reportage

De wijkverpleging worstelt: ‘Wanneer gaan verzekeraars en overheid beseffen dat het dag in, dag uit crisis is?’

Het komt in de zorg meer en meer op de wijkverpleging aan, maar daar wordt nu al ‘roofbouw op onze medewerkers’ gepleegd, terwijl de organisaties diep in de rode cijfers belanden. Wat er misgaat – en hoe het mogelijk beter kan.

Michiel van der Geest
Wijkverpleegkundige Nicolien Meijers helpt in Rotterdam de 96-jarige meneer Van der Have met douchen. Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant
Wijkverpleegkundige Nicolien Meijers helpt in Rotterdam de 96-jarige meneer Van der Have met douchen.Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant

Als wijkverpleegkundige Nicolien Meijer het appartement van meneer Van der Have in Rotterdam-Zuid binnenstapt en hem vertelt dat ze bezoek van de krant bij zich heeft, is de 96-jarige onmiddellijk weer de voornaam politicus die hij ooit was. Natuurlijk is de pers welkom – ‘ik heb er vaker mee te maken gehad’– en hij sommeert de fotograaf naar de badkamer als Meijer hem uit de douche helpt: ‘Dit is het belangrijkste moment van de dag en een 96-jarige blote man, wie maalt daar nou om?’

Van der Have was tussen 1974 en 1986 wethouder in Rotterdam, een foto prominent in de woonkamer, met naast hem burgemeester André van der Louw, is het bewijs. Nu komt drie keer per dag de wijkverpleging bij hem langs in IJsselmonde: voor de steunkousen, de douche, het eten. Sinds zijn vrouw vier jaar geleden is overleden, durft Van der Have zich alleen goed te verplaatsen als de zorgverleners bij hem zijn: hij is bang om te vallen. ‘Als ik dit niet meer heb, heb ik niets meer’, zegt Van der Have. ‘Naar een tehuis wil ik absoluut niet.’

Maar hij maakt zich zorgen over de toekomst van de zorg waarvoor hij ooit verantwoordelijk was. Het tekort aan personeel begint op te vallen. ‘Ik zou niet durven klagen, want ze doen fantastisch werk’, zegt de oud-wethouder, ‘maar het is wel prettig om vaste gezichten te hebben. Dat lukt lang niet altijd. En soms komen ze pas laat in de ochtend; ik moet vroeg ontbijten, anders word ik duizelig.’

De wijkverpleging is cruciaal voor het complete zorgsysteem. In de plannen van het kabinet komen er tot 2040 geen verpleeghuisplekken bij; de groei van de zorgvraag – het aantal ouderen stijgt van 2,6 miljoen nu naar 4,6 miljoen in 2040, van wie ruim 1,5 miljoen boven de 80 – moet bij de mensen thuis worden opgevangen.

De fundamenten waarop die omslag gebouwd moet worden zijn fragiel. Wijkverplegingsorganisaties stevenen dit jaar af op miljoenenverliezen, de verzuimcijfers zijn hoger dan ooit, de sector is vergrijsd en de inzet van dure zzp’ers stijgt met de dag. ‘Wanneer gaan de verzekeraars en de overheid beseffen dat het dag in, dag uit crisis is?’, zegt Peter Ploegsma, bestuurder van de Rotterdamse ouderenzorgorganisatie Aafje (verwacht verlies dit jaar: 5 miljoen op 40 miljoen omzet in de wijkverpleging). ‘Elke dag hebben we te veel klanten om met elkaar te bedienen. Dat is niet vol te houden.’

‘Elke dag zitten we in een spagaat’, zegt Arjan Bandel, bestuurder bij Laurens, ook uit Rotterdam (4 miljoen verlies op 57 miljoen omzet). ‘We kunnen geen nee verkopen en tegelijkertijd beslissen we iedere ochtend bij wie we vandaag wel en bij wie we niet langsgaan.’

Nicolien Meijer helpt meneer Van der Have in Rotterdam. ‘Als ik dit niet meer heb, heb ik niets meer’, zegt  de voormalig wethouder. Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant
Nicolien Meijer helpt meneer Van der Have in Rotterdam. ‘Als ik dit niet meer heb, heb ik niets meer’, zegt de voormalig wethouder.Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant

‘We plegen roofbouw op onze medewerkers’, vindt ook Agnes Klaren, bestuurder bij Thebe (tot 2,5 miljoen verlies op 82 miljoen omzet), een grote zorgorganisatie uit West- en Midden-Brabant. ‘Ze zijn in tranen. Ze vergen te veel van zichzelf.’

Hoe hebben die donkere wolken zich kunnen samenpakken? En is er ook iets aan te doen?

Oorzaak 1: het verzuim is immens

‘Heb jij toevallig nog iemand over?’, vraagt wijkverpleegkundige Meijer aan haar twee collega’s Chantal en Mira. De drie vrouwen barsten in lachen uit. Een extra verzorgende achter de hand geldt hier als humor.

In hun wijkkantoortje van Laurens, een bijgebouw van een al jaren leegstaand verpleeghuis, voeren de drie planningsoverleg. In tien minuten voegen de verpleegkundigen routes van medewerkers samen, maken zij lijsten klaar van mensen die kunnen worden afgebeld, verschuiven zij huisbezoeken en hopen ze vooral heel erg dat er niet weer mensen afbellen. ‘Is die ene collega alweer terug?’, vraagt Meijer. ‘Ze was terug’, zegt Mira, ‘maar ze is weer uitgevallen.’

Het verzuim in de wijkverpleging is immens. Bij Aafje en Laurens zit 13 procent van het personeel ziek thuis, bij Thebe 9,7 procent. ‘Dat is echt schrikbarend’, zegt bestuurder Klaren. Ter vergelijking: het verzuim in de industrie (de sector met het op een na hoogste verzuim) was in het eerste kwartaal 7,4 procent.

Het verzuim is deels te verklaren door corona, maar dat is zeker niet de enige oorzaak, zegt bestuurder Ploegsma van Aafje. ‘De werkdruk en de stress van de grootstedelijke problemen die onze medewerkers ervaren hebben er ook mee te maken.’ Eenoudergezinnen, huisvestingsproblemen, huiselijk geweld, schulden. Bij zowel Aafje als Laurens heeft ongeveer 5 procent van de medewerkers te maken met loonbeslag, een deel van hun inkomen vloeit rechtstreeks naar schuldeisers. ‘Dat is nog maar het topje van de ijsberg’, zegt Bandel.

Gevolg is dat de ingewikkeldste patiënten bij steeds dezelfde mensen terechtkomen, voor wie de werkdruk alleen maar hoger wordt. Verpleegkundige Meijer: ‘We draaien alleen maar productie om nog een beetje omzet te kunnen halen. We hebben geen tijd meer jonge medewerkers goed te begeleiden. Het is verleidelijk om tegen een stagiair te zeggen: je hebt het nu drie keer gezien, ga maar alleen de deuren langs.’

Oorzaak 2: uitzendkrachten en zzp’ers

De gouden regel als je bij een cliënt thuiskomt, zegt wijkverpleegkundige Mira, is dat je altijd eerst je jas uitdoet. Hoe druk je het ook hebt, hoe kort je bezoek ook zal zijn: geef de cliënt het gevoel dat je tijd hebt. ‘Dat soort afspraken maken we met ons vaste team. Als invallers het anders doen, zijn er voor hen geen consequenties.’

De inzet van zzp’ers in de thuiszorg is de afgelopen jaren explosief toegenomen. Het hoge ziekteverzuim noopt daartoe en veel verzorgenden en verpleegkundigen kiezen juist voor het zzp-schap; in loondienst mag je één roostervrije dag per week opgeven en werk je tot wel 36 weekenden per jaar. Dan zijn de verlokkingen om als zzp’er door te gaan groot: hoger inkomen, meer vrijheid, minder rotklusjes.

Nicolien Meijer op haar ronde in Rotterdam. ‘Klanten zeggen: wie komt er morgen? Als het een vreemde is, sla ik het douchen over.’ Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant
Nicolien Meijer op haar ronde in Rotterdam. ‘Klanten zeggen: wie komt er morgen? Als het een vreemde is, sla ik het douchen over.’Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant

Een rondvraag wijst uit dat het percentage zzp’ers bij sommige organisaties voor wijkverpleging al bijna de 20 procent aantikt. Dat drijft de kosten op en maakt de zorg slechter, zegt Ploegsma van Aafje: ‘Onze teams mogen zelf beslissen of ze nieuwe klanten aannemen. Bij ons werken betrokken mensen die het lastig vinden om te zeggen dat er geen plek is. Dan is snel de reactie: we nemen toch maar iemand van het uitzendbureau. De grenzen van dat model zijn we al over: als 20 procent van het team uit oproepkrachten bestaat is dat niet werkbaar.’

Verpleegkundige Meijer maakt zich ondertussen zorgen over zaterdagavond. Voor die dienst heeft zich een zzp’er ingeschreven die al drie keer zonder aankondiging niet is komen opdagen. ‘Het liefste zou je zeggen: die hoeft niet meer te komen, maar we hebben iedereen keihard nodig.’

Dat heeft veel nadelen, zegt Meijer. ‘Je hebt geen team meer. Uitzendkrachten doen wat ze moeten doen en dan zijn ze weer weg. Ze kennen de klanten niet goed genoeg en doen nooit iets extra’s. Een praatje maken, een bakkie doen met de mensen om te vragen hoe het nou echt met ze gaat, een keer de huisarts of de apotheek bellen, dat komt allemaal op ons neer.’

De inzet van zzp’ers leidt tot geschuif in de roosters: want de psychiatrische patiënt die na een suïcidepoging weer naar huis is gestuurd en notoir zorgmijder is, daar komt alleen een vast gezicht naar binnen. Mensen met dementie kunnen in de war raken van al die medewerkers die zomaar komen binnenvallen. Meijer: ‘Klanten zeggen: wie komt er morgen? Als het een vreemde is, sla ik het douchen over.’

Natuurlijk overleef je een keertje niet douchen, zegt Meijer. ‘Maar mensen die incontinent zijn, of die obesitas hebben, daar wil je de plooitjes wel schoon en droog houden.’

Oorzaak 3: het uurtje-factuurtjesysteem

Meneer Van der Have zegt het tussen neus en lippen door. Vanavond hoeft er niemand te komen om zijn eten op te warmen: zijn dochters komen, die nemen eten mee. Gezellig voor meneer Van der Have, maar voor zorgorganisatie Laurens betekent het dat zij nu een kwartier minder kan declareren bij de zorgverzekeraar.

De manier waarop de wijkverpleging door de zorgverzekeraars wordt gefinancierd is de fundamentele oorzaak van de problemen, vinden de bestuurders van Aafje, Laurens en Thebe. Het is een systeem van uurtje-factuurtje; alleen geleverde zorgminuten worden betaald. ‘Onwerkbaar’, zegt Ploegsma. ‘Wij zorgen voor de ingewikkelde cliënten, leiden nieuw personeel op, doen specialistische oncologiebehandelingen thuis. Daarvoor moeten onze medewerkers overleggen met andere zorginstellingen, hebben zij opleidingen nodig. Maar de tarieven die wij krijgen, dekken alleen de directe ureninzet.’

Wijkverplegingsorganisaties klagen hier al jaren over, maar ze hadden een reddingsboei. Verreweg de meeste ouderenzorgorganisaties hebben ook verpleeghuizen: de inkomsten daarvoor komen uit een ander potje, de Wet langdurige zorg (Wlz), waarvoor de zorgverzekeraars niet direct verantwoordelijk zijn. Veel zorgorganisaties gebruikten de vergoeding voor huisvesting om de verliezen uit de wijkverpleging te compenseren. Dat gaat dit jaar niet meer op. En bovendien gaat de huisvestingsvergoeding de komende jaren omlaag, terwijl de huren en de energiekosten stijgen. Bandel: ‘De negatieve spiraal versnelt en verslechtert.’

Nicolien Meijer voert planningsoverleg met haar collega’s.  Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant
Nicolien Meijer voert planningsoverleg met haar collega’s.Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant

Het uurtje-factuurtjesysteem heeft de zorgorganisaties te doelmatig gemaakt, zegt Klaren. ‘We hebben onvoldoende kunnen uitgeven aan opleidingen, aan teamactiviteiten, aan carrièremogelijkheden voor medewerkers, aan tijd voor innovaties. Dat wreekt zich in roofbouw op het personeel en in nul komma nul ruimte om te investeren.’

Mogelijke oplossing: Meer vrijheid bij de zorgverlener

Laatst was Klaren bij een vrouw van 97 thuis. ‘Ze maakt volop gebruik van technische snufjes als een automatische medicijndispenser en Tessa de zorgrobot, die helpt bij de dagelijkse taken en waar haar dochter vanuit Portugal berichtjes naartoe stuurt. Haar zoon is nogal van de techniek en had dit voor haar ingesteld. Zo kon ze goed alleen wonen; slechts een paar keer in de week kwam de wijkverpleegkundige voor de hoognodige zorg.’

Een schoolvoorbeeld van hoe we het de komende decennia met elkaar moeten willen, zegt Klaren. ‘De verpleegkundige wil zo’n systeem dan ook graag bij nog twintig cliënten optuigen. Daar heb je wel tijd voor nodig. Je moet familieleden de meerwaarde uitleggen en ze leren met de techniek om te gaan.’

Ander voorbeeld: een jonge, terminale man met nog drie maanden te leven, die vanuit het ziekenhuis naar huis moest. Klaren: ‘Drie keer per dag terminale zorg is nergens in Nederland meer te krijgen, vergeet het maar. De verpleegkundige moest de familie ervan overtuigen om de zorg voor hun naaste samen met ons te doen, wij kunnen het niet alleen. Dat vergt enorm goede gespreksvaardigheden. Daarin moeten we kunnen investeren om te zorgen voor verbinding en echt contact.’

Meer mantelzorg, meer techniek, minder zorg: het zijn vaak genoemde oplossingen om de schaarste in de wijkverpleging op te vangen. Dat lukt alleen, zeggen zorgbestuurders, als zij niet langer een vast bedrag per uur, maar per cliënt zouden ontvangen. Ploegsma: ‘Dat geeft ruimte aan de professional. Die kan inschatten: bij deze meneer kunnen we techniek inzetten, bij deze mevrouw kunnen de mantelzorgers goed ondersteunen, hier doen we meer preventie.’

Lang moet dat niet op zich laten wachten, zegt Ploegsma. ‘Het is crisis, we kunnen niet nog twee of drie jaar alleen pilotprojecten doen. Dat vraagt om vertrouwen in de professionaliteit van de zorgmedewerker, want we hoeven dan niet meer ieder uur te verantwoorden. Ik heb dat vertrouwen, nu de zorgverzekeraars en de overheid nog.’

Reactie Zorgverzekeraars Nederland

‘Zorgorganisaties nemen al veel goede initiatieven om met goede oplossingen zorgpersoneel te ontlasten en werkplezier te vergroten. Zorgverzekeraars hebben aangegeven de sector te willen helpen bij het versnellen en opschalen hiervan. Wie zien bijvoorbeeld dat betere samenwerking en coördinatie tussen zorgaanbieders in de wijk veel kan opleveren. Zo hoeven bijvoorbeeld minder nachtdiensten te worden ingeroosterd voor onplanbare nachtzorg.

‘Zorgverzekeraars zijn daarnaast al langer met de sector in gesprek over een nieuwe manier voor het declareren en betalen van de wijkverpleging. Dit moet meer ruimte geven voor preventie, innovatie en kwaliteit, en administratieve lasten beperken. Met al deze acties hopen zorgverzekeraars samen met zorgaanbieders de wijkverpleging ook in de toekomst toegankelijk te kunnen houden voor al hun verzekerden.’

Reactie Nederlandse Zorgautoriteit

‘De NZa vindt het zorgelijk dat zorgaanbieders niet alle benodigde zorg aan hun cliënten kunnen bieden. We zien dat we in de wijkverpleging aanlopen tegen de grenzen van de toegankelijkheid, dit komt door de toenemende vergrijzing in combinatie met de groeiende tekorten op de arbeidsmarkt. Het veld staat daarom voor de uitdaging om nu stappen te zetten om de wijkverpleging toegankelijk te houden.

‘We maken het in ons experiment bekostiging nu al mogelijk dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars afspraken kunnen maken over een tarief per cliënt voor een langere periode per bijvoorbeeld dag, week, maand of kwartaal. Hiermee stappen we dus steeds meer af van uurtje-factuurtje. We zetten erop in dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders hier steeds meer gebruik van gaan maken. Dat kan de zorgverlener onder andere meer ruimte geven voor professionele autonomie en maatwerk.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden