. De deelnemende bedrijven weigeren echter 10,3 procent van hun productieomzet af te dragen zoals het contract voorrekent. Italië stapte begin oktober uit het JSF-testprogramma. Alleen Nederland, Engeland en Amerika zijn nu nog partners in het programma.
Is de Tweede Kamer misleid?
Mogelijk. De Kamer heeft sinds 2002 duizenden vragen gesteld over dit dossier. Het is voor buitenstaanders (en elkaar opvolgende Kamerleden) bijna niet meer te vatten. KRO’s Reporter vond een ambtelijke brief uit 2003 aan toenmalig staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken. Daarin wordt uitgelegd dat Nederland ‘vanaf het begin’ wist dat het aantal opdrachten voor de ontwikkeling van de JSF met ruim de helft zou tegenvallen. De Kamer kreeg dit pas een jaar later te horen, toen al met het project was ingestemd. Volgens minister Van der Hoeven en staatssecretaris De Vries is dit een misverstand: de raming betrof de eerste zes jaar van de ontwikkeling. Dat schrijven de ambtenaren echter niet. Als zij eerlijk waren over wat ‘vanaf het begin’ bekend was, is de Kamer in 2002 een te rooskleurig beeld voorgehouden.