'De zaak tegen Robert M. vergeet ik nooit meer'
Hij is de rechter die eind mei in de Amsterdamse zedenzaak hoofdverdachte Robert M. veroordeelde tot 18 jaar cel en tbs. Frans Bauduin(66): 'Ik ben geen ouwe rocker gebleven.'
U pleit voor meer empathie in de rechtspraak?
'Ja. De bekende hoogleraar Pompe zei destijds: de jurist moet niet alleen beseffen dat de misdadiger een mens is, maar ook dat hij er zelf een is en daarmee blootgesteld aan alle menselijke hartstochten. Dat betekent dat je je voortdurend moet afvragen: hoe komt iemand tot strafrechtelijk gedrag? Natuurlijk is vergelding een belangrijk doel van de straf, maar het is niet vergelding alleen.'
Hebt u zich weleens ongemakkelijk gevoeld door de veranderende opvattingen?
'Ik kom uit de tijd waarin we dachten dat het strafrecht zijn langste tijd had gehad, de gevangenissen zouden dichtgaan. Dat was natuurlijk een illusie. Nederland had een sterk humaan strafrecht en hechtte groot belang aan de hulpwetenschappen: criminologie, forensische psychiatrie.'
U bent een product van die tijd.
'Zeker, maar ik ben niet in die tijd blijven hangen. Ik ben geen ouwe rocker gebleven. Ik ben anders gaan kijken en strenger gaan straffen. Ongemakkelijk heb ik me er nooit bij gevoeld. Het is anders.'
Frans Bauduin (66), de rechter van Volkert van der G. (de moordenaar van Pim Fortuyn) en Robert M. (van de Amsterdamse zedenzaak) heeft dit najaar afscheid genomen van de rechtbank in Amsterdam. Hij is bijna 40 jaar werkzaam bij de rechterlijke macht en sprak recht vooral in Amsterdam en op de Antillen. De komende tijd werkt hij nog als raadsheer plaatsvervanger bij het hof in Arnhem.
Hem wordt een groot empathisch vermogen en oog voor slachtoffers en verdachten toegedicht. Stoïcijns, eigenzinnig, kordaat en weloverwogen is Bauduin het archetype van de rechter. Hij kan weerstand bieden aan maatschappelijke druk op geruchtmakende processen.
Nadat Volkert van der G. tot 18 jaar was veroordeeld, werd Bauduin ernstig bedreigd. Hij kreeg kogelbrieven en mailtjes met teksten als 'Wij zullen onze jachtgeweren leegschieten op Frans Bauduin'.
Hij wil daar niet veel over zeggen. 'De bedreigingen waren veelal anoniem. De meeste mensen zijn geen helden, hè. Erg vervelend was het wel. Maar goed, het is achter de rug.'
Wie zijn kamer in de Amsterdamse rechtbank betreedt, heeft het idee een kijkdoos binnen te stappen. Aan de overvolle wanden een ingelijste Gummbah, die een priester van de kansel laat zeggen: 'En daar had Jezus natuurlijk wel een punt.' Espressokoppen en -schotels uit diverse horecazaken staan opgestapeld op een vensterbank. 'Vaak vraag ik of ik het koffiekopje kan kopen. Meestal krijg ik het dan cadeau.'
U hebt ze niet gewoon meegenomen?
'Dat zou u wel willen, maar het is niet zo.' Ook aan de wand een bladzijde uit een tijdschrift met een grote foto van Einstein. 'Als mijn haren heel lang zijn, zegt iemand wel eens: je hebt net zo'n kop als Einstein. Maar goed, ik kan me natuurlijk op geen enkele manier meten met hem.'
Op een plank ligt een helm van de Bescherming Bevolking uit de jaren vijftig. Een attribuut van de toneelclub van de rechtbank. Aan de kapstok hangen een oude rechtersbaret, een fez en een ondefinieerbaar hoofddeksel - een andere verzameling van Bauduin.
Het meest karakteristiek van zijn kamer vindt Bauduin 'het microklimaat waarin je allerlei vruchten kunt laten drogen'. En dat heeft hij met verve gedaan. Appels, sinaasappels, mandarijnen, kastanjes, citroenen - overal liggen ze. Verschrompeld en hard als kiezels. 'Ik vind die vormen mooi. Als je een citroen licht kerft, komt er een mooi streepje in. Je kunt er ook figuren in maken. Ik geef u er enkele mee, want ik moet toch opruimen.'
Tussen en op boeken (over recht en strafvordering, maar ook Long Walk to Freedom van Nelson Mandela) staat kunst, gemaakt door gedetineerden. Een bronzen walnoot met tralies, een portret van een rechter, een hoofd van gebakken klei waarvan de hersenen zichtbaar zijn. In de hoek staat een beschilderde kakstoel.
'Ik ben voorzitter van de nutsschool voor beeldende expressie die veel doet in gevangenissen. Het idee is om in detentie te ontdekken dat je misschien heel andere dingen kunt. Het bezig zijn met kunst maakt bovendien dat de sfeer in een gevangenis beter is. Er is geen geld meer voor. Heel jammer, je moet mensen niet alleen maar opsluiten.'
De bende in zijn kamer is groter dan normaal, bij het opruimen is zojuist een kastplank losgeschoten en zijn paperassen op de grond gevallen. 'Het is een rare kamer, misschien', zegt Bauduin droog.
Sinds de strafzaak tegen Volkert van der G. is het strafrechtelijk klimaat enorm verhard, vindt u. In welke zin?
'Er wordt meer en vaker geroepen om strengere straffen. Dat was al eerder ingezet, de straffen zijn aanmerkelijk hoger geworden. Het strafrechtelijk klimaat is vanaf het moment dat ik begon in de jaren zeventig enorm veranderd. Wij behoren tot de strengste landen van Europa.'
Het strafrecht wordt meer en meer ingezet om de samenleving te reguleren.
'Laat ik huiselijk geweld als voorbeeld nemen. Er is sterk op gefocust om dat op te lossen met het strafrecht. Maar dat heeft een beperkte actieradius. Soms zit je als strafrechter met de handen in het haar omdat je mensen voor je krijgt, en denkt: zou er niet een heel andere methode moeten zijn om het probleem op te lossen? Waar komt dat geweld vandaan? Heeft het te maken met de achtergrond? Met enorme problemen?
'Vaak is geweld een uiting van onmacht. Ieder mens wordt wel eens kwaad, ieder mens is wel eens buiten zinnen van woede. Iedereen heeft woede in zich, maar niet iedereen kan er op een adequate manier mee omgaan. Als wij huiselijk geweld willen terugdringen, moeten we alle instrumenten toepassen.'
De term mededogen is bijna een vies woord geworden, voegde u eraan toe toen u zei dat het strafrecht is verhard. Wat bedoelde u daarmee?
'Er wordt vaak gesproken over geweten, maar je hebt niet het geweten-gen. Geweten moet je ontwikkelen. Als iemand is opgegroeid in een sfeer waarin elk conflict wordt opgelost met een knuppel, hoef je niet bovenmenselijk slim te zijn om je je te realiseren dat zo iemand hetzelfde doet als hij een conflict heeft. Dat is een omstandigheid waarmee een rechter rekening moet houden. Wat hij ermee doet is vers 2.'
Wat vindt u van de Haagse incidentenpolitiek? Naar aanleiding van de dood van de grensrechter kondigde minister Opstelten aan dat de straffen voor het molesteren van scheids- en grensrechters worden verdrievoudigd.
'Ik begrijp niet waarom de minister dit zegt. Hij wekt verwachtingen waarvan ik denk dat hij zelf ook weet dat het strafrecht die niet kan waarmaken. Dat afschuwelijke incident kun je niet oplossen door de straf te verdrievoudigen. De opmerking is waarschijnlijk ingegeven door the spur of the moment. Misschien moeten we er niet te veel betekenis aan hechten.
'Minister Opstelten en staatssecretaris Teeven zijn meesters in algemeenheden. Ik begrijp vanuit de politiek dat ze iets moeten zeggen over gebeurtenissen, ze worden erop aangesproken. Maar zij moeten terughoudender zijn dan een Kamerlid.'
Ze creëren valse verwachtingen: we gaan het oplossen.
'Ik vond bij het opruimen...' Bauduin staat op en vindt verrassend snel het jongste verkiezingskrantje van de VVD. Hij leest voor: 'Meer straf en minder begrip voor criminelen. Meeleven met slachtoffers, niet met daders. Niet doorschuiven, maar aanpakken.' Hij laat de kreten even in de lucht hangen en zegt: 'Loze zinnen, de werkelijkheid is gecompliceerder.'
Tijdens de Amsterdamse zedenzaak nam staatssecretaris Teeven een voorschot op het spreekrecht van de ouders. Hij ging ervan uit dat de rechtbank de ouders spreekrecht zou geven, ook al was dat nog niet wettelijk vastgelegd.
'Dat was Teeven ten voeten uit. Ik dacht: waarom wacht-ie niet gewoon tot de rechtbank daarover een uitspraak heeft gedaan? Je moet er toch van uitgaan dat hij wist, althans ervan op de hoogte had kunnen zijn, dat het verzoek om spreekrecht aan ons was voorgelegd.'
Wat bedoelt u met Teeven ten voeten uit?
'Er komt iets op zijn weg, hij heeft een idee, dat ventileert hij en dan moet het zo gebeuren. Dat is zijn profiel, zo werkt Teeven. Laat ik zeggen: zo werkt meneer de staatssecretaris.'
Niet lullen maar poetsen.
'Dat kun je zeggen, maar ik zou zeggen: als je wilt poetsen, moet je eerst kijken: wat moet er gepoetst worden en hoe gaan we dat doen?'
In oktober gingen zestien nieuwe rechtbankpresidenten op een groepsfoto met Opstelten.
'Het is een foto die een lange ontwikkeling markeert: de herziening van de rechterlijke kaart. Een enorm project, dat werd afgesloten met de benoeming van de zestien presidenten. Het is een fotomoment...'
...waarop de rechterlijke macht zich vereenzelvigt met de uitvoerende macht.
'Mij was opgevallen dat de minister bij die gelegenheid de rechterlijke macht in zichzelf gekeerd, onbereikbaar, ouderwets en misschien zelfs wel wereldvreemd had genoemd. Ik vond het nogal onwellevend om dat op dat moment te zeggen. Even later stond hij met een brede glimlach tussen de mensen die hij even daarvoor zo had gekwalificeerd.'
Tijdens zittingen in de Amsterdamse zedenzaak kon u uw ergernis over het eigengereide optreden van Robert M. een paar keer amper onderdrukken.
'Dat heb ik me op een bepaald moment ook gerealiseerd, in dat opzicht is uw waarneming juist. Ik had de indruk dat de hoofdverdachte zich ook wel eens aan mij ergerde. Dan komt het wezen van de meervoudige strafkamer (waar drie rechters zitting hebben, red.) naar voren, doe je even een stap terug en doet een collega iets meer. Het is belangrijk dat je je realiseert: het is niet in het belang van het strafproces wat hier gebeurt, dat moet ik anders doen. Zo los je dat op.'
Hoe kun je je emoties buitensluiten in een zaak als deze?
'Ik moet voorzichtig zijn, deze zaak loopt in hoger beroep. De zedenzaak heeft van iedereen veel gevergd. Waar het om gaat is dat je je bewust bent van je emoties en dat je ze kunt objectiveren. Maar ik ben geen machine. Belangrijk is dat je je emoties deelt met collega's. Wij hebben veel met elkaar gesproken.'
U bent geen tobber. Is dat in de zedenzaak van pas gekomen?
'Ja, ik kan het goed van me afzetten. Als rechter kun je niet gebukt gaan onder al het leed wat je te zien krijgt, dan zou ik mijn werk niet kunnen doen.'
Had u daar in deze zaak meer moeite mee?
'Het was een buitengewoon uitzonderlijke zaak. Een zaak die ik nooit meer vergeet. Hier wil ik het bij laten.'
Wat dacht u toen Robert M. water naar u smeet?
'Ik reageerde professioneel intuïtief.'
U vertrok amper een spier, veegde de druppels op en ging ondertussen door met het voorlezen van het vonnis.
'Dat had ik niet van tevoren bedacht. Het gebeurde in een split second.'
Daarna schreeuwde Robert M. nog een paar keer iets. U had de zitting kunnen schorsen om hem te laten afvoeren. Dat wilde hij ook. U zei: u blijft zitten en luistert naar al wat hier wordt gezegd.
'Ik vond het belangrijk dat hij zou horen wat het oordeel van de rechtbank is. Daarbij: ik wil er nooit enige twijfel over laten bestaan wie de orde bepaalt in een zitting.'
De ouders zeiden dat ze het op prijs hebben gesteld dat Robert M. het hele vonnis moest aanhoren.
'Het voorliggende belang was: wij doen uitspraak en dat moet op een goede manier gebeuren in aanwezigheid van de verdachte. Punt. Het was de dood of de gladiolen. Daar bedoel ik mee: ik reageer intuïtief op dat incident, het pakt goed uit en iedereen zegt: top. Was er een hoop heisa ontstaan, had iedereen gezegd: het is me toch ook een stelletje, ze kunnen niet eens een vonnis uitspreken.'
Was het de eerste keer dat een verdachte zo tekeerging tegen u?
'Ik heb wel eens gehad dat iemand heel boos werd, maar dit had ik nog nooit meegemaakt.'
2012 IN 19 INTERVIEWS:
DIT IS HET ZEVENDE DEEL IN EEN DAGELIJKSE INTERVIEWSERIE DIE MORGEN WORDT AFGEROND MET EEN INTERVIEWKATERN.
undefined