De wiet groeit naast de wasmachine
In de bijkeuken, op zolder, in de slaapkamer – achter menig onschuldig ogende gevel in vinexwijken gaat een hennepplantage schuil....
‘Hier in het midden hangt de lamp die ervoor zorgt dat de plantjes beter groeien.’ Elisabeth (10) kijkt met toegeknepen ogen de kweektent in, ter grootte van een manshoge garderobekast. ‘De ventilator die ernaast hangt, blaast de warmte hierheen.’ Leunend tegen de wasmachine in de kleine bijkeuken waar de tent staat, wijst Elisabeth naar vijf wietplanten van ongeveer 70 centimeter hoogte. De kweektent bevat een koolstoffilter, maar eenmaal buiten de tent wordt de lucht afgevoerd via het gewone afzuigkanaal van het wasmachinehok pal naast de voordeur. Wie een goede neus heeft, ruikt de wietgeur al bij binnenkomst.
‘Ik mag op school niet vertellen over de plantjes’, zegt Brechtje (8). ‘Want dan komt de politie om ze weg te halen.’ Haar lange loshangende haar waait op in de bries van de ventilator. Met gevoel voor filmisch drama pakt de 5-jarige Titia met beide handjes een volle top van een hennepplant en snuift de geur diep op. Ze slaakt een kreet van verrukking. ‘Zet dat maar niet in de krant, want dan worden we ontzet uit de ouderlijke macht.’ Lilian (43) – ze wil niet met haar echte naam in de krant – sluit grinnikend de rits van de kweektent. ‘In de ogen van de wietkwekersgemeenschap is dit maar een uitlachtentje. Ik ben niet uit op keihard geld verdienen.’
Buiten in haar tuin, in een kleine stad in het midden van het land, staat een uit doorzichtig plastic opgetrokken kas met nog tien jonge plantjes. Lilian kweekt cannabis omdat zij geld nodig heeft. Met alleen het salaris van haar man, die monteur is, komt het gezin met drie dochters maandelijks circa 300 euro te kort. Het spaargeld raakt op.
‘Sinds de geboorte van Titia werk ik niet meer’, vertelt Lilian. ‘Het ging helemaal mis, ze heeft een genetische afwijking.’ Een van de vele symptomen is een ernstige hartafwijking, het levenspad van Titia zal naar verwachting niet lang zijn. Het meisje is vaak ziek en ze verkeert continu in de gevarenzone. Lilian: ‘Ik wil wel weer een baantje zoeken, maar geen werkgever zit te wachten op een moeder die ieder moment naar haar kind toe moet. Ik bezorg nu reclamefolders huis aan huis op momenten dat het mij uitkomt, maar dat levert onvoldoende op. Het geld van de wiet maakt net het verschil, al is het nog steeds kielekiele. Als de meisjes nieuwe schoenen nodig hebben, moeten ze wachten tot de wiet is verkocht.’
Die vijf planten leveren per oogst circa 300 gram op, goed voor gemiddeld 300 euro per ons. Dat probeert Lilian maandelijks te verkopen. Met vier oogsten per jaar moet het lukken om rond te komen. ‘Ik verkoop niet aan coffeeshops, daar zie ik mijzelf niet met een buggy naar binnen gaan. Ik verkoop mijn wiet via een wietforum waar veel Belgische bezoekers iets te roken zoeken. Als ze iets bestellen, stuur ik het per post op.’
Lilian is op bescheiden schaal onwettig bezig. Vijf hennepplanten in de tuin voor eigen gebruik is verboden, maar wordt gedoogd zolang het niet om bedrijfsmatige kweek gaat. Verkoop van marihuana via internet valt niet onder het gedoogbeleid. Als een thuiskwekerij wordt opgerold, maakt justitie op basis van het aantal planten een inschatting van het aantal oogsten en de winst die de kweker heeft gemaakt. Met terugwerkende kracht moet er belasting betaald worden en als de stroom voor de lampen illegaal is afgetapt, komt de energieleverancier met een rekening. Wie vijftig tot honderd planten heeft staan, krijgt een boete van 1.000 euro. Wie meer planten heeft, kan rekenen op een celstraf. Tot vijfhonderd planten zes weken, tot duizend planten twaalf weken. Huurders lopen de kans uit huis gezet te worden.
‘Ik heb nog nooit gerookt en ik geef niks om geld’, zegt Chris (52), werkplaatschef bij een staalknipperij. Toch verschanste hij zich tot vorig jaar elke negen weken een dag lang op de zolderkamer van zijn koopwoning in IJsselstein met zijn vrouw, dochter en schoonouders om 36 volgroeide wietplanten te knippen. ‘Ik vind dat dubbelleven spannend. Dit is kattekwaad voor volwassenen.’ Chris genoot van de ‘zaterdag wietknipdag’. Geert, zijn 26-jarige zoon, zette die dag de nieuwe stekjes in de kwekerij, een slaapkamertje van 2 bij 3 meter. De familie zat met elkaar de hele dag te knippen. Iedereen kreeg daar 250 euro voor. Geert kreeg de helft van de opbrengst van de oogst.
De 36 planten leverden ongeveer 3 kilo marihuana op, dat ging van de hand voor gemiddeld 9.000 euro. Chris had een vaste afnemer. ‘Als ik een kilo had, belde ik hem op en zei: ‘De drie bouten van je motorfiets zijn gearriveerd, je kunt ze komen afhalen.’ Dan wist hij hoeveel geld hij mee moest nemen.’ Waar dat geld aan op is gegaan? Gespeeld getergd: ‘Tja, dat moet je aan mijn vrouw vragen. Zij liet een nieuwe chesterfieldbank ons huis binnentakelen nog voordat we geoogst hadden. Daar heb ik wel een nacht wakker van gelegen. Je houdt er altijd rekening mee dat het mis kan gaan. Op een zeker moment loop je tegen de lamp.’
Twee weken voor de achtste oogst zag zoon Geert, toen hij op een avond de hond uitliet, een busje van Eneco door de wijk rijden. ‘Ze zijn aan het zoeken’, zei hij tegen zijn vader. Laten we het er maar op gokken, antwoordde Chris, die voor zijn thuiskwekerij illegaal stoomt aftapte van het energiebedrijf. Hij wilde zijn oogst afwachten. De volgende dag belden twee mannen aan om de meterkast te controleren. Chris: ‘We hadden een nieuwe kabel naar boven getrokken en daarvoor had ik de verzegeling losgemaakt. De monteur trok eraan en het loodje viel naar beneden.’ Een half uur later kwam de politie de kwekerij ontmantelen: de acht lampen van 400 en 600 watt werden meegenomen, het luchtfilter werd kapot gestoken, de bakken met aarde werden omgegooid en de planten werden uit het raam in een container geslingerd. De buren stonden toe te kijken. Chris wist toen nog niet dat er in zijn straat nog vijf huiskwekerijtjes waren die allemaal onbetaald stroom onttrokken van hetzelfde trafohuisje.
De energieleverancier nam de stroommeter mee, waardoor het gezin zonder gas en elektra zat. Diezelfde dag heeft Chris een acceptgiro voldaan om weer aangesloten te worden. Later volgden een naheffing van het onbetaalde energieverbruik en een boete. In totaal heeft Chris 3.500 euro betaald. Laconiek: ‘We hebben volgehouden dat het de eerste keer was, anders hadden we meer moeten betalen. Geert is voorgekomen en heeft een taakstraf gekregen. Achtenveertig uur takken ruimen in het bos. Van tevoren hadden we afgesproken dat hij de straf op zich zou nemen, ik kan van mijn werk geen vrij nemen. Hij vond het werken in het bos wel leuk.’
‘Als je stroom verbruikt, waarom zou je dat dan niet gewoon betalen?’ vraagt Dennis (37) – niet zijn echte naam – zich hardop af terwijl hij over zijn gemillimeterde hoofd krabbelt. Hij woont in een stad in het oosten van het land en ‘zit al twintig jaar in de wiet’. ‘Wie veel stroom verbruikt, loopt in de gaten.’ Wie dat niet wil, kan een elektromonteur laten langskomen. Als je een oude meterkast hebt, draait hij voor 250 euro je meter terug en bevestigt er een erkend loodje aan, zodat niemand iets in de gaten heeft. Of je maakt met een ultradunne boor een gaatje in de draaischijf en zet hem stil met een pinnetje. Komt er iemand controleren, trek je het pinnetje eruit.
Een stiekem draadje naar de buurman komt ook voor. Het is Dennis zelf overkomen. ‘Ik hoorde ’s nachts steeds een ventilator aanslaan. Een ventilator in een koud jaargetijde op een ongewoon tijdstip, dat zegt mij dat er een wietkwekerij in de buurt moet zijn. Ik belde aan bij mijn buurman om hem te vertellen dat als ík tot de conclusie kan komen dat hij wiet kweekt, de politie dat dan ook kan. Hij kon maar beter zijn timer instellen op een tijdstip dat het minder zou opvallen. Zijn verschrikte reactie zei mij genoeg. Hij biechtte meteen maar op dat hij een draadje onder de grond had doorgetrokken in de tijd dat mijn huis te koop stond. Hij heeft alles netjes terugbetaald.’
In het verleden was Dennis kweker en stekkenboer van hennepplanten. De stekkenhandel is eveneens illegaal en zeer lucratief. Van de opbrengst heeft hij twee jaar rondgereisd in Azië en de psycholoog-in-opleiding betaalt er nog steeds zijn studie van. Maar sinds hij vader is, adviseert Dennis alleen nog maar mensen in zijn kennissenkring. Kweektechnisch advies, hokjes inrichten, waar in je huis kun je het best kweken en voor welke plant kies je? Zijn adviezen zijn hard nodig, want veel illegale kwekerijtjes leveren bloedstollend gevaarlijke situaties op.
‘Een paar maanden geleden bekeek ik een pas ingericht hokje in een jarendertighuis. De kweker had geld nodig, dus hij had snel wat schragen neergezet, planken erop, lampen erboven en hup, in het stopcontact. Niks geaard. Onder een lamp van 400 of 600 watt zet je tussen de vijf en de twintig planten. Tijdens de bloeiperiode staan de lampen twaalf uur per etmaal aan. De leidingen waren zo dun, die werden erg warm. De draden liepen over de vloer, er lag vloerbedekking en dat was op bepaalde plekken nat. Ik zag vonkjes over de vloerbedekking schieten. In dat pand woonde een onwetend gezin met kleine kinderen.’
De kweker reageerde boos toen Dennis hem op de gevaarlijke situatie wees. Alles wat je wilt verbeteren kost geld, verklaart Dennis zijn reactie. Vloerbedekking eruit, laminaat erin, leidingen vervangen, een nieuwe groep maken in de stoppenkast voor de lampen, het kost allemaal geld. Voordat je kunt beginnen ben je al gauw 1.000 tot 1.500 euro kwijt. En dan heb je nog geen planten.
Dennis is niet tuk op beginnende liefhebbers, want die kennen de risico’s nog niet. ‘Ze lopen een gezamenlijk trappenhuis in met grote zakken, maar wie heeft 250 kilo potgrond nodig op de eerste etage? Of ze sluipen ’s nachts met kannetjes voeding de trap op. Waarom doe je dat niet gewoon overdag? Dat valt veel minder op. Ze hebben ineens een spannende schoorsteen op het dak staan of er staat condens op de ramen.’ Onhandige beginnelingen trekken de aandacht van de politie. Als zij buren hebben met goedlopende thuiskwekerijen, komen de snuffelhonden ook voor hen gevaarlijk dichtbij.
Dennis ziet een verschuiving van huurwoningen in volkswijken naar koopwoningen. ‘Er zijn nieuwbouwwijken in Nederland waar elk derde huis een kwekerij van vijftig tot honderd planten bevat. Ik ken mensen die er een tweede huis voor hebben gekocht, studenten erin en de zolder vol met cannabis.’ De afgelopen jaren is Dennis diverse keren gevraagd of hij zijn huis beschikbaar wil stellen voor een kwekerij. ‘Zij sponsoren, helpen jou de zaak op te zetten en vervolgens deel je de winst. Maar jij loopt het risico.’
De handel verhardt. Dennis: ‘Wat mij twintig jaar heeft aangetrokken aan het wietwereldje is dat het een gezellige vorm van ouwe-jongens-krentenbrood-criminaliteit was. Maar nu worden de grote jongens groter en veel kleintjes houden ermee op.’ De cannacopter, een kleine, onbemande helikopter die wietkwekerijtjes opspoort, warmtebeeldcamera’s en een anonieme tiplijn hebben veel thuiskwekers de das omgedaan. ‘De meeste kwekers zijn best te spreken over die maatregelen. Als er een hoop onvoorzichtige kwekers zijn opgepakt, gaat de prijs omhoog.’
Er lopen nu een boel cowboys rond die allerlei trucs uithalen met de wiet. Beetje zand over natte wiet, laten drogen en je hebt meer gewicht, dus een hogere opbrengst. Een andere truc is heroïne over slechte kwaliteit wiet gooien; de roker raakt gegarandeerd stoned. ‘Tegenwoordig zijn mensen in de handel meer bereid geweld tegen elkaar te gebruiken. Ik zie weleens mensen met een wapen bij zich waar ik dat niet achter had gezocht. Vroeger was het veel gemoedelijker. Tegenwoordig heeft iedereen op zijn minst een busje traangas ter zelfverdediging op zak’, zegt Dennis.
Het wantrouwen onder kwekers en handelaren is groot. Het woord ‘rippen’ komt in de anekdoten van thuistelers veelvuldig voor. ‘Mijn eerste contact op het wietforum was een jongen van 19’, zegt Lilian nippend aan een kop thee. ‘Hij wilde direct 100 gram van me kopen. Ik moest naar een station komen. ‘Geen wapens’, mailde hij.’ Lilian lacht. ‘Ik schoot in een moederlijke rol: pas toch op jongen, maak je school af! Op dat moment realiseerde ik me dat ik dicht bij criminele sferen zit. Ik heb geen zin in die toestanden. Ik ben een huisvrouw van 43; ik ga geen wiet staan dealen op stations.’
Voordat Chris thuis begon met kweken, had hij samen met een vriend een kwekerij met honderd planten in een kleine loods op een industriegebied in Utrecht. ‘Mijn compagnon kon niet wachten en heeft voortijdig de planten geoogst. Hij maakte mij wijs dat Marokkaanse jongens hadden ingebroken. Later versprak hij zich en toen wist ik dat hij me had belazerd.’ Toch is het wel reëel dat jongens inbreken in loodsen. ‘Ze lopen over de daken, ruiken bij de uitblaas, boren een gat in het dak om de bloei in de gaten te houden en tegen oogsttijd halen ze de boel leeg. Niet handig om dat bij grote jongens te doen. Word je gesnapt, dan knippen ze zonder pardon je vingertoppen af.’
Nadat de thuiskwekerij van Chris was opgerold, zette hij zijn activiteiten voort op zijn werk. Achter in een 70 meter lange loods, in een kaal hok. Stiekem; alleen Chris had de sleutel. Het stroomverbruik liep niet in de gaten, in de werkplaats staan iedere dag machines te draaien die een veelvoud verbruiken. Totdat vier oogsten later de boekhouding van het bedrijf zo uitdijde dat de ordners in het hokje ondergebracht moesten.
Chris heeft ongemerkt het hok ontruimd. ‘Voor de gewone man is het niet meer aantrekkelijk’, zegt hij somber. Na een korte stilte krult zijn lip op tot een stout lachje. ‘Hoewel, ik heb gehoord dat mensen al kweken met ledlampen. Dat zou ik weer thuis kunnen doen. Twee lampen, tien plantjes. Kijken of het lukt. En dan gewoon over de meterkast. Geen gedoe meer achter de stoppen.’