DE ZIEL VAN HOEDEKENSKERKE
Winkels zijn er verdwenen. Het jachthaventje slibt dicht met modder. De twee café's zijn te koop. Wat deed de tijd met 'Hoedjeskerke' in de Zak van Zuid-Beveland?...
'Dit is voor mij vanavond de laatste repetitie', zegt Piet Geus uit Kwadendamme, beverig zijn trombone neerleggend. 'De laatste jaren ben ik sterk achteruitgegaan en met dat kunstgebit gaat het nog veel minder. Mijn muziekboek is uit. Aan weer een nieuwe dirigent kan ik niet wennen.'
Een klap voor muziekvereniging Con Amore, die zonder de trombonist al vijftien man te kort komt. Even is het stil in Verenigingsgebouw De Griend, waar de jonge Belgische dirigent ook ophoudt, wegens verplichtingen elders. Die heeft een frisse wind door bestoft repertoire laten waaien, koperblazers laten lachen.
'Alle, 76!', heeft dirigent Patrick Geels voor het laatst geroepen. 'Karachi Boulevard!' Blazers beproeven hun mondstuk, alleen de paukenist in zijn paarse trui is de weg kwijt. 'Normaal gezien begin je links bovenaan', helpt de dirigent droog. '76, U dacht zeker dat het andersom was, omdat ik Belg ben.'
Ze zullen die grapjes missen. Voorzitter Rinus de Bart - waar is hij eigenlijk geen voorzitter van - kondigt de nieuwe dirigent aan die uit Middelburg naar de zak van Zuid-Beveland is komen rijden. Een 70-plusser met het dirigeertalent van een schoolmeester uit het tijdperk van Wien Neêrlandsch Bloed door d'aadren vloeit. Dat wordt vermoedelijk geen swingen. Als enige toetert Geus uit Kwadendamme niet mee. Hij blijft met gevouwen handen op z'n stoel zitten, onbewogen, alsof het hem geen bliksem meer aangaat.
Een windvlaag had muziekflarden door de verlaten Havenstraat gevoerd, waar heel even een kreet klonk, de knal van een deur te horen was. En later het zingen van een fietsdynamo. Een auto was gestopt voor de enige vitrine met verlichting, die van de Rabobank. Een papier bij de pinautomaat kondigt sluiting aan (voor bankzaken moet je voortaan vijf kilometer verder naar 's-Gravenpolder). Café-restaurant Westerschelde is gehuld in een gordijn van stilte. Maar op de dijk, waar de Westerschelde tegen het basalt slaat, kan een wandelaar die zijn hond uitlaat, het soms treffen bij concurrent paviljoen De Steiger, al rekent norse waardin Carla 2,30 euro voor een tapbiertje. Ze moet het hebben van dagjesmensen die 's zomers met het populaire stoomtreintje uit Goes komen om van het uitzicht te genieten. Carla droomt kettingrokend van een nieuw leven in de Dominicaanse Republiek. Het café staat al lang te koop.
Krabbetjes
In de vroege ochtend zitten Belgische vissers kleumend op de steiger, meer dan krabbetjes hebben ze niet gevangen. Het haventje ligt er sneu bij, een soepterrine met grijze pap rondom. Bij eb liggen de vaartuigjes vastgezogen in de modder. De naam van de watersportvereniging is toepasselijk: De Val. Dertig jaar geleden zag de toenmalige kroegbaas een goudmijn uit de blubber oprijzen: een haven vol jachten, een eethuis, winkel en zwembad. Hij kwam er mee op de tv, vol weemoed over de veerdienst met Terneuzen die in 1972 was opgeheven in navolging van de boemeltreinverbinding met Goes, zodat overstapplaats Hoedekenskerke van de kaart was geveegd. Het haventje slibde dicht, sinds Rijkswaterstaat niet meer baggerde. Kroegbaas Burgel keek diep in het jeneverglas en zag de oplossing. Hij liet een oud binnenvaartschip aan de havenmonding bij vloed vollopen. Bij eb moest de watermassa via luiken worden geloosd, zodat de drab in een keer uit het haventje zou worden gespoeld.
Maar wat er uit het schip aan water sijpelde, liet slechts een iel-kronkelend geultje in het slik na. (Een Zeeuw zegt slik, in plaats van slib.) Burgel stierf aan een beroerte. 'Als hij het borrelglas had weggezet, bleef zijn hand naar de vorm van het glaasje staan', zegt zoon Wies (50), buschauffeur en bestuurslid van de watersportvereniging. Elk voorjaar laat zijn club een bak over de bodem schrapen, waarna het slik buitengaats wordt geloosd. Het wordt bij hoog water net zo makkelijk teruggekwakt.
Buitendien is Rijkswaterstaat als de dood voor vervuild slib. 'Ze hebben het tarief voor verplichte monsteranalyse ook nog verhoogd', klaagt Burgel, die samen met zijn vriendin in de ziektewet loopt. 'Die twee potjes modder gaan ons 3300 euro kosten.'
Dat er een doem op Hoedekenskerke rust, kun je niet zeggen. Het dorp bleef gespaard bij de watersnoodramp. Elk uur boemelt er een bus naar Goes, nog wel. Alleen: een brood kun je er niet kopen. Bakkers, slager, groenteman, allemaal exit. Tegen de supers in Goes valt niet op te boksen. De woninginrichter bleef, en tegenover hem verkoopt Rotterdammer Piet Kool koi-karpers die hij uit Japan haalt. Een hype, meneer. Vijftienhonderd eurootjes per stuk, een gangbare prijs voor topklasse. Kool legt ook vijvers aan met pagodes. Klandizie van de Randstad tot België. Om de winter door te komen, heeft oud-bouwvakker Kool een klussenbedrijf. En nam z'n Vlaamse vrouw het postagentschap erbij, zodat je voor een postzegel niet naar 's-Gravenpolder hoeft.
Doodse stilte, wanneer dinsdagmorgen de bibliobus bij de speeltuin van vereniging Hoedje Wip parkeert. Totdat kleuters uit de christelijke basisschool De Regenboog komen aangehuppeld, met vier bejaarde vrouwen in hun kielzog. Moeilijk ter been, trouwe klanten. 'Da's wel een bekende schriever, héé', zegt mevrouw Lukasse-Schipper als ze de naam Cor Bruyn op de rug van een streekroman heeft ontcijferd. Ze aarzelt tussen In de verte klinkt muziek van Julia Burgers-Drost en Bij nader inzien van J.Visser-Roozendaal. Het wordt toch maar Een zwerver komt thuis, van eerstgenoemde auteur.
De bibliobus uit Middelburg doet wekelijks de Zuid-Bevelandronde; alle vijftien dorpen van de gemeente Borsele - met uitzondering van 's-Gravenpolder, waar bevindelijke gereformeerden de lakens uitdelen. Een landschap van vette klei, glinsterend in de regen. Schapen liggen er tegen dijken aangeplakt. Het baldert boven de Westerschelde, het beukt tegen de betonnen haringmanblokken waar een baard van algen meedanst met de woeste golfslag. Een legende wil dat in Wodans tijd de bewoners van Odinskirka - wat lijkt op Hoedekenskerke - hun doden via de grote zee naar het Walhalla lieten drijven. Niet eens zo ver buitendijks moet Oostende liggen, dat in 1524 in de Schelde verdween. Ambacht Vinningen onderging grotendeels hetzelfde lot.
Een bescheiden sculptuur eert heer Oedekyn, middeleeuws stichter van de kerk en naamgever van de heerlijkheid die rond 1600 de grootste van de streek op het eiland Borse(s)ele(n). was. Tot 1970 vormde 'Hoedjeskerke' - nu 744 zielen - een zelfstandige gemeente met het roomse Kwadendamme plus de buurtschappen Langeweegje en Rijke Buurt. Je leest hier namen als Zwakepolder, Slabbekoornsedijk en Kapuinhoekweg; klanken uit een Bommel-strip. In de beschutting van het kerkhof loopt met bedaarde stap een reiger langs grafzerken met namen als Zeevaart, Provoost, De Putter, Stikvoort en Pikkaart. Onderweg naar school in Goes, langs de provinciale weg met kaalgeblazen peppels, staan hun nazaten boven op de fietstrappers, opboksend tegen windkracht-10.
Gymnasiast Lisan de Koster van 17 fietst 't liefst in haar eentje in haar laatste jaar; ze wil iets in Utrecht studeren. Op vrijdagmiddag mag ze met de brommer naar een jongerentrefpunt in de stad. Wij zijn graag op onszelf', zegt haar vader, die trekkerchauffeur is op een loonbedrijf. Hij is oud-gereformeerd spijtoptant en staat er doodverlegen, met de handen in de zakken, bij als zijn vrouw, voormalig chemisch analiste, zegt dat de mensen in Holland opener zijn. 'En niet zo stil als hier. Dat vind ik wel prettig', fluistert Lisan boven haar natuurkundeboek. Nog een jaartje, en ze is uitgevlogen; weg uit het dorp waar de wereld ophoudt als je jong bent. Haar moeder kijkt bezorgd.
'Het heerlijke is dat je hier je fiets kunt laten staan', zegt Gina Bon van de Dorpsraad, terwijl ze in haar afgelegen boerenhuis pannenkoeken bakt. Ze heeft een tijdje in Vinkeveen gewoond, maar wil nooit meer terug. Waar zie je hazen voor je koplampen langs schieten? Fazanten? Haar Dorpsraad is bezorgd om de negentiende-eeuwse molen die te koop staat, nu de Duitse eigenaar een vriendin heeft die naar België wil.
In een voormalige kippenloods bij de stoomtreinhalte timmeren Rinus de Bart (vrijgezel en oud PvdA-wethouder) en zijn conducteurs aan een grote modelspoorbaan waarmee ze toeristen wat langer willen vasthouden, zodra het dorp uit winterslaap is gewekt door de stoomtrein Goes-Borsele.
Met dat doel is ook het vroegere huisje van marskramer Willempje (het wienkeltje van Wullempje) aan de Kerkstraat ingericht. Je kunt er Bevelandse klederdrachten bewonderen, ouderwets zoethout kopen. Een corset ligt uitnodigend uitgespreid in de bedstee terwijl een wandspreuk uit bijbelboek Mattheüs 7 waarschuwt voor het 'breede pad des verderfs' dat de zondaar eeuwig in de hel zal doen branden. Dat weerhield Willempje er nooit van een apart laatje in zijn marskramerskistje met condooms te vullen. Het ging alleen open op verzoek van de boerencliëntèle.
Dorpsfiguren zijn uitgestorven, op mevrouw Jeronimus van 72 na, alom bewonderd om haar handgemaakte quilts, haar moestuinpracht. 'Je zit hier niet op een onbewoond eiland hoor', doceert mevrouw Jeronimus, die leuke jonge buurtjes uit Amersfoort en een warm hart voor Roemenië heeft.
Zwarte hemel
'Vroeger was het hier mooier dan de boulevard van Vlissingen', schreeuwt Rinus de Bart tegen de wind in op de Scheldedijk, waar je bij helder weer de havencontouren van Antwerpen kunt zien en waar de lichtval elk uur anders is. Aan Zeeuwsvlaamse kant ploetert een tanker onder een zwarte hemel. Om ons heen een desolate modderbende, neergekwakte hopen zand en basaltblokken tussen picknicktafels. De gemeente Borsele heeft plannen voor een pittoresk woonwijkje, waarbij het jachthaventje wordt uitgebreid. Springt de watersportvereniging niet een gat in de lucht? Geen denken aan. 'Wij zitten niet te wachten op watersporters in blauwe blazers', is het devies.
'Het wordt er in het dorp niet gezelliger op', vindt in elk geval landbouwer Krijn Leenderse die aan de uitvalsweg naar Goes woont. Met 'die importmensen', werkend in Sloegebied of in de dienstensector van Goes, 'krijg je geen contact'.
Voor de jaren vijftig-boerderij van Leenderse ligt een berg suikerbieten waarvan de prijs niet met de euro is meegeevolueerd. Na negen eeuwen wankelt Zeelands boerenstand, Leenderse ziet het somber in. In de keuken vouwt zijn vrouw reclamekrantjes die hun drie zoons moeten rondbrengen. Verderop, bij het verlaten Rabobankkantoortje, wacht de SRV-man ('voor vergeten boodschappen') uit Oudelande op klanten. Na een kwartier komt er eentje.
SRV-man Henk van de Berge draait zestig uur per week, maar gaat morgen een klant dood, komt er geen nieuwe. 'Ik had hier een lekker klantje dat bezig was haar nieuwbouwhuis in te richten, maar na een week of vijf bleef ze weg', zegt Henk. 'Ik bel aan: ze hoefde niks meer. Ze zei: ik hoop wel dat u blijft rijden want als m'n man ziek is, zit ik zonder boodschappen, omdat ik geen rijbewijs heb. Ik zeg: mevrouwtje, dan hoop ik dat uw man vandaag nog ziek wordt.'
Voor het eerst die week brandt er vrijdagavond licht in cafe Westerschelde, waar een biljartje wordt gelegd. 'Dat wordt vanavond André Hazes en feesten tot een uur of drie', belooft pachter Jaap, die van Yerseke komt. 'Dan rollen die gasten van de voetbalclub in een taxi om in Goes verder te zuipen.' Maar zijn vrouw Lydia, die net potentiële kopers heeft rondgeleid, zegt met trillende stem: 'We verkopen de tent. Ik heb de grote K. Ik kan er niks bij hebben als ik bestraald word.' 'Eh, tot morgen dan', zegt Jaap nog.
Die zaterdagavond hangt wederom het bordje Gesloten aan de deur. Ook het havencafé is dicht. In de Papegaaistraat dommelt een man met open mond bij de tv, voeten op tafel. In het donker klinken stemmen. Op een bankje draait Jennifer van 13 chagrijnig een sjekkie. Ze mag niet met vriendjes mee in de auto naar Terneuzen. Ze mag nooit wat. 'We hebben hier niks voor de jeugd.' Nou ja, er was een soos op de dijk. In een container van de gemeente. Dat heet een JOP, Jongeren Ontmoetingsplek.'
'Maar die is in de fik gegaan', zegt haar vriend van 19. 'Haha.'
Jennifer geeft hem een schop. Hij protesteert: 'Iedereen weet toch dat het een puinhoop was met drank en drugs?' Dan galmt haar moeder door de stille straat: 'Hé muts, thuiskomen!' Zaterdagavond, half tien.
'Elke gegeven dag is een nieuwe kans', had dominee Brakema uit 's-Heer Abtskerke zijn zondagse preek besloten; een preek over het einde der tijden. Toevallig had hij thuis gedacht aan al die jongeren voor wie in Zeeuwse dorpjes amper perspectief is. 'Ze komen op een enkeling na niet terug.'
Ook de jongere vrouw van huisarts-in ruste H. Kole (79) wil wel weg. Het doktershuis Boerhaave verkeert in vervallen staat. 'Het Tietjerksteradeel-achtige gehalte van de naam Hoedekenskerke veronderstelt meer folklore dan hier aanwezig is', stipuleert de dokter, die journalist had willen worden. Hij blijft, hoe dan ook, tot de laatste ademtocht; door geuren aan het verleden gebonden, verweven met de hoge bomen in de tuin, en het 'sublieme uitzicht' over de Schelde.
De storm rukt aan de luiken als Kole, kater op schoot, hardop peinst: 'M'n leven lang heb ik naar de overkant van de Schelde gekeken; de overkant heeft altijd magie. Zeventig jaar lang keek ik naar het torentje van Hontenisse. Toen ik na al die tijd in m'n auto stapte om het kerkje van dichtbij te zien, bleek het niks bijzonders. Dus kun je maar beter blijven zitten waar je bent, om het romantische waas van verre verlangens te behouden.'